In Memoriam
........... Jan Czochralski
Op 15 juli 2004 overleed onverwacht de Warschause germanist en neerlandicus prof. dr. habil. Jan Czochralski. In mei van dat jaar was hij tachtig geworden, precies op de openingsdag van het internationale colloquium ‘Culturele Identiteit in het nieuwe Europa’, waarmee het vijfentwintigjarig bestaan van de afdeling Neerlandistiek aan de universiteit Warschau werd gevierd. In 1979 had Jan Czochralski die afdeling opgericht, als directeur van het Instituut voor Germaanse Filologie, dat hij van 1974 tot 1994 leidde.
Jan Czochralski was een eminent taalkundige, die zich vooral bezighield met de contrastieve beschrijving van talen: Pools - Duits - Nederlands. Ook als lexicograaf was hij met succes bedrijvig: zijn woordenboeken getuigen van systematisch denken en maatschappelijk inzicht. Voor zijn wetenschappelijk werk kreeg hij verscheidene onderscheidingen: van de Commissie voor Nationaal Onderwijs in Polen, van het Ministerie van Hoger Onderwijs van zijn land en van de Universiteit Warschau, waaraan hij meer dan vijftig jaar verbonden was. Ook als emeritus bleef hij er bedrijvig. Tot zijn laatste dagen had hij nog promovendi begeleid, want hij zorgde op een haast ouderwetse manier voor zijn Nachwuchs, voor medewerkers die hem opgevolgd hadden en aan wie hij de zorg voor het Nederlands overdroeg.
Lang voor de val van het regime had hij goede contacten met collega's in het Westen, niet alleen als germanist in de beide Duitslanden van vóór 1990, maar ook met Vlaanderen en Nederland. Ik herinner me een bijeenkomst van neerlandici in Wroclaw in de vroege jaren 80 van vorige eeuw, waarbij ik met grote bewondering vaststelde dat hij opeens vlot Nederlands sprak: op vijftigjarige leeftijd had hij in enkele maanden twee van mijn leerboekjes ‘tot zich genomen’ en in actief taalgebruik omgezet. Zijn contacten waren geen éénrichtingsverkeer. Hij kwam graag naar Nederland en Vlaanderen, maar zijn collega's waren ook in Warschau welkom, zelfs in moeilijke tijden toen gasten ontvangen niet vanzelfsprekend was.
Janusz heette hij voor de vrienden. Dat is in zijn warme moedertaal meer dan een simpel voornaamdiminutief. Hij was ook een warme vriend voor wie dat voorrecht genoot. Ik ben blij dat ik hem gekend heb.
Jos Wilmots