Widjajanti Dharmowijono
........... De stille haan
Sommige mensen kunnen van die grote ogen opzetten als ze hun woorden kracht willen bijzetten. Anderen komen heel dicht bij je staan. Widodo past beide trucs toe. Iedere keer als ik wat achteruit schuifel, doet hij een stapje dichterbij. Hij stapt harder dan ik schuifel, dat is een probleem. En het zijn niet alleen zijn ogen die me een beetje bang maken.
Widodo is onze parkeerwachter. Hij ziet erop toe dat niemand een spiegeltje wegpakt of nog ergere dingen doet met onze auto's en brommers, die geparkeerd staan in de straten rond ons taleninstituut. Maar dat is niet zijn enige talent. Hij is ook genezer. Hij masseert pijnen en ziektes uit je lichaam. En hij kan nog meer.
‘Het is moeilijk nieuwe studenten te werven voor de Studierichting Nederlands, hè,’ begint hij vol medeleven.
‘Ja,’ zucht ik. ‘Maar we doen veel aan promotie en hebben goede hoop dat het dit jaar beter gaat.’
Hij glimlacht een beetje smalend. ‘Ik had het al voorgesteld aan de directie,’ zegt hij met lage stem. ‘Ik heb alleen een zwarte haan nodig. Ik snij hem open, ik eet het hart en zet de rest op een spies op het dak. Succes gegarandeerd.’
‘Zwarte kunst.’
Nog groter worden die ogen. ‘Nee, nee, dat kan ik niet. Alleen de haan, ja, die moet zwart zijn. Maar het is geen zwarte magie.’
‘Ik zal het eens ter sprake brengen op de eerstvolgende vergadering,’ zeg ik laf, en ben blij als ik weer in mijn auto zit, nadat ik zo hartelijk mogelijk van hem afscheid heb genomen. Widodo moet je te vriend houden. De plaats waar we toen stonden is thans omringd door zwartgeblakerde muren. Er werd een tijd gedacht dat de brand in ons instituut niet door een kortsluiting kwam, zoals de politie gelooft, maar bovennatuurlijke oorzaken had. De lokalen huisden namelijk spoken. Af en toe maakten ze zich kenbaar door nieuwe studentes te plagen, die dan stokstijf neervielen en wartaal praatten, of een nietsvermoedende docent, die ineens op handen en voeten ging lopen.
Dat gebeurde ook op de dag dat een journalist van de Wereldomroep mij kwam interviewen, maar hij zal er wel geen gewag van hebben gemaakt in zijn reportage. Als nuchtere Nederlander zag hij slechts één mysterie: wat bezielde jonge Indonesiërs om drie jaar lang Nederlands te willen studeren? Ik vertelde hem dat de meeste studenten een carrière in de toeristenindustrie nastreefden. Eens kwamen er zo veel Nederlandssprekende toeristen naar Indonesië dat het nog loonde om speciaal voor hen Nederlands te gaan leren. Dat is nu anders geworden.
In het Indonesië van nu is Nederlands geen statustaal meer en wordt de markt voor het Nederlands hoe langer hoe kleiner. Maar als u, collega's, uit welk land dan ook, zich niet laat weerhouden door het steeds wisselende visumbeleid van de Indonesische regering en in drommen naar Indonesië komt, als u er alleen Nederlands spreekt en een Nederlandstalige gids eist, dan is er nog hoop.
En als deze pogingen mislukken, kunnen we Widodo nog altijd vragen een zwarte haan op het dak te spietsen. De spoken - als die er nog zijn - zullen hem daar vast mee willen helpen. Niet voor niets is dit het land van de Stille Kracht.