| |
| |
| |
En nu verder...
Joost de Wit
Het gaat de laatste jaren goed met de Nederlandse literatuur in vertaling. Een onschuldige mededeling die echter evenveel positieve als negatieve reacties zal oproepen. Beide zijn juist. Er wordt meer vertaald dan ooit, ook uit het Nederlands, betere boeken in betere vertalingen bij betere uitgevers; maar nog steeds is de Nederlandse literatuur in het buitenland geen begrip en de vraag is en blijft, vrees ik, of zij dat ooit zal worden. Over de vraag hoe dat komt kan men een aantal nummers van dit tijdschrift vullen zonder echter met een pasklaar antwoord te komen, want er is volgens mij geen antwoord op deze vragen. Was dat er wel dan zou ons werk, dat van de Stichting tot Bevordering van de Vertaling van Nederlands Letterkundig Werk, spoedig zijn voltooid. Dan zouden merkwaardige factoren als de publieke smaak (in verschillende landen), het literaire uitgeversvak, de voorkeur van een recensent enzovoort in formules om te zetten zijn en als men dan zijn/haar sommetje zou maken, was de zaak opgelost en kon iedereen naar huis. Helaas - en toch ook wel weer gelukkig - liggen de zaken zo niet. Waarom het nu goed gaat met de Nederlandse literatuur in vertaling weet ik niet, ik kan er wel naar gissen en er wat mogelijke redenen voor aanvoeren.
1 | Onze Stichting bestaat volgend jaar 35 jaar en het ligt voor de hand dat 35 jaar haast onophoudelijk geroep vanuit de Lage Landen toch wel tot enige resultaten heeft moeten leiden. |
2 | Misschien is het toeval, maar enkele van onze bekendste auteurs - en dus auteurs waarover het langst werd gepraat - publiceerden min of meer gelijktijdig, een paar jaar geleden, hun ‘grote’ boek (Bernlef, Claus, Mulisch, Nooteboom enzovoort). |
3 | In verschillende landen is het aanbod van eigen literatuur op dit ogenblik wat minder interessant en begint men dus om zich heen te kijken. |
4 | Het aantal mensen dat buiten de Lage Landen de Nederlandse literatuur roemt, waaronder docenten Nederlands aan buitenlandse universiteiten, vertalers, agenten, buitenlandse auteurs enzovoort, is het afgelopen decennium aanzienlijk toegenomen. |
5 | De belangstelling voor het vertalen in het algemeen, en voor vertalingen uit de zogenaamde kleine taalgebieden in het bijzonder, is over de gehele wereld sterk gegroeid. De congressen, bijeenkomsten, conferenties en samenspraken op dit gebied zijn niet van de lucht, de belangstelling van officiële zijde is in verschillende landen groter geworden. Ministeries, culturele attaché's, cultuurinstellingen, de Raad van Europa, de EEG, de Endowments for the Arts en for the Humanities in de VS en nog vele andere organisaties zijn zich er nu op zijn minst van bewust dat vertalen een vak en het bevorderen daarvan een noodzakelijkheid is. |
Deze omstandigheden en de verschillende combinaties daarvan zijn mijns inziens redenen waarom het ons nu beter gaat dan voorheen.
| |
| |
Gaan we nu datzelfde rijtje nog eens langs, dan komen we vanzelf bij de problemen.
1 | Dat wij al 35 jaar aan de weg timmeren, en nu dan met succes, is natuurlijk niet onopgemerkt gebleven - ik bedoel ook buiten de wereld om waar dat timmerwerk direct voor bedoeld was. Er is in het laatste decennium, vaak met behulp van ons bureau, een groot aantal vergelijkbare instellingen in het leven geroepen, enerzijds tot onze blijdschap (het bewijst dat we het goed doen!) anderzijds tot onze zorg, want de literaire spoeling is dun en hoe meer ‘smakelijk’ aanbod in de vorm van vertaalsubsidies, hoe wateriger de pap. De Finse ‘Stichting’ bestaat nu alweer 10 jaar, de Norla in Noorwegen 6; er is een bevorderingsbureau in Denemarken op komst; de Fransen hebben geld voor vertalingen (en een Bureau du Livre Français in New York, gekopieerd van een plan door de Nederlandse Stichting waar weer eens geen geld voor was); De Duitsers (Internationes), de Spanjaarden, de Italianen, de Israëliërs, ja zelfs de Amerikanen (met het experiment voor literatuur voor kleine(re) taalgebieden buiten de VS, gepubliceerd door Small Presses) zijn actief.
Binnen het Nederlandse taalgebied heeft ons succes geleid tot grotere aandacht, niet alleen bij de officiële instanties, maar ook bij de uitgevers van het oorspronkelijke werk. Deze gaan tegenwoordig zelf met het werk van hun auteurs op pad. Op zichzelf is die ontwikkeling toe te juichen, want het zijn hun auteurs, en hun onderhandelingspositie tegenover buitenlandse collega's is vaak veel sterker. Maar zij realiseren zich niet altijd dat het bevorderingsvak ook een vak is met veel haken en ogen, complicaties en vechtpartijen. Dit vak is gebaseerd op een grote kennis van zaken van de omvangrijke buitenlandse markt en op een vaak sinds vele jaren bestaand vertrouwen tussen de verschillende partijen - die er uiteindelijk allemaal nog eens op verliezen ook. |
2 | Uitgevers hebben vaak de eigenaardige gewoonte alleen het laatste boek van een auteur te willen. Ik begrijp dikwijls wel waarom, maar het maakt het bevorderingsvak er niet eenvoudiger op. Als al die belangrijke auteurs allemaal pas recentelijk hun belangrijkste boek hebben geschreven - en ik citeer nu voortdurend - dan kan hun vorige werk niet van zo'n groot belang zijn en dan is het maar helemaal de vraag of hun volgende werk ook nog zo goed is. Die redenering leidt er maar al te vaak toe dat er geen tweede boek van een auteur in het betreffende land wordt gepubliceerd - want met die auteur hoef je voorlopig ook niet bij een andere uitgever aan te komen. Daar komt nog bij dat als iedereen voortdurend roept dat die en die titels de grote boeken van het moment zijn (en het is waar, daar gaat het niet om), dat dan de lust tot het bekijken van boeken van andere auteurs vaak vergaan blijkt. Die zijn dan immers van het tweede plan, denkt men. En wat te doen als deze golf van belangstelling weer wat wegebt? Vroeger gold dan nog het argument: je weet niet wat je mist. Nu denkt men dat wel te weten en verliest de belangstelling. |
3 | Op een gegeven moment gaat het met de literatuur in andere landen natuurlijk wel weer beter of misschien gaat het met onze literatuur wel eventjes wat slechter. En men kan niet altijd met Couperus, Multatuli, Teirlinck of Gezelle aan blijven komen. |
| |
| |
4 | De toename in de hulp bij het bevorderen van onze letteren in het buitenland is natuurlijk buitengewoon verheugend. Met name het onvermoeibare enthousiasme van een aantal docenten Nederlands aan buitenlandse universiteiten is van onschatbare waarde gebleken. Maar hoe lang duurt dat enthousiasme als de belangstelling bij de buitenlandse uitgeverijen weer afneemt? Als er keer op keer geen geld blijkt te zijn om initiatieven te ondersteunen? Als studenten die als vertaler werden opgeleid achteraf ontdekken dat er veel minder werk blijkt te zijn dan zij hadden gehoopt? Anderzijds is op dit ogenblik de situatie ontstaan, in West-Duitsland bijvoorbeeld, dat een uitgeverij beweert wel degelijk meer vertalingen te willen publiceren als men de goede vertalers maar had. Vertalers genoeg, jawel maar, zegt men, die zijn nog ‘niet goed genoeg’, ‘niet geschoold’ of ‘niet goed meer’. Er wordt op dit ogenblik gewerkt aan snelle verbetering van die situatie, voor zover zoiets snel op te lossen valt. Zullen die uitgevers dan inderdaad woord houden en gaan publiceren? |
5 | De ‘officiële’ belangstellingstoename is natuurlijk een verheugend feit. Er is wat meer geld, wat meer begrip voor de problematiek en de positie van de vertaler. Maar hoe groter het aantal officiële of semi-officiële, bi-laterale of multi-laterale instellingen dat zich met de vertaal-problematiek en -bevordering gaat bezighouden, hoe groter ook de regelzucht, de institutionalisering, de bureaucratie en het aantal ‘regelneven’ dat zich met de organisatie van dit alles, maar niet met de uitvoering of het doel ervan, bezighoudt. Goed bedoeld vaak, maar het snijdt geen hout. Samenwerkingsverbanden, budgetplanningen, congressen te over, maar gebeuren doet er niets. Of althans te weinig. |
We moeten ons realiseren dat al deze sombere geluiden en bedenkingen alleen maar te berde kunnen worden gebracht dank zij het zeer verheugende feit dat het goed gaat met onze letteren in vertaling! Het is nu zaak, en men beseft dat gelukkig overal wel, de gegevens die we hebben op een rij te zetten en die goed te gaan onderbouwen. Het aanbieden van literatuur in het buitenland moet, misschien nog wel meer dan voorheen, zeer gericht, goed gefundeerd, met alle achtergrondinformatie en met vereende krachten worden ondernomen. De opleiding en vooral de begeleiding van de vertalers moet goed georganiseerd zijn. Vertalers moeten gemotiveerd, geholpen en soms ook geleid worden. Ze moeten het gevoel hebben dat ze ergens terecht kunnen, dat er aan ze gedacht en van ze gehouden wordt.
De follow-up: recensenten, secundaire literatuur, volgende titels, moet terdege en doelgericht worden aangepakt - en dat kan eigenlijk alleen maar ter plaatse. De mobiliteit van de verschillende partijen moet bevorderd worden. Vertalers moeten ‘het andere land’ kunnen bezoeken, auteurs moeten festivals en congressen kunnen bijwonen, er zouden ook writers-in-residence moeten komen in andere landen dan alleen de Verenigde Staten. Er zal nog veel meer samengewerkt moeten worden tussen allerlei instellingen als de IVN, de Nederlandse Taalunie, de ministeries in Nederland en Vlaanderen, de Stichting Poetry International, de Vlaamse en Nederlandse P.E.N. Centra en de Stichting voor Vertalingen. En natuurlijk moeten onze vertegenwoordigingen in het buitenland en de buitenlandse in
| |
| |
Nederland, de Goethe Instituten en British Councils worden ingeschakeld.
En het kleine beetje benodigde geld moet er komen. Dat is trouwens iets waarover we, geloof ik, op dit ogenblik niet al te pessimistisch hoeven te zijn. We hebben langzamerhand een plaatsje op de wereldmarkt veroverd. We moeten er nu nog voor zorgen dat we dat behouden.
Ter illustratie enkele van de in 1987 en 1988 verschenen, en binnenkort te verwachten (i.v.) titels:
Bernlef, J.: Hjernespind, Kopenhagen, Hekla, 1987 |
Deens. Vert.: Anna Worm o.t. Hersenschimmen. |
Bernlef, J.: Publiek geheim. Kopenhagen, Hekla, i.v. |
Deens. |
Bernlef, J.: Out of Mind, London, Faber & Faber, i.v. |
Engels. Vert.: Adrienne Dixon o.t. Hersenschimmen. |
Bernlef, J.: Out of Mind, Boston, David R. Bodine, i.v. |
Engels. Vert.: Adrienne Dixon o.t. Hersenschimmen. |
Bernlef, J.: Publiek geheim. Parijs, Calmann-Levy, i.v. |
Frans. |
Bernlef, J.: Hersenschimmen. Parijs, Calmann-Levy, i.v. |
Frans. Vert.: Philippe Noble. |
Bernlef, J.: Hersenschimmen. Budapest, Europa, i.v. |
Hongaars. Vert.: Gizella Adam. |
Bernlef, J.: Publiek geheim. Oslo, Cappellen, i.v. |
Noors. |
Bernlef, J.: Hersenschimmen. Warschau, PIW, i.v. |
Pools. |
Bernlef, J.: Hjarnspoken. Stockholm, Norstedts Forlag, 1987 |
Zweeds. Vert.: Per Holmer, o.t. Hersenschimmen. |
Bernlef, J.: Publiek geheim. Stockholm, Norstedts Forlag, i.v. |
Zweeds. |
Claus, Hugo: Het verdriet van België. London, Viking, i.v. |
Engels. Vert.: Arnold J. Pomerans. |
Claus, Hugo: Het verdriet van België. New York, Pantheon, i.v. |
Engels. Vert.: Arnold J. Pomerans |
Claus, Hugo: Honte. Arles, Actes Sud, 1987 |
Frans. Vert.: Alain van Crugten o.t. Schaamte. |
Claus, Hugo: De verwondering. Budapest Europa, i.v. |
Hongaars. Vert.: Bela Szondi. |
Claus, Hugo: nummer tijdschrift Literatura na Swiecie. Warschau, 1987. |
Pools. Samenstelling: Zofia Klimaszewska bevat: fragmenten uit Vrijdag, Het verdriet van België, Omtrent Deedee, gedichten uit De Oostakkerse gedichten, Oog in oog, het verhaal ‘I don't Care’. |
Claus, Hugo: Omtrent Deedee. Warschau, Ksiazka i Wiedza, i.v. |
Pools. Vert.: Zofia Klimaszewska. |
Claus, Hugo: Het verdriet van België. Warschau, Czytelnik, i.v. |
Pools. Vert.: Zofia Klimaszewska. |
Claus, Hugo: Het verdriet van België. Bucarest, Univers, i.v. |
Roemeens. |
Claus, Hugo: Het verdriet van België. Madrid, Alfaguara, i.v. |
Spaans. Vert.: Carmen Bartolome Corrochano. |
Mulisch, Harry: De aanslag. Peking, China Federation of Literary Authors, i.v. |
Chinees. Vert.: Shi Hui Ye. |
Mulisch, Harry: Strafsache 40/61. Berlijn, Edition Tiamat, 1987. |
Duits. Vert.: Johannes Piron o.t. De zaak 40/61 (2e druk van de eerste in 1963). |
| |
| |
Mulisch, Harry: Höchste Zeit. München, Carl Hanser Verlag, 1987. |
Duits. Vert.: Maria Csollany. o.t. Hoogste Tijd. |
Mulisch, Harry: De knop. Basel, Nachtmachine, i.v. |
Duits. (toneelstuk). |
Mulisch, Harry: Last Call. London, Collins-Harvill, 1987 |
Engels. Vert.: Adrienne Dixon o.t. Hoogste tijd. |
Mulisch, Harry: Last Call. Harmondsworth, Penguin, i.v. |
Engels. Vert.: Adrienne Dixon (paperback). |
Mulisch, Harry: Hoogste tijd. Arles, Actes Sud, i.v. |
Frans. Vert.: Philippe Noble. |
Mulisch, Harry: De aanslag. Jerusalem, Keter, i.v. |
Hebreeuws. Vert.: Shulamith Bamberger. |
Mulisch, Harry: Zamach. Warschau, Czytelnik, i.v. |
Pools. Vert.: Ryszard Pyciak o.t. De aanslag. |
Mulisch, Harry: De aanslag. Bucarest, Univers, i.v. |
Roemeens. |
Mulisch, Harry: Twee vrouwen. Zagreb, Graficki zavod Hrvatske, i.v. |
Servokroatisch. |
Nooteboom, Cees. Ritualer. Kopenhagen, Lindhardt & Ringhof, 1987 |
Deens. Vert.: Tim Kane o.t. Rituelen. |
Nooteboom, Cees: In Den Niederländischen Bergen. Frankfurt, Suhrkamp, 1987. |
Duits. Vert.: Rosemarie Still o.t. In Nederland. |
Nooteboom, Cees: Das Paradies ist nebenan. Frankfurt, Suhrkamp, i.v. |
Duits. Vert.: Josef Tichy (paperback) o.t. Philip en de anderen. |
Nooteboom, Cees: In the Dutch Mountains. Viking, 1987. |
Engels. Vert.: Adrienne Dixon o.t. In Nederland. |
Nooteboom, Cees: In the Dutch Mountains. New York, Penguin, i.v. |
Engels. Vert.: Adrienne Dixon (paperback). |
Nooteboom, Cees: Rituals. New York, Penguin, i.v. |
Engels. Adrienne Dixon (paperback). |
Nooteboom, Cees: A Song of Truth & Semblance. New York, Penguin i.v. |
Engels. Vert.: Adrienne Dixon (paperback). |
Nooteboom, Cees: Philip & the Others, Baton Rouge, LSU, i.v. |
Engels. Vert.: Adrienne Dixon. |
Nooteboom, Cees: Mokusei. Arles, Actes Sud, 1987. |
Frans. Vert.: Philippe Noble. |
Nooteboom, Cees: Een lied van schijn en wezen. Arles, Actes Sud, i.v. |
Frans. Vert.: Philippe Noble. |
Nooteboom, Cees: In Nederland. Parijs, Calmann-Levy, i.v. |
Frans. Vert.: Philippe Noble. |
Nooteboom, Cees: Rituelen. Athene, Medusa, i.v. |
Grieks. |
Nooteboom, Cees: Een lied van schijn en wezen. Budapest, Europa, i.v. |
Hongaars. Vert.: Gizella Adam. |
Nooteboom, Cees: Rituales. Barcelona, Edhasa, 1987. |
Spaans. Vert.: Francesco Carrasquer. |
|
|