De Nieuwe Gids. Jaargang 15(1899-1900)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 467] [p. 467] Stemming door G.C. van 't Hoog. Ik voel de‿onwisheid om mij heen als donkert! (Ik weet niet, waar 'k mijn voeten zetten moet!) Daar is geen star, die er door henen flonkert, 't Is alles vage‿ontastbre nevelstoet. - Ik grijp, en knijp mijn leêge handen saêm! Ik roep, maar zelfs geen echo kan 'k bewegen! Daar is geen woord, dat van mij heen wil gaan; Zij klemmen m'in den mond, en houden tegen! En werp ik ze‿uit, zij ploffen in het duister, Als zware keien in een donk'ren vloed, Die zonder spoor verzinken... en ik luister Naar 't vreemde spatten, dat mij rillen doet! [pagina 468] [p. 468] Er is geen weg, geen boom, geen huis, geen hut, Er is geen vorm of kleur, d'r is niets.... D'r is niets, dat 'k grijpen kan, - geen stut, Geen hoek voor schuil.... een woestenij van niets! - Ik weet niet, waar 'k mijn voeten zetten zal.... En toch word ik gedreven om te gaan.... Ik weet niet, waar ik mijn schreden richten zal.... En 'k durf toch ook geen omzien stil te staan! - Ik ga als een, die in een vreemde kamer Iets zonder licht moet zoeken,.... tastend,.... bang Te stoote‿aan iets, dat moog'lijk breken zou.... En zoekt... en zoekt... en vindt niet, zoekt-ie ook lang! - [pagina 469] [p. 469] En telkens stoot hij zeer zich aan de hoeken, Van 't harde, dat in 't weeke donker ligt,.... Totdat hij radeloos, het uit gaat vloeken: ‘Wie stuurde 'm ook in 't donker, zonder licht!’ - Wie stuurde mij in 't donker zonder licht? - Wie stuurde mij in 't raadseldonk're leven Met zulk immens verlangen naar het licht, - Zoo'n zoekens-lust en doodsbang brekens-beven? - Ik stoot mij tegen al de harde hoeken, Die ligge‿als blinde klippen overal! Ik loop in staêge marteling te zoeken, Met angst, dat ik iets kostbaars breken zal! - Vorige Volgende