punt was het zwakste in de vijandelijke stelling. Daarop werden de aanvallen gericht. Totdat het gelukte: de lang gekoesterde wensch ging in vervulling. De teleurstelling van 1905 werd vergoed. Talma was minister van Landbouw, Nijverheid en Handel.
Nam men nu de draad weer op, die in 1905 was gevallen, dan kon alle heerlijkheid, waarmede destijds de hoorn des overvloeds was gevuld, over ons volk worden uitgestort. De heer Talma wist zoo goed, hoe het niet moest, en ook hoe het wèl moest, dat alles nu wel spoedig zou worden afgewerkt.
Deze minister heeft er thans twee volle jaren gezeten, en er is nog niets. Hem was na twee jaren de gelegenheid gegeven om te toonen, dat hij naast de gemakkelijke critiek ook de moeilijke kunst verstond. Dat de christelijke kiezers hem niet hadden overschat, en met geen ijdele beloften waren gepaaid.
Hetgeen thans voor den dag kwam geeft nog niet de zekerheid, dat het inzicht van het Kamerlid Talma in zijn geschiktheid voor het ministersambt juist was. Er is een wetsontwerp op de ziekteverzekering bij den Raad van State, en de minister hoopt, dat nog dit zittingsjaar een ontwerp op de ouderdoms- en invaliditeitsverzekering zal inkomen. Wat hiervan de opzet zal zijn, wij weten het niet. Zelfs weten wij niet, of de minister zelf het weet. Er zit dus niet anders op, dan af te wachten, wat de minister in zijn buitengewoon lang ambtelijk leven van een zestal jaren zal kunnen tot stand brengen. Indien onder zoo gunstige omstandigheden de oogst onbevredigend zal uitvallen, is het hooge woord van de kerkelijke partijen, sedert 1901 gevoerd, veroordeeld. Dan behoeft nog niet het kleinste gedeelte van de ellende met de Ongevallenwet op de rekening van den minister te worden geboekt.
* * *
Waar de rechterzijde wèl geluk mee heeft, dat is haar onderwijs-politiek. Het bijzonder onderwijs groeit, en een deel van de voorstanders der openbare school volgt een beleid, dat door geen vijand dier school anders kan worden verlangd.
Geheel de strijd, door de leiders van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers gevoerd, heeft aan de school slechts afbreuk kunnen doen. Bovendien heeft zij schade toegebracht aan de