teruggezegd: ‘dat het varken het niet had geluste’. Manus, al wilde hij nooit uit zijn bediening spreken, volbracht zijn taak getrouw en zonder aanzien des persoons. Het licht waarover hij had te beschikken, verdeelde hij gelijkelijk, zoodat niet een parkbewoner zich beklaagde, ieder kreeg van hem te zijner tijd zijn aandeel licht en in de dichtst bij zijn woning zich bevindende lantaren. Als Manus meende dat de maan, ‘zijn plicht niet deed’, verscheen hij zelf ongeroepen en zoo was hij nu ook weder gekomen, zijn laddertje aan den arm geregen en met zijn aangegloeide doovekooltje-in-een-testje, hetwelk hij om het mogelijke sproeien van de vonken in den wind, onder zijn manteltje borg. Met Manus mee en langs de paden van Manus liep Zebedeus nu, houdend diens altijd als getelde schreden bij. Manus alevel niet zeer spraakzaam, leek nu bizonder gesloten.
‘Manus,’ zei eindelijk Zebedeus, voegend zijn stem in het verloren geluid der voeten: ‘wat een wind, hè?’
‘Ongemakkelijk,’ zei Manus.
‘Verschoon me, menheer?’ zei hij, even schokkend, toen zij bij een grondribbel elkander raakten.
‘Verschoonen, Manus, is altijd een teedere bezigheid,’ antwoordde Zebedeus, ‘en meestal is het ook de moriaan geschuurd. Ga maar, vriend,’ moedigde hij aan, toen Manus stil bleef staan, ‘ik merk je wel.’
‘Dat begrijp ik,’ zei Manus.
‘Eer moest gij mij verschoonen, Manus,’ hernam Zebedeus, ‘wie is het gegeven het licht in den nacht te ontsteken en als men niet gul kan geven, is geven een leed. Wij hebben mannen noodig, zegt doctor Swellius, mannen van de daad; ja, Manus, loop een beetje zachter als je wilt.’
‘Ze begrijpen je niet, Manus,’ vervolgde Zebedeus, ‘ze zeggen dat je in je hals wel spinazie kunt zaaien, dat is toch ook niet waar.’
‘Daar is het nou de tijd niet voor, menheer,’ zei Manus.
‘Zie je nu wel dat ik gelijk had,’ zei Zebedeus, ‘kwaalke beeldspraak verdonkert het spraakbeeld evenals de wolken het doen de maan. Wij moeten zorgen zooveel wij kunnen, is het niet, Manus? en niet ons bezorgen vóór den tijd.... Man, wat heb je van-avond?’