Om tot het examen toegelaten te worden is geen specifieke vooropleiding vereist. Het examen steunt ook niet op een bepaalde door de organisatoren samengestelde, voorgeschreven of aanbevolen cursus.
Zowel het examen voor elementaire kennis als voor basiskennis omvat de vier deelvaardigheden: lezen, luisteren, schrijven en spreken.
Men kan voor alle vier de onderdelen opgaan, maar ook voor één, twee of drie. Wie voor vier vaardigheden slaagt, krijgt een volledig Certificaat. Als men niet voor alle onderdelen slaagt of als men niet voor alle onderdelen examen doet, krijgt men een deelcertificaat voor het onderdeel waarvoor men is geslaagd.
Voor niet-behaalde deelcertificaten kan men bij een volgende sessie (niet noodzakelijkerwijze de eerstvolgende) opnieuw examen doen.
Vier deelcertificaten kunnen worden ingeruild tegen een volledig Certificaat.
De examens worden centraal samengesteld en centraal gecorrigeerd. In de zogenaamde ‘Algemene taxonomie van verbale communicatie’ staat voor ieder niveau en voor iedere vaardigheid aangegeven waartoe een kandidaat na het behalen van het Certificaat of deelcertificaat in staat mag worden geacht bij mondeling en schriftelijk gebruik van het Nederlands.
Bij het samenstellen van de examenopgaven wordt voor elementaire kennis geput uit een woordenlijst van ongeveer 900 lemma's en voor basiskennis uit deze zelfde woordenlijst plus ongeveer 1000 andere lemma's.
De genoemde taxonomie - die gezien kan worden als een omschrijving van de eisen die per niveau en per vaardigheid gesteld worden -, de beide woordenlijsten, gegevens over de syntaxis die in het examen elementaire kennis verwerkt mag worden en inlichtingen over de wijze waarop de examens worden afgenomen zijn verkrijgbaar te Louvain-la-Neuve (zie adres). De kosten van deze publikaties bedragen 60 frank of vier gulden per niveau.
Zolang de voorraad strekt, kan men ook oude examenopgaven krijgen. Deze zijn gratis, met uitzondering van de cassette waarop de luistervaardigheidstoets staat (kosten 75 frank of vijf gulden).
Bij bestelling gelieve men duidelijk te vermelden in welk niveau men is geïnteresseerd (elementaire kennis/basiskennis) en of men oude examenopgaven wil met of zonder cassette.
Vanuit Louvain-la-Neuve worden de examenopgaven naar de examinatoren verzonden. Gewoonlijk treden als zodanig op de docenten Nederlands aan buitenlandse onderwijsinstellingen.
De examinatoren ontvangen allen dezelfde opgave en gelijkluidende instructies - ook voor het examen spreekvaardigheid dat op cassette wordt opgenomen - zodat het geen verschil maakt of men examen doet in Surabaya, Keulen, Perugia of Rijsel.
Als het examen achter de rug is, sturen de examinatoren het werk van de kandidaten naar Louvain-la-Neuve waar het wordt nagekeken en waar wordt beslist over toekenning of niet-toekenning van een Certificaat