De Nieuwe Gids. Jaargang 16(1900-1901)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 431] [p. 431] Dooi-weer. Door W.F. Gouwe. Doods-droeve dag, die avondt bij het dagen; één scheem'ring.... Rij van donkre grachteboomen te klagen staan, wijl 't wol-wit werd genomen van hun koude armen, die geen dek meer dragen. En met de stille boomen mede klagen de vensters, oogen waaruit tranen stroomen. Op plas-ijs bonte kraaien wand'len komen, suis-wiekend weg, bij 't naad'ren van een wagen door sneeuw dof-wielend, met gerink van bellen - eentonig maatgeklank, door loom bewegen van 't paard, dat droom'rig vallen doet zijn hoeven. - De winter sterft, en smart is allerwegen... Mij komen donkre doodsgedachten kwellen, en in mij smacht een warmte-en licht-behoeven. Vorige Volgende