De Nieuwe Gids. Jaargang 16(1900-1901)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 119] [p. 119] Een middag-wandeling. Door H.J. Boeken. Een middag-wandeling. Wat zaligheden Droomden mijn oogen als wij samen konden Dwalen vrij-uit door 't eenzaam paèn-doorwonden Woud en woud-wildernis. De droomen deden Vergeten ons het welbedachtzaam treden Zoo dat wij niet meer op de voeten stonden, Maar 't woud en mol'ge woudvloer werd ons sponde, Waarop we ons legerden naar de oude zede. Dan kreeg uw hoofdjen en uw lichaam teder, Eerst hunnen waard'gen, hun verschuldgden tooi, Als ik tot dekking van uw dierbaar schoon Gansch van uw kruin, lief, tot uw voeten neder Maakte met blaadren en herfstmooi mooi 't Lijfjen, dat schoonste ziel zich koos ter woon. Vorige Volgende