In memoriam Riccardo Rizza (1954-1999)
Na een druk academisch jaar is op 20 juni 1999 Riccardo Rizza geheel onverwachts tijdens zijn vakantie op het eiland Elba overleden. Zijn overlijden, nog in de kracht van zijn leven, is een zware slag voor zijn echtgenote en beide jonge kinderen, naar wie ons medeleven uitgaat, maar ook voor het Nederlands in Italië, dat enkele jaren geleden reeds getroffen werd door de dood van Prof. Gianfranco Groppo van de Universiteit van Padua.
Riccardo Rizza ontving zijn vorming als germanist aan de Universiteit van Padua en als nederlandist aan de Universiteit van Bologna in de school van prof. Roland van Ertvelde. Van 1983 tot 1998 was hij wetenschappelijk medewerker voor Germaanse filologie aan de Universiteit van Pisa, van 1991 tot 1998 tevens waarnemend docent in de Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Bologna, waar hij op 1 november 1998 tot geassocieerd hoogleraar in dit vak benoemd werd.
Op wetenschappelijk gebied deed hij zich vooral kennen als linguïst en filoloog. Volgens beproefd recept omvatte de filologie voor hem ook de letterkunde, zoals blijkt uit zijn voortreffelijke artikelen over Birth and Development of the Standard Language in the Low Countries en Fonti scritte alle origini del medionederlandese, beide uit 1996. De taalkundige en letterkundige betrekkingen tussen de Nederlanden en Italië staan centraal in zijn boek La lingua e la letteratura nederlandese in Italia (Bologna 1987). Behalve een goed gedocumenteerde bibliografie van de nederlandistiek in Italië sinds 1897 leverde hij daarin een scherpzinnige taalkundige en historische analyse van de verschillende benamingen van onze taal in Italië en documenteerde hij zijn voorkeur voor nederlandese in plaats van fiammingo, olandese of ne(e)rlandese. Zijn voorstellen vonden ingang bij de officiële instanties en hij heeft nog de voldoening mogen smaken de term nederlandese aanvaard te zien als officiële benaming voor het Nederlands als universitair studievak in Italië (Decreet van de Minister voor de Universiteiten van 26 februari 1999).
Zijn inzet als Italiaan voor de belangen van de Nederlandse taal werd ook gewaardeerd door de leiding van het Nederlands Instituut te Rome bij gelegenheid van de op 5 november 1992 in samenwerking met de Universiteit van Rome belegde internationale conferentie over Verleden en Toekomst van de Nederlandse Taal, waar hij een voordracht hield onder de titel Het Nederlands, deze onbekende en deel uitmaakte van het gespreksforum. In Nederland onderhield hij nauwe contacten met de opleidingen Nederlands en Dutch Studies van de universiteit Leiden, die ook aan zijn talrijke studenten ten goede kwamen. Zijn eigen faculteit heeft hem willen eren met het besluit zijn naam blijvend te verbinden aan het Nederlands seminarie van de Universiteit van Bologna.
Zelf heb ik hem vooral in dit vakcircuit leren kennen als een loyale, serieuze en vaak ook geestige collega, die een grondige afkeer had van woordenkramerij en iedere vorm van manipulatie van het wetenschappelijk onderzoek. Hij had nog veel kunnen betekenen. Het heeft niet zo mogen zijn.
Jan Hendrik Meter (Rome)