De Nieuwe Gids. Jaargang 15(1899-1900)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 466] [p. 466] Apollo door H.J. Boeken. Apollo, wien ik riep toen in het licht Van gouden jeugd de wereld voor mij lag, Toen bij elk rijzen van den nieuwen dag Uw lokken-goud omlichtte mij 't gezicht; Dan - daar ik in veel donkre nachten lag, Wachtend wel ander licht dan 't zonne-licht Of dag-genot, verklarend mij 't gezicht - Treed, donkre god, nu aan op mijn geklag. Gij, die uw moeder schuttet voor geweld, Gij, die den Python sloegt dat hij in krullen Blauw-kronklend weg-kromp onder uwen schicht, Blik, wreker, neder op het ongeveld Broedsel van schanden, die de wereld vullen. Dreunt niet reeds de aarde onder uws voet-staps wicht? Vorige Volgende