Neerlandica extra Muros. Jaargang 1989
(1989)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 61]
| |||
Het belang van de studie van het AfrikaansGa naar eind*
| |||
2 Belang voor de neerlandistiek2.1 StandaardisatieprocessenStandaardisatie is taalpolitiek voor elk Algemeen Beschaafd van grote betekenis; voor de taalkunde is belangrijk, langs welke wegen dat proces plaatsvindt. Bijna altijd gaat het om doubletten uit twee of meer dialecten ofwel uit taal en tekst. In de standaardisatie van het Afrikaans kunnen we ruwweg twee fases onderscheiden (twee soorten, wat mij betreft): de fase waarin die parallel loopt met die van het ABN, en die waarbij het z'n eigen, typisch-Afrikaanse gang moet gaan. Een voorbeeld van het eerste is de keus tussen noot ‘muzieknoot’ enz. en neut ‘eetbare harde vrucht’ waarbij betekenisverschil ontstaan is (net als bij ABN noot/neut ‘borreltje’), één van het tweede is de manier van kiezen (niet kiezen) tussen leef/lewe. Op het eerste gezicht lijkt alleen die van het eerste type van belang voor de neerlandistiek, maar bij nader inzien blijkt de tweede het ook. Waarom bestaat lee ‘leven’ niet, maar gee wèl, in tegenstelling tot geef en gewe? Waarom bestaat belewe wèl (naast beleef)? Een ander belangrijk probleem bij standaardisatie is: wanneer verdwijnt één van twee doubletvormen, wanneer treedt er volledige | |||
[pagina 62]
| |||
betekenissplitsing op met behoud van allebei de vormen, wanneer is er gedeeltelijk overeenkomst in betekenis naast gedeeltelijk verschil? Concreet: waarom zijn bijvoorbeeld noot/neut in het Afrikaans en het ABN allebei blijven bestaan met betekenisverschil? Maar waarom ligt dat verschil in het Afrikaans op een andere plaats als in het ABN? | |||
2.2 Reconstructie van proto-ABN en 17de- en 18de-eeuws Noord- en ZuidhollandsOmdat het Afrikaans uit taal/tekstdoubletten veel vaker als het ABN de taal- (= de dialect-)vorm gekozen heeft, is het van grote betekenis voor de reconstructie van ouder Hollands. Zo is Hollands vars de onbedreigde overwinnaar van vers, maar vleis heeft enkel een compromis met vlees kunnen sluiten, dat in allerlei samenstellingen en afleidingen (bijvoorbeeld vleeslik) nog aanwezig is. Dat kan erop wijzen dat vars ook in het 18de-eeuwse proto-ABN veel steviger stond als vleis. Een ander voorbeeld is bondel/bundel. Daar is betekenisdifferentiatie opgetreden: het laatste slaat - niet toevallig - op een verzameling teksten, het eerste op nietteksten. Maar parallel daarmee loopt een uitspraakverschil: [bɔnɤl] heeft met z'n d-loosheid vrij zeker de oude Hollandse uitspraak bewaard, tegenover de d in [bʌndɤl] waar duidelijk spellingsuitspraak aanwezig is. Weer een ander geval treffen we aan in de doubletten sag ‘zacht’/saf ‘zacht’ in ongunstige betekenis, saggies/sagkens. In het laatste (springlevende) woord vinden we een klinkend bewijs voor Antwerpse invloed op het Afrikaans, natuurlijk via het proto-ABN waarin het eveneens springlevend geweest moet zijn. Pas in een latere fase is het daaruit verdwenen. | |||
3 Belang voor de Algemene TaalkundeIedere taal is een mengtaal, ook het Afrikaans. Maar in tegenstelling tot zoveel andere talen, zijn de mengprocessen hier zoveel recenter (voor een deel) en dus zoveel beter op heterdaad te betrappen. Ik hoef niet uit te weiden over het grote aantal artikelen dat een of meer onderdelen van zulke mengprocessen bespreekt, en over de discussie over bijvoorbeeld de oorsprong van de dubbele ontkenning in het Afrikaans. | |||
4 ConclusiesBij de studie van het Afrikaans zijn we niet alleen aangewezen op onderzoek van het - vooral oudere - Nederlands, ook geldt dat de studie van - vooral het oudere - Nederlands baat heeft bij onderzoek van het Afrikaans. In verband daarmee wil ik pleiten voor twee volwaardige leerstoelen Afrikaans: één aan een Nederlandse en één aan een Belgische Nederlandstalige universiteit. | |||
Bibliografie
|