De Nieuwe Gids. Jaargang 33(1918)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 257] [p. 257] Oud- of nieuwer-wetsch door Hein Boeken. Tot den ouderen vriend, die meent dat hij te ouder- of ik te nieuwerwetsch ware. Ik volg geen nieuwe wet noch gij eene oude. Er is maar één wet, die den kunstnaar dringt. Het is de wet, waardoor de vogel zingt.... Stil, Zon stelt dien de wet, die zendt zijn gouden Licht-stralen door de nieuw-beblaêrde wouden. Ach! 't is zoo kort maar dat een vogel zingt, Dra, als in 't nest zich 't nieuw gebroed verdringt, Dan zwijgen de ouden als bij winter's koude. Maar òns, wie meet den mensch toe de saizoenen? Niet zon of maan, of nieuw-ontbloeide gaard, Of starren, die der nachten trans festoenen. En tòch, zij zijn 't, ontbloeid aan donkere aard', Die, starren, aan onz' horizont verschijnen, Ons trekkend, doen onze ebben vloeden deinen. 22 Januari. Vorige Volgende