Neerlandica extra Muros. Jaargang 1996
(1996)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 14]
| |||||||||||||||||||
Het ontvouwen van de vruchtbaarheid der woorden...
| |||||||||||||||||||
[pagina 15]
| |||||||||||||||||||
Leech & Short (1989). Ik heb het provisorisch ‘prioriteitenmodel’ gedoopt, omdat het de gelegenheid biedt om globaal na te trekken op welk vlak de prioriteiten van de vertaler hebben gelegen. Zo kun je ermee verifiëren of in de eerste plaats bijvoorbeeld het ritme van de brontekst is gehandhaafd, of dat behoud van beeldspraak voorrang heeft gekregen, en welke aspecten aan die primaire keuze of keuzen opgeofferd zijn. Op basis van de hiermee verkregen gegevens kan verder onderzoek worden gedaan, bijv. naar de vraag of de gemaakte keuzen stroken met wat de vertaler zich oorspronkelijk had voorgenomenGa naar eind(6), of naar wat de effecten van de aangebrachte veranderingen zijn. Ik geef hieronder eerst een korte uiteenzetting van het gebruikte model. Dit wordt vervolgens toegepast op het gedicht ‘Ik, de aarde en de vrouwen’ van Lucebert en op de twee Spaanse vertalingen hiervan door Francisco Carrasquer. Van beide vertaalstrategieën wordt een typering gegeven. Tot slot doe ik een poging om de verschillen tussen de twee versies te verklaren en zo het vertaalproces te reconstrueren. | |||||||||||||||||||
2. Het ‘prioriteitenmodel’Het achterliggende idee van dit model is dat je bij het vertalen nooit alle elementen van de brontekst kunt behouden, maar altijd, meer of minder bewust, moet kiezen wat je in ieder geval wilt overbrengen. Er vindt dus selectie plaats, volgens een bepaalde hiërarchische ordening. Het model is nu bedoeld om, via het systematisch afwerken van een lijst met aandachtspunten (‘checklist’) voor een gedicht en de vertaling daarvan, zicht te krijgen op de prioriteiten die de vertaler gesteld heeft. De aandachtspunten zijn ondergebracht in een aantal linguïstische categorieën (semantisch, fonologisch e.d.). Eerst wordt gekeken in welke categorieën zich bepaalde poëtische eigenschappen manifesteren, en dan in hoeverre de kenmerken in origineel en vertaling met elkaar overeenkomen. Er zijn daarom twee vragenlijsten: één voor het gedicht en de vertaling als zelfstandige tekst, en één om ze met elkaar te vergelijken. De gegevens die met zo'n analyse verkregen worden, zijn natuurlijk niet zaligmakend. Het is geen computer waar een kant en klaar antwoord uit rolt. De belangrijkste fase komt dan ook daarna, wanneer de resultaten door de onderzoeker worden geïnterpreteerd. Hoe zien die ‘checklists’ er nu uit? Er worden vijf categorieën onderscheiden: formeel, fonologisch, semantisch, syntactisch en stilistischGa naar eind(7). Bij de eerste lijst, bestemd voor de analyse van de vertaling en de brontekst, wordt een aantal vragen gesteld over verschijnselen die zich kunnen voordoen en het effect dat ze bewerkstelligen. Zo wordt bij het fonologisch niveauGa naar eind(8) bijvoorbeeld gevraagd wat voor klankeffecten er voorkomen, of er enjambement is, wat voor functie dat dan heeft, en hoe het ritme is. Bij het semantisch niveau wordt onder meer gevraagd: zijn er cultuurgebonden termen, met wat voor connotaties, zijn er bepaalde woorden die als sleuteltermen fungeren, komen er ambigue termen voor enz. Bij het syntactisch niveau wordt nagegaan of er parallelle structuren zijn, wat voor verband die aangeven, of er syntactische afwijkingen voorkomen | |||||||||||||||||||
[pagina 16]
| |||||||||||||||||||
(bijv. inversie, agrammaticale constructies), en of er bijzonderheden zijn m.b.t. spelling en interpunctie. Op die manier is het dus mogelijk de poëtische kenmerken van bron- en doeltekst te inventariseren. Met behulp van de tweede, vergelijkende lijst wordt vervolgens geverifieerd in hoeverre de genoteerde kenmerken in origineel en vertaling overeenkomen. Er wordt telkens gekeken naar de vraag of de brontekstelementen zijn gereproduceerd (voor zover dat in de doeltaal mogelijk is) of niet, en naar het effect van eventuele verschuivingen. Zo wordt bijv. in de formele categorie gevraagd of typografische effecten zijn overgebracht, en zo niet, wat voor gevolgen dat heeft voor de visuele indruk van het gedicht. Bij het stilistisch niveau wordt onder meer geverifieerd of stijlfiguren (bijv. chiasme, personificatie) als zodanig zijn overgekomen. Enzovoorts. Ook wordt steeds bekeken of zich compensatie heeft voorgedaan: is een bepaald effect dat ergens is weggevallen, op een andere plaats gecompenseerd, zodat het effect op tekstueel niveau toch weer ongeveer gelijk is? De methode heeft, naast een kwantitatieve, een belangrijke kwalitatieve component: het gaat om de literaire waarde van een bepaald linguïstisch verschijnsel, niet om hoe vaak het in absolute zin voorkomt. Om de kenmerken te kunnen ‘wegen’ en interpreteren moeten ze na de puntsgewijze analyse in het kader van de hele tekst beoordeeld worden. Het subjectieve element dat daardoor onvermijdelijk aan de methode kleeft, wordt enigszins opgevangen doordat systematisch toegelicht wordt hoe de onderzoeker te werk gaat. | |||||||||||||||||||
3. ToepassingOm het prioriteitenmodel te demonstreren, zal ik van één gedicht van Lucebert, met de Spaanse vertalingen daarvan, alle aspecten beknopt behandelen. Dit gedicht, ‘Ik, de aarde en de vrouwen’, komt uit alfabel (eerste druk 1955) en is onveranderd overgenomen in de verzamelde gedichten (1974). Het wordt hier verder aangegeven met ‘O’ (voor ‘origineel’). Van dit gedicht bestaan zoals gezegd twee vertalingen van Francisco CarrasquerGa naar eind(9). De eerste vertaling (aangeduid als I) is afkomstig uit de grote Antología de la poesía neerlandesa moderna (Barcelona, 1971), waarin Lucebert te midden van tientallen andere Nederlandstalige dichters vertegenwoordigd is. De tweede vertaling (II) komt uit een geheel aan deze dichter gewijde bloemlezing: Lucebert, Antología (Esplugas de Llobregat, 1978). Beide Spaanse bundels zijn niet alleen vertaald, maar ook samengesteld en ingeleid door Carrasquer, die voor zijn Nederlands-Spaanse vertaalwerk meermalen bekroond werdGa naar eind(10). Eerst worden de vertalingen besproken. De gedachte hierachter is dat, als het origineel het eerst aan de beurt komt, de neiging bestaat automatisch te kijken naar verschillen tussen beide, terwijl bij deze aanpak de vertaling beter als zelfstandige tekst uit de verf komt. Zo wordt ze in de doelcultuur tenslotte meestal gerecipieerd. Eerst dus vertaling I: | |||||||||||||||||||
[pagina 17]
| |||||||||||||||||||
I. Yo, la tierra y las mujeres
1.[regelnummer]
Tormentas de ira invocan mis poemas
2.[regelnummer]
Cortos pero con largas garras
3.[regelnummer]
El pecho en que en silencio los árboles confían
4.[regelnummer]
Se va a abrir para mi árbol de noticias
5.[regelnummer]
Ramajes como escalas al despliegue
6.[regelnummer]
De la fertilidad de las palabras
7.[regelnummer]
Mujeres me escucharon que me llaman
8.[regelnummer]
El roble enroblecedor de las mujeres
9.[regelnummer]
Y las mujeres cultivan la sabiduría con amor
10.[regelnummer]
Ellas traen el pan de la existencia
11.[regelnummer]
Yo el vino espumoso de la rebelión.
Hieronder volgt een letterlijke vertaling ten behoeve van hen die het Spaans niet machtig zijn: Ik, de aarde en de vrouwen
1.[regelnummer]
Stormen van drift roepen mijn gedichten aan
2.[regelnummer]
Korte maar met lange klauwenGa naar eind(11)
3.[regelnummer]
De borst waarop in stilte de bomen vertrouwen
4.[regelnummer]
Zal opengaan voor mijn boom van berichten
5.[regelnummer]
Takken als (touw)ladders bij het ontvouwen
6.[regelnummer]
Van de vruchtbaarheid van de woorden
7.[regelnummer]
Vrouwen hebben mij aangehoord die mij noemen
8.[regelnummer]
De eikende [eikmakende] eik der vrouwen
9.[regelnummer]
En de vrouwen bebouwen [of: cultiveren] de wijsheid met liefde
10.[regelnummer]
Zij brengen het brood van het bestaan
11.[regelnummer]
Ik de schuimende wijn van de opstand.
In formeel opzicht is hier evident sprake van een gedicht, dat uit twee kwatrijnen en één terzet bestaat. Wat de klank betreft, komen er in het Spaans nogal wat rijmeffecten voor. In de verzen 3/4, 5/8 en 6/7 kan klinkerrijm worden geconstateerd; vers 10 rijmt nog, wellicht toevallig, met 1. Ook is er hier en daar binnenrijm: largas en garras (2) en eventueel escalas met palabras en llaman (5/6/7). Verder klinkt roble door in enroblecedor (8). Het gedicht maakt, ondanks de variatie in metrum, een ritmische indruk. Alleen het eerste vers is uit dezelfde versvoeten opgebouwd (vier amfibrachi, kort-lang-kort), maar verder is er steeds afwisseling van voeten. Het aantal lettergrepen per vers varieert weinig: van 9 (vers 2) tot 14 (3). In semantisch opzicht maakt het gedicht een vitale indruk. Dit komt door kracht uitstralende woorden en woordgroepen als ‘stormen van drift’, ‘klauwen’, | |||||||||||||||||||
[pagina 18]
| |||||||||||||||||||
‘bomen’, ‘eik’, ‘schuimende wijn’ en ‘opstand’. Een aantal woorden behoort tot dezelfde betekenisvelden, ook wel isotopieën genoemd. Zo hangen ‘bomen’, ‘boom (van berichten)’, ‘takken’, ‘eikende eik’ en ‘bebouwen’ samen. Via de ‘berichten’ van de ‘boom’ (4) wordt er een dwarsverband gelegd met ‘gedichten’ (1) en ‘woorden’ (6), en via ‘bebouwen’ (9) met de ‘aarde’ (uit de titel), ‘vruchtbaarheid’ (6), ‘brood’ (10) en ‘wijn’ (11). De term ‘vruchtbaarheid’ speelt een dubbelrol, want die hangt ook weer samen met ‘vrouwen’ (7/8/9) en ‘liefde’ (9). De begrippen ‘aarde’ en ‘vrouwen’ worden in de titel dan weer met de ik-figuur verbonden. Er ontstaat op die manier een heel betekenisnetwerk, waarin onder meer ‘vruchtbaarheid’ en ‘gedicht’ een nauwe relatie met elkaar hebbenGa naar eind(12). Dit wordt nog versterkt door de drievoudige herhaling (ook een fonologisch en syntactisch fenomeen) van ‘vrouwen’ in de tweede en derde strofe. Antoniemen zijn ‘korte’ en ‘lange’ in vers 2, en in de laatste twee verzen worden ‘zij’ tegenover de ‘ik’ geplaatst, waardoor ook ‘brood’ - ‘wijn’ (een christelijke referentie?) en ‘bestaan’ - ‘opstand’ een licht contrasterend effect krijgen. Een lexicale bijzonderheid is verder het neologisme enroblecedor (‘eikend’), dat zoals gezegd een echo-effect met roble (‘eik’) geeft. Op syntactisch niveau valt op dat in het eerste vers een dubbelzinnigheid voorkomt: ‘stormen van drift’ en ‘mijn gedichten’ kunnen allebei zowel subject als object van ‘aanroepen’ zijn. Uiteraard heeft dit ook consequenties op het semantische vlak. In de tweede strofe komt enjambement voor (dit speelt ook op fonologisch niveau). In vers 7 doet zich inversie voor: normaal gesproken zou dit mujeres que me llaman el roble... me escucharon (vrouwen die mij de eik noemen... hoorden mij aan) zijn, wat echter veel minder ritmisch zou klinken. Qua interpunctie valt op dat de enige leestekens de komma na ‘ik’ in de titel en de punt aan het eind zijn; hoofdletters komen aan het begin van elk vers voor. Een syntactisch-stilistisch kenmerk is de elliptische vorm van het laatste vers, waar de persoonsvorm ‘ik (breng)’ impliciet is gelaten; ook het ontbreken van een lidwoord vóór ‘vrouwen’ (7) heeft in het Spaans iets elliptisch. Stilistische bijzonderheden zijn de personificaties in de eerste strofe: ‘bomen vertrouwen’, ‘stormen van drift (wanneer dit als onderwerp wordt opgevat) roepen aan’, ‘de borst... zal opengaan’, ‘gedichten’ hebben ‘klauwen’. Impliciet wordt de ‘ik’ met een eik vergeleken. Ook komt er nogal wat beeldspraak voor: het metonymische ‘vertrouwen in een borst’ (3), ‘de vruchtbaarheid der woorden’ (6), verder ‘boom van berichten’ (4), ‘het brood van het bestaan’ (10), ‘de schuimende wijn van de opstand’ (11), en, met een expliciet vergelijkend element, ‘takken als ladders’ (5). Deze hangen grotendeels samen met de eerder genoemde isotopieën m.b.t. bomen, taal en vruchtbaarheid. De verspringing van ‘vrouwen’ van begin naar eind en weer naar het begin van een versregel (7/8/9), en krachtig cohesie-bewerkstelligend stijleffect, wordt wel anadiplose of complexio genoemd.
Kort samengevat:
| |||||||||||||||||||
[pagina 19]
| |||||||||||||||||||
Nu volgt de tweede vertaling van Carrasquer, die in 1978, zeven jaar na de eerste, werd gepubliceerd:
II. yo, la tierra y las mujeres
1.[regelnummer]
tormenta de iracundas plegarias mis poemas
2.[regelnummer]
cortos pero con largas garras de malicias
3.[regelnummer]
el pecho al que los árboles confían sus problemas
4.[regelnummer]
sin hablar se va a abrir para mi árbol de noticias
5.[regelnummer]
ramas como escaleras con que desenvolver
6.[regelnummer]
los pliegues de la fecundidad de las palabras
7.[regelnummer]
las mujeres que me han ido escuchando con gran fe
8.[regelnummer]
roble enroblecedor de la mujer me llaman
9.[regelnummer]
y las mujeres cultivan la sabiduría con amor
10.[regelnummer]
ellas ponen el pan de la existencia
11.[regelnummer]
y yo el vino fermento de la rebelión
Een letterlijke vertaling: ik, de aarde en de vrouwen
1.[regelnummer]
storm van driftige gebeden [of: smeekbeden] mijn gedichten
2.[regelnummer]
korte maar met lange klauwen van achterdocht
3.[regelnummer]
de borst waaraan de bomen hun problemen toevertrouwen
4.[regelnummer]
zonder spreken zal (hij) opengaan voor mijn boom van berichten
5.[regelnummer]
takken als trappen [waarmee →] om te ontvouwen
6.[regelnummer]
de vouwen [of: plooien] van de vruchtbaarheid van de woorden
7.[regelnummer]
de vrouwen die mij (steeds) hebben aangehoord met groot vertrouwen [of: geloof]
8.[regelnummer]
eikende eik van de vrouw noemen ze mij
9.[regelnummer]
en de vrouwen bebouwen [of: cultiveren] de wijsheid met liefde
10.[regelnummer]
zij leveren het brood van het bestaan
11.[regelnummer]
en ik de wijn gist van de opstand
Om niet te zeer in herhaling te vervallen, signaleer ik hier alleen de voornaamste verschillen met de eerste versie (I)Ga naar eind(13).
In formeel opzicht komen I en II overeen. | |||||||||||||||||||
[pagina 20]
| |||||||||||||||||||
Fonologisch gezien valt op dat in II veel alliteraties voorkomen. Vooral p-klanken zijn favoriet: plegarias-poemas, pecho-problemas, pliegues-palabras en ponen el pan (in plaats van het gewonere traen el pan). Ook rijmt het sterker: de eerste strofe heeft nu, in een schema abab, volrijm in plaats van klinker- of eindrijm. Het gedicht is uitgedijd: de versregels variëren nu van 11 tot 17 lettergrepen, de meeste tellen er 13 of 14. Het leest iets minder ritmisch dan I. Semantische verschuivingen zijn vooral de toevoegingen in II. Die zorgen ervoor dat II in zijn geheel wijdlopiger, minder geconcentreerd (en daardoor minder poëtisch) dan I is. Dat vinden ook enkele door mij geraadpleegde native speakers, die zonder aarzeling I als ‘meest poëtische vertaling’ bestempelen. Zo is in vers 2 ‘van achterdocht’ toegevoegd en in 3 het clichématige ‘hun problemen’, en in de tweede strofe de (in I impliciete) ‘vouwen/plooien’ en ‘met groot vertrouwen’. Overigens zorgt de toevoeging van pliegues, de ‘plooien van de vruchtbaarheid’ die worden opengevouwen, ook voor een expliciete verwijzing naar de vrouwelijke anatomie, die in I veel implicieter was. Ook de toevoeging van y (‘en’) aan het begin van het laatste vers maakt een minder compact effect dan de constructie in I. ‘Gist’ (11) is, als katalysator van opstand, daarentegen krachtiger dan het veel minder treffende ‘schuimend’. De escalas in vers 5, die iets als ‘touwladders’ oproepen, zijn nu gewone escaleras, trappen, geworden. Op syntactisch niveau valt op dat de dubbelzinnigheid in vers 1 is weggevallen. Daarvoor in de plaats is een metafoor gekomen. Wel is, ter compensatie wellicht, een andere dubbelzinnigheid ingevoerd, de apokoinou-constructie ‘zonder (te) spreken’ in vers 4, die zowel bij het voorafgaande ‘toevertrouwen’ als het volgende ‘opengaan’ gelezen kan worden. In vers 7 is de pretérito definidoGa naar eind(14) in escucharon vervangen door de wijdlopige perifrastische constructie han ido escuchando. Het semantisch effect hiervan is dat de eerste handeling als afgesloten wordt gepresenteerd, terwijl in de tweede het duratieve aspect van het aanhoren wordt benadrukt (vandaar de suggestie om met ‘steeds’ te vertalen). Wat interpunctie en het gebruik van hoofdletters betreft - dit valt ook onder de formele categorie te rangschikken -, valt op dat beide in II geheel afwezig zijn. De herhaling van ‘vrouwen’ in de verzen 7, 8 en 9 is iets verzwakt, doordat één keer (in 8) voor de enkelvoudsvorm la mujer is gekozen. Bovendien hebben de vrouwen in I een meer geprononceerde plaats: één keer aan het begin, één keer aan het eind van een vers. Stilistisch opvallend is dat in vers 1, zoals al genoemd onder syntaxis, een metafoor is ingevoegd. Verder is de anadiplose van ‘vrouwen’ afgezwakt, er is nu nog slechts sprake van een anafoor (herhaling aan het begin van een versregel).
Kort samengevat:
| |||||||||||||||||||
[pagina 21]
| |||||||||||||||||||
Dan komen we nu aan bij het oorspronkelijke gedicht (‘O’) van Lucebert: O. ik, de aarde en de vrouwen
1.[regelnummer]
storm van driftig bidden mijn gedichten
2.[regelnummer]
kort maar met lange klauwen
3.[regelnummer]
de borst waarop bomen in stilte vertrouwen
4.[regelnummer]
gaat open voor mijn boom van berichten
5.[regelnummer]
takken als ladders voor het ontvouwen
6.[regelnummer]
van de vruchtbaarheid der woorden
7.[regelnummer]
de vrouwen die mij aanhoorden
8.[regelnummer]
noemen mij de ijkende eik voor vrouwen
9.[regelnummer]
en vrouwen bebouwen de wijsheid met liefde
10.[regelnummer]
zij brengen het brood vant bestand
11.[regelnummer]
ik de wijn van de opstand
Formeel is ook hier sprake van een gedicht in twee kwatrijnen en één terzet. Wat de klankeigenschappen betreft, zijn er allerlei rijmeffecten aan te wijzen. Het gedicht heeft een strak rijmschema: abba bccb dee. In de eerste strofe komt een hoge i-frequentie voor: driftig-bidden-gedichten; stilte-berichten. Alliteratie vinden we in kort-klauwen (2) en borst-bomen-boom-berichten (3/4), en in de tweede strofe in ontvouwen-vruchtbaarheid-vrouwen. In de derde strofe allitereren bebouwen-brengen-brood-bestand en wijsheid-wijn. Binnenrijm, dat een soort echo-effect bewerkstelligt, vinden we in de eerste strofe: open-bomenboom; in de tweede: takken-ladders, ontvouwen-vrouwen (2x), ijkende-eik (waarmee natuurlijk ook een semantisch verband gelegd wordtGa naar eind(15)); en in de derde strofe, een herneming van de -ouwen in vers 2: vrouwen-bebouwen. Ook O is, net als I en II, metrisch gevarieerd. Opvallend is dat het laatste vers, met het tweede, korter is dan de andere (7 syllaben), waardoor een abruptheid ontstaat die goed past bij de ‘opstand’. In semantisch opzicht zien we ook hier een heel netwerk van samenhangende betekenisrelaties. Een semantisch-fonologische bijzonderheid doet zich voor in de laatste strofe, waar ‘bestand’ en ‘opstand’ met elkaar gecontrasteerd worden en zo een verrassende klankcorrespondentie krijgen. Ook de ‘ijkende eik’ in vers 8 is semantisch, fonologisch en stilistisch (nl. als personificatie) opmerkelijk. | |||||||||||||||||||
[pagina 22]
| |||||||||||||||||||
Syntactisch ambigu zijn de eerste twee verzen: op het eerste gezicht kun je ‘bidden’ als persoonsvorm opvatten, met ‘mijn gedichten’ als onderwerp en ‘kort’ als bijwoord bij ‘bidden’. Deze interpretatie blijkt bij het verder lezen echter onwaarschijnlijk. Op syntactisch-fonologisch vlak is ook hier een enjambement te vermelden (5/6). Interpunctie ontbreekt volledig, evenals hoofdletters; dit is ook als een formeel aspect te zien. Orthografisch aandachttrekkend is ‘vant’ (10), dat indruist tegen de conventie. Stilistische kenmerken zijn de frequente personificaties en vergelijkingen, die ook een semantische component hebben. In 7/8/9 komt een anadiplose voor. | |||||||||||||||||||
4. VergelijkingWat valt er nu op als we de vertalingen met de originele tekst gaan vergelijken? In formeel aspect zijn er nauwelijks verrassingen, hoogstens dat het bondige laatste vers in de vertalingen is uitgedijd, zodat de verslengte daar homogener is. Hiermee valt wel het contrasteffect met de andere verzen weg. Wat de klank betreft, in alle drie de versies komen frequente klankeffecten voor, waarbij opvalt dat alliteratie in II een belangrijker rol speelt dan in I. De schrille i-klanken uit de eerste strofe van O zijn in het Spaans niet overgekomen - misschien is de dominante /p/ in II als klankcompensatie daarvoor bedoeld? De metrische onregelmatigheid en variatie komen bij O, I en II goeddeels overeen. Wel heeft O een strakker rijmschema dan I en II. Op semantisch vlak is te noteren dat de isotopieën uit O in I en II gehandhaafd zijn. Er komen ook verschuivingen voor. In I is ‘bidden’ in vers 1 geïnterpreteerd als werkwoord - een bij nader inzien niet goed houdbare lezing -, waardoor een semantisch-syntactische dubbelzinnigheid ontstaat. In II is deze interpretatie gecorrigeerd, en blijft de metafoor van O behouden. Een lexicale verschuiving is de vertaling van ‘bestand’ in vers 10: beide keren is dit met existencia (in plaats van het te verwachten tregua) weergegeven. Het is mogelijk dat Carrasquer dit ‘bestand’, naar analogie van ‘staan’-‘stand’, heeft opgevat als substantivering van het werkwoord ‘bestaan’. De consequentie van deze weinig steekhoudende interpretatie is dat de semantische en fonologische link die met ‘bestand’ en ‘opstand’ wordt gecreëerd, in het Spaans vrijwel wegvalt. Een fraaie vondst lijkt mij het ambigue cultivan in vers 9, dat behalve de agrarische betekenis ‘bebouwen’ ook de ruimere strekking ‘cultiveren’ heeft. Dit zou eventueel als compensatie kunnen gelden voor het verlies van een betekenisaspect van ‘ijken’ (8). Voor de woordspeling ‘ijkende eik’, die zowel een fonologisch als een semantisch equivalente vertaling toelaat, is beide keren voor het laatste gekozen. Het Spaans biedt op dit punt niet dezelfde mogelijkheid als het Nederlands (‘ijken’ zou qua betekenis met calibrar overeenkomen), maar deze optie benadert wel het ideaal: in enroblecedor wordt de klank van roble mooi hernomen. Een pluspunt is bovendien dat deze nieuwe combinatie ook in het Spaans een nieuw woord oplevert. | |||||||||||||||||||
[pagina 23]
| |||||||||||||||||||
Wat in II ten opzichte van I en O op dit gebied het meest in het oog springt, is de toevoeging van lexicale elementen, die kennelijk door het streven naar rijm is ingegeven. Zo is in vers 2 de stoplap de malicias (‘van achterdocht’) toegevoegd, die semantisch ongemotiveerd is, maar waardoor wel volrijm met noticias (4) ontstaat. Ook in vers 3 is een rijmmaker toegevoegd: problemas met poemas (1). De metonymie is nu clichématiger dan in I: ‘problemen toevertrouwen aan een borst’ in plaats van het compacte ‘vertrouwen op een borst’. In vers 5 is het wijdlopige con que desenvolver (‘om te ontvouwen’) opgenomen en in 7 con gran fe (‘met groot vertrouwen’), dat semantisch ongegrond is maar, door de e in de laatste lettergreep, wel halfrijm bewerkstelligt met vers 5. Vermoedelijk veroorzaakt die keuze voor het rijm makende werkwoord desenvolver in 5 op zijn beurt de toevoeging van pliegues (‘plooien’) in het volgende vers, want zonder die schakel loopt de combinatie met fecundidad niet zo soepel in het Spaans. Hierdoor ontstaat echter ook een expliciete erotische connotatie, waar die in O en I verborgen was. Een laatste rijmmotief verschaft de keuze voor het met pan allitererende werkwoord poner (vers 10), in plaats van het gebruikelijker traer van I. In het laatste vers is in II y (‘en’) toegevoegd, een lichte verschuiving ten opzichte van O en I, waardoor de overgang tussen de beide laatste verzen iets minder abrupt verloopt. Kennelijk heeft de vertaler ook de behoefte gehad om de metafoor ‘wijn van de opstand’ in het Spaans wat soepeler te laten verlopen door een tussenschakel in te voegen. Volgens mijn Spaanstalige informanten was dit niet echt nodig, maar als het dan toch gebeurt, is fermento (‘gist’) in II een duidelijk gelukkiger lexicale keuze dan espumoso (‘schuimend’). Over de behalve semantisch ook syntactisch interessante ambiguïteit in vers 1 hebben we het al gehad. Een syntactische en formele bijzonderheid is dat de in I aanwezige hoofdletters en leestekens in II verdwenen zijn. Hiermee is de eerdere normalisering ten opzichte van O ongedaan gemaaktGa naar eind(16). Verder is vermeldenswaardig dat het orthografisch eigenzinnige ‘vant’ in geen van beide vertalingen gereproduceerd is. Waarschijnlijk zou een analoge inbreuk op de norm (het aaneenschrijven van de en la) niet begrepen worden door een Spaans publiek, dat niet bekend is met subversieve spelling, en als drukfout opgevat wordenGa naar eind(17). Het enjambement in 5/6 (ook een fonologisch aspect) is in beide vertalingen wel gehandhaafd. Opmerkelijk is verder dat de verzen 7/8 in de brontekst grammaticaal correct lopen, maar in zowel I als II met een afwijking vertaald worden: in I is het betrekkelijk voornaamwoord que na het werkwoord geplaatst in plaats van direct na het onderwerp, en in II is me llaman (‘noemen ze mij’) helemaal achteraan vers 8 geplaatst, wat ook enigszins geforceerd aandoet. Dit is kennelijk gedaan om redenen van rijm (palabras-llaman) en ritme, maar het kan tegelijkertijd een poging tot compensatie zijn van bijv. de syntactische vreemdheid van de eerste verzen van O. Wat de stilistische effecten betreft, kan genoteerd worden dat de beeldspraak en personificaties van O goeddeels gehandhaafd zijn. De vergelijking ‘storm’-‘gedichten’ (vers 1) was in I weggevallen, maar in II weer hersteld. Verder spelen de vrouwen in O en I een markantere rol dan in II, waar ze een | |||||||||||||||||||
[pagina 24]
| |||||||||||||||||||
minder significante positie in het vers innemen en niet in hun geheel herhaald worden.
Met behulp van de bovenstaande gegevens kunnen de vertaalstrategieën in I en II ten opzichte van het origineel als volgt schematisch worden getypeerd:
Het zal duidelijk zijn dat er geen sprake is van een radicaal andere koers in de tweede vertaling. Er heeft in de loop van het vertaalproces echter wel een forse accentverschuiving plaatsgevonden: de prioriteit is meer op het reproduceren van klankeffecten komen te liggen, wat met name een aantal semantische verschuivingen tot gevolg heeft gehad. Deze zijn vooral veroorzaakt door toevoegingen, nodig om rijm te verkrijgen. Het gedicht boet hierdoor aan kernachtigheid in. Ook de opmerkelijke plaatsing en herhaling van ‘vrouwen’ is in II gedeeltelijk opgeofferd ter wille van het rijm. In één geval (‘bidden’) is een onhoudbare interpretatie bijgesteld, in een ander (‘bestand’) is deze in de vertaling gehandhaafd; dit laatste heeft m.i. echter nauwelijks consequenties voor de tekst als geheel. Voor de verbetering van de eerste ‘vertaalfout’ (de interpretatie van ‘bidden’) zijn diverse mogelijke oorzaken aan te wijzen. Carrasquer woonde in Nederland en zijn kennis van onze taal was, zeven jaar na de publikatie van zijn grote Antología de poesía neerlandesa moderna (1971), natuurlijk toegenomen. Verder heeft hij de meeste vertalingen uit die Antología voor de speciale Lucebert-bloemlezing zo te zien zorgvuldig gereviseerd, en kan hij daarbij deze onwaarschijnlijkheid hebben ontdekt. En tot slot is het ook mogelijk dat de hulp van zijn in Nederland opgegroeide zoon Miguel, die hij in het voorwoord van zijn Lucebert-bundel bedankt (1978: 45), hierbij een rol heeft gespeeldGa naar eind(18).
Eerder (Linn 1994) ben ik ingegaan op de vertaalopvattingen van Carrasquer, volgens welke behoud van ‘muziek’ de voorkeur geniet boven behoud van ‘letterlijkheid’Ga naar eind(19). Dit principe blijkt ook hier in de praktijk gebracht te zijn. Vooralsnog lijkt daarom de hypothese gewettigd dat Carrasquer, althans in het geval van een min of meer ‘klassiek’ ogend gedicht als brontekst, een fraai klinkende, poëtisch effectvolle vertaling laat prevaleren boven semantische trouw. Of deze hypothese voor een groter corpus van zijn vertalingen geldt, is een vraag die ik in een volgend stuk hoop uit te werken. Want, om een andere Lucebert-vorser (Cornets de Groot 1967: 169) te citeren: ‘Zetten we dus gewoon ons ongelofelijk saaie onderzoek voort!’ | |||||||||||||||||||
[pagina 26]
| |||||||||||||||||||
Bibliografie
| |||||||||||||||||||
[pagina 27]
| |||||||||||||||||||
|
|