[Neerlandia extra muros - najaar 1984]
In Memoriam
Op 5 april van dit jaar overleed na een smartelijk ongeval ons erelid Hubert Kellens. Hij was tweeënveertig jaar.
Wat Hubert voor de neerlandistiek extra muros gedaan en betekend heeft, is niet te inventariseren en nauwelijks te overzien. Toen hij in de jaren zestig als jong ambtenaar bij het Bestuur voor Internationale Culturele Betrekkingen van het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur in Brussel kennis maakte met het onderwijs en de verbreiding van onze taal en cultuur in het buitenland, begon voor hem een lange weg. Zijn volgehouden belangstelling werd toewijding en mondde uit in liefde voor zijn werk. Hij wist niet alleen alles over het terrein, hij kende ook iedereen die er werkzaam was. Problemen hadden in zijn hoofd een zakelijke kant, in zijn hart een menselijke.
Hubert was intelligent en gevoelig. Herhaaldelijk heb ik hem horen zeggen dat hij van de mensen met wie hij via zijn werk mocht omgaan, veel geleerd had: van zijn collega's-ambtenaren in Nederland en buiten ons taalgebied, van de docenten. Appreciatie van zijn werk maakte hem gelukkig, de ontvankelijkheid van zijn gemoed putte uit een moment van twijfel aan het resultaat telkens weer nieuwe energie. Hij was er altijd en overal graag bij: de zomercursussen in Gent en in Hasselt-Diepenbeek waren een deel van zijn leven; een vergadering van het IVN-bestuur of van de werkgroep Certificaat Nederlands missen, kwam gewoon niet bij hem op; de bijeenkomsten van docenten in het buitenland verwelkomden hem als een graag geziene, want deskundige èn gezellige, gast.
Zo verknocht aan zijn werk en aan zijn mensen was hij geraakt, dat het gedwongen ambtelijk afscheid in de zomer van 1982 hem onnoemlijk veel pijn deed. Hij moest iets achterlaten dat hem nog dierbaarder was dan hij vaak voor zichzelf en voor anderen durfde toe te geven. Toen hem na afloop van het Leuvense colloquium neerlandicum het erelidmaatschap van de IVN werd aangeboden - het voorstel daartoe was van de basis uitgegaan - nam hij dat in een ontroerende brief aan: nu zouden de jarenlange contacten toch nog voortgezet kunnen worden.
Leven en dood hebben er anders over beslist. De verslagenheid die het droeve nieuws veroorzaakte, maakt langzaam plaats voor het bewaren van zijn gedachtenis.
Jos Wilmots