De Nieuwe Gids. Jaargang 27(1912)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 91] [p. 91] De herinnering door Aug. Peaux. Een burcht die niet de tijden konden sloopen, Al liep de gracht van levend water leeg, Al ging de hooge poort geen gast meer open, Of luide klok haar zware klanken zweeg. Hij wacht, verlaten achter sterke wallen, Een voetstap die de wegen nooit verleert, Een jonge lach, die klinkt als horenschallen, Een kind dat van de velden huiswaarts keert. Het kind vindt feilloos over barre heiden De warmte van het oud-vertrouwde huis, Den lichten haard en 't kleed van spinragzijde, Dat zij bewaarden voor zijn komen thuis. Het ziet de spiegel van de grachten blinken, De ronde bogen van de steenen brug En naar bemosten put, om koel te drinken, Weet het door 't hooge gras den weg terug.. Het draalt en droomt in schuts dier hechte muren Veilig te wezen voor zijn huidig leed, Leest van den zonnewijzer gulden uren En ziet hoe scherpe schaduw stil vergleed. En 't avondrood, dat stierf op vale weiden, Verlicht de tinnen met een dageraad, Ontplooit zich voor het kind dat nimmer scheidde, Als blijde vlag op huis van hoogen staat. Vorige Volgende