Johan Snapper
........... De omwegen van een neerlandicus extra muros - de diplomatieke weg
Om Berkeley's jonge Dutch Studiesprogramma uit te breiden volgde ik het voorbeeld van Ton Broos. Hij richtte rond de University of Michigan de ‘Netherlands America University League’ (NAUL) op, een organisatie die grotendeels bestaat uit oud-Nederlanders. Ik heb daar eens een lezing gegeven voor een levendige groep mensen van een hoog cultureel niveau. Niet lang daarna stichtten wij in Berkeley de ‘Netherlands America University League of California’ (NAUL-CAL), die na 21 jaar nog steeds een gevarieerd maandelijks menu van culturele programma's aanbiedt aan haar 250 leden, aan de universiteit en aan het geïnteresseerde publiek in onze regio.
Intussen werd het Nederlandse Consulaat-generaal in San Francisco opgeheven en vervangen door een honorair consulaat onder leiding van twee deeltijdse consuls, een zakenman en iemand die de Nederlandse cultuur behartigde. Die laatste was ik, natuurlijk; en o ja, alles was pro Deo. Maar één van de privileges is de diplomatieke onschendbaarheid, die goed van pas komt bij verkeersovertredingen, moet ik bekennen.
Zodoende werd ik ook betrokken bij andere ‘culturele’ aangelegenheden, zoals deelname aan het sociale leven van het corps diplomatique en het afleggen van officiële bezoeken aan Nederlandse gevangenen in Noord-Californië, die recht hebben op contact met de Nederlandse overheid, zelfs extra muros. Eén van hen, iemand die letterlijk levenslang zijn dagen slijt in een ‘maximal security’ gevangenis, bezoek ik dikwijls, soms op eigen kosten. Het is een droevig geval van een man die sinds zijn prille jeugd door zijn met ‘het wilde westen’ geobsedeerde moeder werd aangemoedigd om een echte bandiet te worden, een tweede Jesse James zeg maar. De familie emigreerde 35 jaar geleden naar Amerika, waar onze jonge held de ene misdaad na de andere pleegde en herhaaldelijk gearresteerd werd. Hij werd aan Nederland uitgeleverd, waar hij na een korte tijd ontsnapte. Hij belandde met vervalste papieren spoedig weer in Amerika. Bij een overval op een juwelierswinkel, waar de eigenaar dodelijk gewond raakte, werd hij opnieuw gearresteerd en nu voorgoed opgesloten. Omdat hij geen goede verhouding met zijn ‘collega's’ had, bracht hij regelmatig wekenlange perioden in een isoleercel door.
Deze ‘maximal security’ gevangenis in Californië is een onpenetreerbaar bouwwerk, waaruit niemand ooit is ontsnapt (ik moet door twaalf vergrendelde metalen deuren, en bij iedere deur word ik opnieuw gefouilleerd), maar waar desondanks een actieve drugshandel bestaat. Bevolkt door nog steeds gevaarlijke misdadigers, die op de een of andere manier de doodstraf hebben ontlopen, vinden hier de gruwelijkste misdaden plaats. Zo is mijn cliënt tientallen keren slachtoffer geweest van groepsverkrachting. Nu gelukkig niet meer, vertelde hij mij, want hij is nu de seksslaaf van een van die aanvallers geworden, die hem beschermt.
Ik ben er van overtuigd dat deze 52-jarige man, die de helft van zijn leven in de gevangenis zit, altijd manisch-depressief is geweest (zonder adequate medische en psychologische verzorging) en tevens het slachtoffer is van een verschrikkelijke opvoeding. Nu verkeert hij in een helse omgeving waar niemand zich om hem bekommert, behalve een solitaire consulaire bezoeker die probeert (hoogstwaarschijnlijk tevergeefs) hem weer aan Nederland over te dragen. Ik beschouw hem als mijn vriend. Toen hij mij aan het eind van een bezoek trachtte te omarmen, werd dat verhinderd door een van de bewakers die zijn pistool trok.
Ik ben nu bezig hier een boek over te schrijven. En zo vloeien de drie extramurale omwegen, de theologische, de academische en de diplomatieke, van deze geëmeriteerde neerlandicus nu samen in één hoofdweg, die ik met hernieuwde vastberadenheid betreed.