bevordering van het schieten buiten het leger. Toch kan een kind begrijpen, dat dit voor de weerbaarheid van het volk is van het allerhoogste belang.
Maar ook bij de militaire werkers moest de Regeering terug. Niet omdat de naam werd veranderd: of zij militaire werkers of administratietroepen heeten, is volmaakt onverschillig. Alleen was de eerste naam oprechter dan de tweede, immers meer in overeenstemming met de werkzaamheden. De Regeering moest terug omdat zij den eerste-oefeningstijd, die aanvankelijk voor alle militaire werkers 12½ maand bedroeg, alleen voor wie zich vrijwillig hebben aangemeld zoo ver verlengde, terwijl de aangewezenen zullen kunnen volstaan met de gewone 8½ maand.
Zoo was het bedenkelijkste gevolg van de aanwijzing tegen den zin der miliciens vervallen: zij zullen geen verlenging van eerste-oefeningstijd verkrijgen. Deze is alleen voor wie zich vrijwillig aanmelden. Daarentegen is het moreele bezwaar gebleven: de Regeering zal, indien de vrijwilligers niet in voldoend getal zich aanmelden, tot aanwijzing overgaan.
Dit is een geheel andere aanwijzing dan die voor de kaderopleiding. Immers, hiervoor worden miliciens aangewezen die daarvoor bijzonder geschikt zijn. Het is voor hen een onderscheiding. Voor de administratietroepen daarentegen zal men de manschappen bestemmen, van wie na twee maanden blijkt dat een goed soldaat uit hen niet is te maken. Het omgekeerde van een onderscheiding dus.
Nu zegt de Regeering wel, dat de aangewezenen juist voor den dienst der administratietroepen wèl geschikt zullen moeten zijn; maar het sluit dan toch maar in, dat zij voor de opleiding tot soldaat, dus voor het doel waarvoor zij onder de wapenen komen, niet geschikt zijn.
Treurig, wie daarvoor zich vrijwillig aanmeldt! Wie uit gemakzucht 4 maanden langer wil blijven, zij het met vrijstelling van de herhalingsoefeningen! Zal men het de andere miliciens kwalijk kunnen nemen, zoo zij op die collega's administratietroepen met eenige verachting neerzien? Men zou het haast van hen willen verlangen. En dat zou geen kwaad doen aan den goeden geest van saamhoorigheid!
Bij de stemming kreeg de Regeering van links 3 vrije liberalen