van schrijven is eigenlijk-gezegd, waarin zij bestaat, en hoe zij moet beoefend worden, noch waartoe zij in laatste instantie dient.
En toch is de heele kwestie eenvoudig genoeg.
Kunst van schrijven toch is geen kunst slechts van woorden, netjes gerangschikt en uitgezocht ook, neen, de kunst van schrijven, de waarachtige kunst van schrijven is, in de eerste plaats, een kunst van dingen, van werkelijkbestaande, wezenlijke dingen, die door den kunstenaar zijn gezien en gevoeld. Wilt gij dus gaan schrijven, heb dan eerst die dingen, die wezenlijkheden, als diep-doorvoelde, klaar-geziene grondstof in uw naar 't zich-zelf-uitspreken diep-inwendig vastbesloten ziel. Heb iets te zeggen, en voel dat gij het zeggen moet, omdat geen ander het vóór u heeft gezegd, omdat geen ander nog dát had gevoeld.
't Zij liefde of haat, 't zij klare gedachte of wazige mijmering, 't zij 't leven der natuur of 't leven der menschen, al wat er in u groeit, weêrkaatst uit de wereld of komend uit u zelf alleen, streef er naar het precies te zeggen, het vlekkeloos te zeggen, met het groot-schoonklinkende, het magnifiek-beeldende, het onvergankelijke kunstenaars-woord! Ja, streef ernaar te zeggen gewetensvol datgene wat gij te zeggen hebt, zoodat er ten slotte geen enkel verschil meer blijft tusschen de dingen, die gij in u voeldet en de zegging vóór u op 't papier, zoodat die beiden volkomen identiek zijn, en de bewegingen van uw zien en voelen daar staan vlak vóór u, even geniaallijk-nauwkeurig weergegeven, als had uw kunstnaars-macht ze gefotografeerd.
Dán eerst, als men zóó precies zijn ziel geeft, en al wat daarin viel, dán eerst is men waarachtig kunstenaar, en al de rest is kunstig knoeien of oppervlakkige fraseologie.
Een magnifiek boek nu, streng-standvastig geschapen