De Nieuwe Gids. Jaargang 33(1918)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 120] [p. 120] Winter door Hein Boeken. Voor Heloïse. Ik wil al' lenten roepen nader-bij, Hoe ver ze ook marren in de zaal'ge streken. Ik riep ze vaak - o hoorden zij naar mij, Aankomend ach! in tijden lang verstreken? Maar nu - het is zoo donker rondom mij, Nooit scheen zóó ver al lente-licht geweken. Zou ze ooit weer joelen aan in luchtgen rei, Dat, als wel-eer, weer bloemen-oogen keken? O ja, gewis, op Gods gestelde stond, Daar staat de lieve uit de onbekende streken. Dat zóó gewis voor jou al-reede stond Een nieuw getij vol bloeiend, joelend leven En dat ik 't wist, daar rond me in eenzaamheid Tot nieuwe lent' zich al het land bereidt. Nacht, 9-10 Dec. 1917. Vorige Volgende