Neen, zelfs dit zelfportret, het laatste, heeft den realistischer! Heijermans niet overwonnen. We hebben veel overbodige dingen en zelfs smakeloosheden op den koop toe te nemen. De sireene eenvoud is er nog niet.
Maar Heijermans staat eerst in het begin dezer nieuwe periode van zelfontginning en zal leeren zijn goud te louteren om eigen bevredigings wil!
Men heeft de tooneelspeelster Betsy Ranucci-Beekman aangewreven in rancuneusen opzet een tooneelstuk geschreven te hebben ‘tegen’ een bepaalden directeur, onder wien zij vroeger heeft gewerkt.
Indien er iets waar is van deze bewering, heeft het kwaad zichzelf gestraft. Het frissche, kleurige werk van mevrouw Ranucci (reeds van vroeger al schrijfster van Sirocco sympathiek bekend) heeft geleden door den toeleg, alle schuld voor den ondergang van een meisje-dat-zoo-graag-actrice-wil-worden den vertoonden tooneeldirecteur aan te wrijven.
Alle meisjes willen zoo graag actrice worden. En men zegt, dat ook tooneeldirecteuren iets menschelijks hebben. Dit menschelijke te stellen tegenover die dringende begeerte, ware de opgaaf voor een drama van grooter allure dan mevrouw Ranucci aan Monsieur le Directeur heeft weten te geven.
Toch is er velerlei te waardeeren: levendige milieu-teekening, pittige dialoog, het geestige figuurtje van de kleine actrice, die, in ‘wilde echt’ levend met een collega, zich toch als fatsoenlijke vrouw handhaaft tegenover den satyr-directeur.... trouwens, er wordt geen poging gedaan haar in verzoeking te brengen.
De hoofdzaak haperde op - rancune? In elk geval is de interessante menschelijkheid van ‘Monsieur le Directeur’, die een groot man en een ijdel man, en een zwak man, en een charmeur moet wezen, een gecompliceerde figuur in een eigenaardig milieu - Don Juan door sirenen omzongen - er matig bij weggekomen.
Wanneer mevrouw Ranucci weer eens haar frisch talent besteden wil aan een tooneelstuk zonder ‘bedoelingen’, zullen wij ons verheugen.
Phyllis van Mr. C.P. van Rossem is een handig geschreven amusementsstuk, naar Fransch model. Het verhoudt zich tot echte Fransche kunst als een Lodewijk-gevel op de Heerengracht tot Versailles. De Holländers, heeft eenmaal een reizend Franschman gezegd, onderscheiden zich door een zekere linkschheid, waarmede zij Fransche stijlen toepassen. Men moet erkennen dat Mr. van Rossem ook de linkerhand, waarmede hij schreef, goed heeft geoefend.
Rijker, beter, gelukkiger, almetal, worden wij door dezen handigen namaak niet. De auteur zal zeggen, zoo iets ook niet te bedoelen. - Waarvoor schrijft hij dan?
Indien 't was om het genoegen van succes, heeft hij zijn deel rijkelijk ontvangen.