De Nieuwe Gids. Jaargang 33
(1918)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 422]
| |
(Alle rechten voorbehouden) | |
[pagina 423]
| |
Ge-rankt - en van der tros-sen
vol ge - bo - gen,
Bloeit in de vroeg-te voor het Kei-zer-ven-ster
| |
[pagina 424]
| |
Een wit-te ker-sen-tak,
Op zoe-te har - mo-nie-en van den wind - -
Heb-ben in den nacht de ze-ven ge-niën van het lied,
De
| |
[pagina 425]
| |
tak in bloei ge-zon - - - - gen.
En met heim - - lij-ken gloed
Om-speelt de zon des he - mels al de tee-re
| |
[pagina 426]
| |
blaad - jes waar de wa-ter pa - rel tot een ster-re-von-kel-snoer
te schit-tren hangt.- -
|
|