Ingrid Wikén Bonde
Netwerken, Velden en Systemen
Binnen het academische veld van Zweeds-Nederlandse betrekkingen hoorde ik collega De Rooy verwijzen naar zijn voorgangster Martha A. Muusses. Zijn contactdraadje bestond uit de kleine grammatica die ze voor haar lessen had samengesteld en hij was gefascineerd door het feit dat ze was gepromoveerd op de koecultus bij de Hindoes. Tijdens mijn zoektocht naar contacten tussen Zweden en Nederland in het literaire veld zag ik overal haar sporen.
Velden en contactnetten blijken overlappend en niet scherp afgebakend te zijn. Muusses werkte binnen het academische veld - de cultuur van Indië!; het taalpedagogische veld; Nederlands als vreemde taal - én het literaire veld; eigen dichterschap, vertalingen, publieke lezingen over Nederland en Indië, artikelen over Nederlandse literatuur in kranten en naslagwerken en een zeer persoonlijke (Noord-)Nederlandse literatuurgeschiedenis voor een Zweeds publiek. Haar netwerk omvatte iemand als Artur Lundkvist, later lid van de Svenska akademien. Haar correspondentie toont dat ze streefde naar een Nobelprijs voor Nederlandse literatuur. Door haar goede vertalingen en haar informatiedrang baande ze de weg voor een volgende generatie missionarissen en helpers die hetzelfde doel hadden als zij: Scandinavisten aan Nederlandse en Vlaamse universiteiten, Zweedse medewerkers bij radio en televisie, dichters, schrijvers, vertalers, allemaal personen die de Nederlandstalige literatuur zichtbaar maakten en naar wie uitgevers luisterden en bij wie ze advies vroegen.
Mijn indruk is nu echter dat op dit moment een nieuw paradigma op komst is, dat de zwaartepunten zich verplaatsen naar boekenbeurzen en dat netwerken van academische en literaire adviseurs naar de tweede rang zijn verschoven. Uitgevers - alweer in netwerken - sluiten op gigantische beurzen met collega's ongeadviseerd afspraken, vaak gebaseerd op commerciële overwegingen. De kans op een literaire Nobelprijs voor Vlaanderen/Nederland wordt kleiner naarmate de postkoloniale wereld opengaat. Vertalers hebben het steeds minder voor het zeggen en academici worden steeds academischer en kortademiger naarmate hun financiering afhankelijker wordt van projectsubsidie.
Bloeiende centra van vertaalwetenschap zijn op enkele plaatsen gesmoord in bezuinigingen. Hoe moet het dan met de wetenschappelijke basis van vertalersopleidingen? Of hoeft er niet zoveel vertaald te worden? Het beste kunnen prentenboekjes uitgegeven worden, want met een sociocultureel aangepaste tekst hoeft er geen vertaler aan te pas te komen en schrijven de mensen bij de uitgeverij gewoon zelf wat woordjes bij de plaatjes.
Wie durft te voorspellen wat er uit deze Godenschemering zal oprijzen?
Gelukkig zal niets verloren gaan. Alles staat binnenkort op Internet!