kabinet voor zijn sociale wetten een meerderheid zocht met behulp van een deel der linkerzijde. Men stelde de mogelijkheid in uitzicht van een christelijke regeering, die ten aanzien van de sociale wetgeving op een ander fundament zou steunen dan voor het algemeen beleid. En dan liefst op een gemengde meerderheid van democraten!
Mooi gedacht, maar moeilijk te gelooven. En de eerste gelegenheid om dit denkbeeld aan de praktijk te toetsen gebruikte men om te bewijzen dat er niets van kan komen.
Na het getob met de bakkers, wiens wetgeving voorloopig is opgeborgen, kwam de ziekteverzekering aan de beurt. Van het voorstel, door Talma ingediend, lieten de secties der Tweede Kamer weinig heel. Een openbare beraadslaging over het ontwerp zelf werd door de commissie van voorbereiding onmogelijk geacht: men moest eerst eens zien, of men op de hoofdpunten met de Regeering tot overeenstemming kon komen.
En toen gebeurde een wonder. In de afdeelingen was van veel tegenstand gebleken zoo rechts als links. De voorstanders van een ingrijpende sociale wetgeving verwierpen in het ministerieele voorstel de uitsluiting van de ziektebehandeling. Naast de toekenning van een uitkeering voor gedorven loon wenschten zij ook, en vooral, waarborging van geneeskundige hulp. Aan de andere zijde werden gevonden wie de verplichte verzekering, zooals zij moest worden aanvaard, zooveel mogelijk wilden beperken. En dezen verzetten zich op hunne beurt tegen het voorbijgaan van de particuliere ziekenfondsen naast de nieuw te stichten rijksorganisatie.
De bezwaren schenen niet te overkomen. Maar ziet, de mondelinge uiteenzetting van 's ministers standpunt werkte zóó wonderdadig, dat het weglaten van de geneeskundige hulp plotseling door de geheele rechterzijde op een enkele uitzondering na werd toegejuicht, en dat de minister uit dankbaarheid een nieuwe regeling toezegde, waarbij de bestaande ziekenfondsen zouden worden erkend.
Wonderdadig was die werking. Want zij openbaarde zich niet alleen, als bij den heer Nolens, nadat men de uiteenzetting had aangehoord, zij deed bij anderen haar invloed reeds gevoelen van tevoren. En toch - eenige afspraak was omtrent deze oplossing niet gemaakt. Zij viel zoo vanzelf. Jammer dat de heer Van Vliet