rijk zich verzetten, dan zou Vlissingen juist een fort hebben.
Och arme, wat is de hope ras vervlogen! Geen verstandig mensch in eenig land bleek het Fransche inzicht, van wien dan ook, te deelen. Men hield zich te Parijs maar zoodra mogelijk, alsof men over geenerlei bemoeiing ooit had gedacht. ‘Wie Van Swinderen kent’, schreef De Standaard, weet dat zoo iets nimmer zal worden geduld. Maar Van Swinderen heeft niet eens gelegenheid gehad om zijn diplomatieke tanden te laten zien.
En het heroïeke voorstel is weer wat dieper gezakt. Wie haalt het op? Colijn?
Onderwijl is er wat rumoer geweest in casa clericali. De heeren Lohman en Kuyper, van ouds goede vrienden, zijn slaags geraakt over de rol, door Kuyper gespeeld in het drama van den val van Cool. Zij hebben elkaar flink onder handen genomen. Maar nu Lohman moest erkennen, dat door Cool's vervanging het Kabinet was versterkt, kon Kuyper eischen, dat hij eerder moest worden gedecoreerd dan bestraft. Voor de historie heeft het thans gesloten incident geen beteekenis. De beide ministers van Staat zullen wel niet voor de laatste maal hebben gekibbeld.
Van meer wezenlijke beteekenis was de voortgezette strijd over de Rijkssubsidie der openbare leeszalen. De Standaard wil de christelijke jongelingschap niet aan de verleiding zien blootgesteld, die onchristelijke of neutrale litteratuur biedt. Dit gevaar mag tot geen prijs met rijksgeld worden bevorderd. De christelijk-historischen en anti-revolutionairen, die hierover anders denken, begrijpen van hunne beginselen niets.
Toevallige winst van deze beschouwingen was een aangename indruk naar den roomschen kant. Kort daarna mochten de coalitiegenooten ook vernemen, dat zij eigenlijk de banierdragers der ware wetenschap zijn. Met dit compliment was wederom goedgemaakt wat De Standaard had misdreven, toen zij constateerde, hoe de katholieke Minister van Justitie in eerbied tekort schoot voor de christelijke beginselen.
Dat noemt men coalitie-politiek.
Met deze vraagstukken houdt men zich ter rechterzijde bezig, terwijl links de beweging voor Algemeen Kiesrecht met nieuwe kracht is opgevlamd. Ter rechterzijde doet men zijn best, deze