De Nieuwe Gids. Jaargang 15(1899-1900)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 282] [p. 282] Verzen van Willem Kloos. Liefde. CI. O, Gij, de al-eenige onder allen blijkend, Die rede en passie harmoníèuslijk paart, En, als een storm van weelde breedlijk strijkend, Majestueuslijk door mijn ziels-zijn vaart, Om, plots in roes van eigen kracht bezwijkend, Zoetlijk te dartlen weer, alsof daar waart Een zoele zefier rond, die, speel-ziek wijkend, Mijn ziel stil meê-lokt, wijl verlangend staart Mijn oog in droomen naar Uw vlugge zwiering, Totdat mijn armen-paar U teeder klemt.... O, neem Gij trotschlijk in Uw rijks-bestiering, Wat nooit een ander sterfling heeft getemd....! Gij hebt mij gansch, en hij, die nooit wou bukken, Ligt voor U neder in een diep verrukken....! Vorige Volgende