| |
| |
| |
Van buiten de muren / Europa
Bondsrepubliek Duitsland
Universität München. Hier is als ‘Lektorin für Niederländisch’ werkzaam mw. Sigrid P.E. van Audekerke. Zij volgde in deze functie de heer E.G. de Langen op. Mw. van Audekerke bezit de Belgische nationaliteit. Zij studeerde Germaanse Filologie aan de Rijksuniversiteit Gent (Duits/Nederlands) waar zij in 1978 haar licenciaat behaalde op een verhandeling over ‘Zum Wortschatz des deutschen Zionismus bei Theodor Herzl’. Een jaar later slaagde zij aan dezelfde universiteit voor het examen voor de ‘Aggregatie voor het Hoger Secundair Onderwijs’. Van 1.10.1978 tot 31.7.1979 studeerde zij dank zij een beurs van de D.A.A.D. aan de universiteit van München.
Universiteit Regensburg. Mw. van Audekerke deelde ons mee dat zij aan deze universiteit de leeropdracht van dr. C. ter Haar heeft overgenomen. Zij geeft hier per week 2 × 2 uur Nederlands voor gevorderden. Dr. ter Haar is thans als lektor verbonden aan de Johann-Wolfgang-Goethe-Universität in Frankfurt/Main.
Universiteit Trier. Het doet ons genoegen dit overzicht van het Nederlands in de Bondsrepubliek te kunnen besluiten met een ‘nieuwe’ universiteit. De naam van de docent is ons niet onbekend. Lic. Carlos Vandoorne was tot 1.10.1978 verbonden aan de Universiteit van Saarland in Saarbrücken. Sinds 1 oktober 1979 geeft hij in het Sprachzentrum van de universiteit Trier 6 uur per week Nederlands. De cursus voor beginners wordt door ongeveer 35 studenten gevolgd. Als materiaal gebruikt de heer Vandoorne J.G. Wilmots, Voor wie Nederlands wil leren 1 en 2. Met ingang van het volgend jaar zal ook een cursus voor gevorderden worden aangeboden. De heer Vandoorne vindt het jammer dat de lessen om verschillende redenen 's avonds moeten worden gegeven. ‘Uitputtingsverschijnselen’ zijn dan niet ongewoon.
(hme)
| |
Frankrijk
Université de Lille III. In het ‘Centre d'études néerlandaises’ (voor de duidelijkheid staat er achter: ‘Flandre et Pays-Bas’) van deze universiteit gonst het van de activiteiten. Niet alleen in de vorm van colleges, examens en wat dies meer zij. Directeur Walter Thys en de zijnen boden in het academisch jaar 1979-'80 een vijftal programma's aan, waarvan wij onlangs de aankondigingen onder ogen kregen. Volledige vermelding van al het gebodene zou weinig zinvol zijn: het zou al te veel plaatsruimte vergen en als deze regels in druk verschijnen, is het seizoen voorbij, want de laatste evenementen vinden eind april plaats. Maar het leek ons wel goed een kort samenvattend overzicht te geven, als informatie voor de NEM-lezer over wat er allemaal
| |
| |
gebeurt in Rijsel, dat zo dicht bij de Lage Landen ligt, maar deel uitmaakt van een taalgebied waarmee het Nederlandse het meest in een concurrentiepositie staat.
Op het gebied van de Nederlandse taalkunde werden gastcolleges gegeven door de professoren Feitsma (VU Amsterdam), Stoops (Port Elizabeth), Hoebeke (Gent), Willemyns (VU Brussel), Weijnen (Nijmegen), Dirven (Trier) en Couvreur (Gent). Niet alleen de herkomst van de sprekers, ook hun onderwerpen waren zeer verschillend. Behalve het Nederlands kwamen het Gotisch, het Fries en het Afrikaans aan de orde, ja zelfs alle talen en dialecten van Europa (prof. Weijnen sprak over de Atlas Linguarum Europae). Binnen het Nederlandse kader varieerden de thema's van het Spel van de V vroede ende van de V dwaze Maegden tot de spellingkwestie.
De heren Neutjens (Universiteit Antwerpen), Sivirsky (Universiteit Utrecht), De Gorter (voormalig cultureel attaché bij de Nederlandse Ambassade in Parijs), Decorte (letterkundige), Hadermann (Universiteiten van Brussel), De Deugd (VU Amsterdam en RU Utrecht) en Gillet (Universiteit Luik) spraken over letterkundige en algemeen-culturele onderwerpen. De nadruk lag hierbij op de laatste honderd jaar, al kwamen Breugel en zelfs Aristoteles in de titels voor. Dikwijls werd een fenomeen uit de Nederlandse cultuur in een Europese of nog ruimere context geplaatst.
Een derde serie lezingen, ditmaal met projectie van illustratie-materiaal, was gewijd aan de kunstgeschiedenis van Nederland en Vlaanderen. Hier werd vooral de schilderkunst behandeld en wel die van de 15e, 16e, 17e en de 20e eeuw. Mevrouw Mertens en de heren Geirlandt, Pauwels en Baudouin, allen werkzaam aan Belgische musea, waren de sprekers.
In alle drie de series namen de meeste sprekers twee of meer lezingen voor hun rekening, waardoor het totaal aantal voordrachten op 43 komt. Er werd Nederlands, Frans en in mindere mate ook Engels en Duits gesproken.
Behalve lezingen waren er ook films. Een programma van bioscoopfilms omvatte o.a. Dood van een non, Een woord van liefde, Doctor Vlimmen, Monsieur Hawarden, Max Havelaar en De man die zijn haar kort liet knippen.
Een andere serie, bestaande uit korte films, was gewijd aan de ‘civilisation néerlandaise’ en de geschiedenis van de film. Het is niet te verwonderen dat in het eerstgenoemde kader de schilderkunst nogal eens aan bod kwam, maar ook documentaires als En de zee was niet meer. Twee programma's onder de titel ‘Anthologie du cinema belge’ lieten (fragmenten van) oudere en nieuwere Belgische films zien.
(jdr)
Nog meer goed nieuws uit Frankrijk. Prof. Brachin blijft ook na zijn emeritaat en na zijn aftreden als bestuurslid van de IVN ons werk met belangstelling volgen. Zo deelde hij ons mee dat aan de Université Paris III twee promoties hebben plaatsgevonden.
Op 8 oktober 1979 promoveerde Gilbert van de Louw, maître assistant aan de universiteit van Metz, op een proefschrift (thèse d'État) over ‘Valeurs nationales et classicisme français: Le théâtre en Hollande après le siècle d'or 1660-1735’.
Op 11 januari 1980 verdedigde Philippe Noble, assistent aan de universiteit Paris IV, zijn proefschrift (thèse de 3ème cycle) over ‘Traduc- | |
| |
tion, présentation et annotation du roman de E. du Perron Het Land van Herkomst’.
Zowel op 8 oktober als op 11 januari was prof. Voisine promotor en fungeerde prof. Brachin als voorzitter van de jury. Wij wensen ook op deze plaats de heren Van de Louw en Noble van harte geluk.
(hme)
Université de Paris-IV. In NEM-33 is heel in het kort al iets gezegd over de opvolging van prof. Brachin (blz. 13). Intussen hebben wij van en over mw. dr. Sonja Vanderlinden wat meer gegevens ontvangen. Zij studeerde germaanse filologie aan de universiteit Louvain-la-Neuve, waar zij op 24.11.1975 bij prof. dr. R. Henrard promoveerde. Mw. Vanderlinden is Van Schendelspecialiste. Van haar publikaties noemen wij hier allereerst haar doctorale scriptie: ‘De dansende burger. A. van Schendels sociale visie’. Zij kreeg voor deze scriptie de Joris Eeckhout-prijs. Het werk zal dit jaar bij uitgeverij Orion in Brugge in boekvorm verschijnen. Van haar hand zijn verder:
- | ‘Een sociologische kijk op Van Schendels Waterman’; in Dietsche Warande en Belfort, 119de jg., nr. 5, juni 1974, 368-91; |
- | De malaise in de letterkundige wereld. Sociologische enquête naar de positie van de Vlaamse schrijver; Louvain, Bibliothèque de l'Université; Leiden, E.J. Brill, 1974, 116 blz.; |
- | ‘Enkele facetten van het democratiseringsproces in de literatuur’; in Publications de l'Institut de Formation et de Recherches en Littérature, fascicule 2, Louvain, 1976, 43-56. |
- | ‘Een sociologische kijk op Walschaps Houtekiet’; in Mélanges de linguistique et de littérature, offerts au Professeur Henri Draye, Louvain, 1979, 217-229; |
- | R. Henrard en S. Vanderlinden, ‘La critique littéraire: du positivisme au néo-positivisme’; in Publications de l'Institut de Formation et de Recherches en Littérature, fascicule 3, Louvain, 1978, 5-20. |
Mw. Vanderlinden wordt bij haar werk aan Paris-IV geassisteerd door de hierboven genoemde dr. Philippe Noble.
(hme)
Paris X-Nanterre en École Nationale d'Administration (E.N.A.). De heer J. van der Stap, docent Nederlands aan deze instellingen, deelde ons op 15.1.1980 mee dat hij per 1.10.1980 zijn onderwijsfuncties in Frankrijk opgeeft en na een verblijf van 42 jaar in Frankrijk naar Nederland terugkeert. Het bestuur van de E.N.A. zal zelf een eventuele opvolger voor de heer Van der Stap aanwijzen. Het staat nog niet vast of het Nederlands op het programma van Paris-Nanterre gehandhaafd blijft. Wij hopen in het najaarsnummer van NEM op het afscheid van de heer Van der Stap en op zijn opvolging terug te komen.
(hme)
| |
Groot-Brittannië
Bedford College, Universiteit van Londen. Op woensdag 14 november heeft dr. J. de Rooij een lezing gehouden voor de staf en studenten van
| |
| |
de Nederlandse afdeling van Bedford College. Het onderwerp was ‘Het verbogen en onverbogen adjectief in het Nederlands’. Ook in Hull, Liverpool en Manchester heeft dr. De Rooij een gastcollege gegeven.
Een week later, op woensdag 21 november, trad professor J.J. Oversteegen op als gasthoogleraar. Zijn onderwerp was ‘The theory of interpretation’, gedemonstreerd aan de hand van Marsmans gedicht ‘Vlam’. De lezing is gepubliceerd in het laatste nummer van Dutch Crossing.
Op donderdag 22 november heeft prof. Oversteegen gesproken voor het Institute of Germanic Studies in Londen over ‘Robert Muller's Tropen: a case of speculative psychology’. Ook Cambridge, Liverpool, Hull en Sheffield werden door prof. Oversteegen bezocht.
(rpm)
| |
Hongarije
Universiteit van Budapest. Mw. Erzsébet Mollay deelde ons op 11 december 1979 het volgende mee: ‘De afdeling waartoe ook het Nederlands behoort, is met ingang van 1 november 1979 een zelfstandige vakgroep geworden onder de naam “Germanisztikai-Romanisztikai Tanszék”. Aan het hoofd van de nieuwe vakgroep staat dr. Károly Manherz. Nederlands wordt gedoceerd door Erzsébet Mollay. Bij de vakgroep is nieuw aangesteld de heer István Bernáth als wetenschappelijk medewerker.’
(hme)
| |
Italië
Universiteit van Firenze. Lezers van NEM die ook wel eens de Docentenlijst raadplegen, zullen daarin op blz. 20 onder Firenze de naam mw. A. Poll-Laban zijn tegengekomen. De naam van deze docente is verkeerd gespeld. Ze heet namelijk mw. A(nnelies) Poli-Laban. Dank zij onze vragenlijst en de moeite die mw. Poli heeft willen nemen die lijst ook in te vullen, kunnen wij nu iets meer over haar vertellen.
Mw. Poli is op 18 juli 1939 in Eindhoven geboren. Zij studeerde Duitse taal en letterkunde in Duitsland en aan de universiteit van Firenze, waar zij in 1970 bij prof. G. Bevilarqua de doctorstitel behaalde. Zij geeft sinds 1972 aan deze universiteit Nederlands. We laten nu mw. Poli zelf aan het woord. Zij schrijft ons: ‘Nederlands is aan de Facoltà di Lettere van de Universiteit van Florence onderdeel van de germaanse filologie. De mogelijkheid bestaat in het Nederlands te promoveren. Er is een cursus voor beginnelingen en één voor gevorderden. Het aantal lesuren per week is 4. Prof. Scardigli (germaanse filologie) heeft veel belangstelling voor het onderwijs van de Nederlandse taal en waardeert het zeer wanneer zijn studenten de cursussen Nederlands als onderdeel van hun studie germaanse filologie bezoeken. [...]
Het aantal studenten bedraagt gemiddeld 15-20 beginnelingen en 5-8 gevorderden.
| |
| |
De instituutsbibliotheek bevat weinig boeken maar wordt dank zij financiële steun van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen uitgebreid.’
In het onderwijs van het Nederlands valt de nadruk op praktische taalbeheersing, moderne taal- en letterkunde en kennis van land en volk.
(hme)
| |
Polen
Universiteit van Warschau. Op 27 november 1979 promoveerde de bij veel neerlandici binnen en buiten de muren bekende Zofia Klimaszewska. In een kort briefje ter gelegenheid van de jaarwisseling schreef zij over deze promotie: ‘Als lid van de commissie is prof. dr. Vijncke speciaal uit Gent gekomen. Er waren ook andere Vlaamse gasten.’
We hebben dr. Klimaszewska om meer bijzonderheden gevraagd. Voorlopig moeten we volstaan met een hartelijke gelukwens aan het adres van de jonge Poolse doctor.
(hme)
Universiteit Wrocƚaw. (In onderstaand verslag, op verzoek geschreven, schildert de auteur de hoofdpersoon in kleuren die deze hier en daar wat al te schitterend vindt. De andere redactieleden tillen hier niet zo zwaar aan. De hele redactie vindt dat het jammer zou zijn door het aanbrengen van wijzigingen afbreuk te doen aan de sfeer van het geheel. Vandaar dat het stuk - op één kleine inhoudelijke correctie na - ongeretoucheerd wordt afgedrukt. Red.)
| |
Voor wie de neerlandistiek in Wrocƚaw wil leren kennen...
Als je vreemde talen wil leren, moet je gemotiveerd zijn, alles gaat dan gemakkelijker. Als je interessante leerboeken kan gebruiken is de eerste stap gedaan; als je 's zomers een tweetal weken in Hasselt op speelse manier maar ook hard werkend door kan brengen, ben je al ver gekomen. Maar als je het boek, de cursus en nog heel wat anders bijeen kan brengen dan heb je een troef in handen die niet hoog genoeg gewaardeerd kan worden.
Toen de studenten te weten kwamen dat professor Wilmots Wrocƚaw zou komen bezoeken, stonden ze er allesbehalve onverschillig tegenover. De steeds glimlachende meneer, wiens rustige stem elk jaar opnieuw de studenten over Sinterklaas begint te verhalen is, niet alleen bij ons, een begrip geworden. Van zijn bezoek hadden we dan ook heel wat verwacht en onze wensen zijn volkomen in vervulling gegaan.
Tien graden vorst is veel, maar tien jonge hartjes in gezelschap van lieve gezichtjes van onze meisjesstudenten maakten, hoop ik, een warme indruk op onze gast. Met bloemen is onze Wilmotsweek begonnen, met weemoed dat het al zo ver was, is die geëindigd. Het was een drukke week. Eerst kwamen er bij Riet, onze Vlaamse docente, een paar veteranen bijeen, om over de goeie oude tijd te praten van de Hasseltse cursussen en de pioniersjaren van onze Neerlandistiek. De eerste officiële ontmoeting vond pas de volgende voormiddag plaats. Het was een lezing voor de 4e en 5e jaars studenten over ‘Noord- en Zuid-Nederlands in een historisch perspectief’. Deze
| |
| |
in echt Wilmotsiaanse stijl gehouden voordracht werd met grote belangstelling ontvangen, ook door onze Vlaamse en Hollandse docenten die heel wat nieuws hebben kunnen vernemen over hun respectievelijk taalgebruik of taalmisbruik zoals ze het elkaar plachten te verwijten. Weer een bewijs dat er voor de Noord-Zuid integratie nog veel gedaan moet worden!
Elke week leren de derdejaars een nieuw stukje Nederlands grammaticaal systeem kennen, en dat tijdens professor Morciniec zijn colleges in de beschrijvende grammatica. Af en toe krijgen ze de kans om er iets extra over te weten te komen. Deze keer kregen ze als toetje een paar Nederlandse werkwoorden, Duits-contrastief geserveerd; enkele interferentieverschijnselen werden aan de hand van de verbale valentie en distributie verklaard. De stof werd op een weldoordachte manier voorgesteld: de studenten werden namelijk systematisch aangezet tot een actieve medewerking aan de les, ze konden dus niet alleen inzicht krijgen in een paar aspecten van de Nederlandse zinsstructuur, maar ook hun eigen, in volle vorming zijnde, taalgevoel toetsen.
Maar de kennis van zelfs de meest interessante, belangrijke grammaticale structuren is niet voldoende om een vreemde taal te kunnen gebruiken; daartoe dienen oefeningen in de praktische taalbeheersing. De anderhalf Uur durende conversatie met de derdejaars, de door professor Wilmots meest bezochte groep, met als thema ‘De zomercursus in Hasselt-Diepenbeek en de verre reis naar België’ maakte het mogelijk om niet alleen de nog levende herinneringen aan de Hasseltse dagen op te halen en de gedeeltelijk theoretische taalkennis in de praktijk van een gesprek met een native speaker te brengen, maar ook die aan zijn kundig oordeel te onderwerpen. De les vormde evenwel een gelegenheid voor de ‘dagelijkse docent’ om de in het gesprek meest voorkomende fouten te noteren. Ze werden achteraf, geanalyseerd en gerangschikt, met de studenten besproken om ten slotte in een reeks oefeningen te resulteren. Een vruchtbaar college.
Voorts woonde de heer Wilmots actief een college van Riet Depestel bij over Vlaamse letterkunde voor de vierdejaars. De bijna afgestudeerde vijfdejaars ten slotte, die niet al te talrijk op konden treden, sommigen van de vrouwelijke studenten werden namelijk onlangs tot moeder gepromoveerd, kregen gelegenheid om hun licentiaatsverhandelingen, die ze onder leiding van dr. Prȩdota aan het voorbereiden zijn, voor te stellen en ze daarna met onze gast te bespreken. Daarna konden ze nog even van professor Wilmots zijn taalkundige kennis en pedagogische ervaring profiteren in de vorm van een fraseologische oefening waardoor ze inzicht wisten te verkrijgen in de semantiek en gebruikswijze van bepaalde Nederlandse uitdrukkingen en zegswijzen. Een van de eindwerkjes van de studenten handelde trouwens over een soortgelijk fraseologisch onderwerp; de overige waren aan problemen van rechtskundige terminologie en de kwaliteit van Poolse rechtstreekse vertalingen van Nederlands letterkundig werk gewijd. Dat was ook de laatste officiële ontmoeting, maar niet de laatste bijeenkomst met de studenten. Zoals de eerste avond aan de veteranen gewijd was, wilde professor Wilmots de laatste in het gezelschap van de jongere jaren doorbrengen. Aan prettige sfeer ontbrak het zeker niet. Gezellig babbelen, samen boterhammen klaar maken, zingen en bovendien bij Frans Jong, onze gastdocent uit Nederland,
| |
| |
zit je nooit op een droogje. Maar het hoogtepunt van de avond was nog niet aangekomen. Professor Wilmots, die al van oudsher Sinterklaas-achtige associaties opwekt, trad namelijk als cadeautjesverdeler op. Eerst had hij de studenten zoet gehouden met Belgische chocolade en ander snoep, vervolgens maakte hij de groeten over van de heer J. Cuypers, de voorzitter der Vlaamse afdeling van ‘De Orde van den Prince’. Behalve de groeten kregen de studenten ook een kostbaar geschenk uit Brussel, een hele reeks romans van Vlaamse auteurs, die door middel van een tombola gelukkige eigenaars vonden. Alle studenten die een boek geloot hadden zouden dan ook op deze plaats hun dankbaarheid willen betuigen.
Met die laatste avond naderde tot onze spijt het onafwendbare afscheidsmoment. Een vertoning van dia's kon pas na het vertrek van onze gast plaats vinden, als een herinnering aan zijn verblijf. Professor Wilmots' bezoek maakte een week in het leven van de neerlandistiek in Wrocƚaw tot een zeer geslaagde. Mocht hij die drukke tijd bij ons aangenaam gevonden hebben, wensen we hem, zoals het de Engelsen bij een andere gelegenheid plegen te zeggen, many happy returns!
B. Rajman
| |
Buiten-Europese landen
Canada
Nieuwe activiteiten in Canada. Canada neemt in onze Docentenlijst maar weinig ruimte in: één universiteit (Calgary) en één docent (prof. Breugelmans). Toch wordt door een aantal enthousiaste mensen hard gewerkt om het Nederlands in Canada wat meer van de grond te krijgen. Ze hebben zich verenigd in de CAANS, de Canadian Association for the Advancement of Netherlandic Studies.
Van 9 tot 13 november 1979 hield de CAANS in Windsor, Ontario, een ‘Seminar on Netherlandic Studies’. Op het uitvoerige programma komen wij bekende namen tegen: tot de sprekers behoorden prof. Lagerwey (Grand Rapids) en dr. Wakefield van de University of Minnesota.
Prof. dr. A.F. Zweers van de University of Waterloo sprak over de Dutch Language Instruction op zijn universiteit.
Session III was gewijd aan ‘Publishing in the Netherlands: Two Viewpoints’. Adrian van den Hoven van de University of Windsor sprak over ‘A Dutchman looks at the Mounties’.
William Fletcher van het Department of German van de University of Maryland had als onderwerp: ‘Dutch Names of Diseases as Curses’.
Bruce Burton van het Department of Political Science van de University of Windsor hield een voordracht over ‘The power of small states: a comparative analysis of the nature and determinants of the international influence of Belgium and the Netherlands’.
| |
| |
Verder waren er Nederlandse films, concerten en een echte poppenkast Jan Klaassen en Katrijn.
Er was nog meer. De plaatsruimte laat niet toe het hele programma af te drukken.
De CAANS geeft nu ook een Newsletter uit. We ontvingen de nummers nov./dec. 1979 en jan. 1980.
Als u meer wilt weten over de CAANS of de Newsletter schrijft u dan aan het volgende adres:
CAANS
Department of Classical and Modern Languages, Literatures and Civilizations
University of Windsor
Windsor, Ontario N9B 3P4
Canada.
Voorzitter van de CAANS is J.I. Vorst van de University of Manitoba; secretaris-penningmeester is mw. Joan Magee.
(hme)
| |
Verenigde Staten van Amerika
University of California, Berkeley. Sommige lezers van NEM zullen zich de naam dr. Frans van Rosevelt nog wel herinneren. Dr. Van Rosevelt is als lecturer in het Department of English werkzaam aan de University of Southern Maine in Portland, Maine. Op 5 december 1979 schreef hij ons: ‘Goed nieuws. Ik heb een uitnodiging ontvangen en aanvaard vanaf 7 januari a.s. als Visiting Assistant Professor les te geven aan de University of California, Berkeley.’ Het betrof hier vier colleges: inleiding Nederlandse letterkunde, Nederlandse cultuur, conversatie; en een college Duits.
(hme)
Calvin College, Grand Rapids, Michigan. Wij willen hier toch niet onvermeld laten dat prof. en mw. Lagerwey met een twaalftal studenten van eind december 1979 tot 31 januari 1980 weer een studiereis hebben gemaakt door Nederland en Vlaanderen. In NEM-31 heeft een uitvoerig verslag gestaan van de reis die prof. Lagerwey twee jaar geleden maakte. Er zou van deze tweede reis zeker weer een boeiend verslag zijn te maken. Wij hebben prof. Lagerwey en zijn studenten er niet om durven vragen. De heer De Rooij en ondergetekende hebben persoonlijk kunnen zien hoeveel moeite de heer en mevrouw Lagerwey doen om hun studenten een zo breed mogelijke indruk te geven van de cultuur der Lage Landen. Na een vermoeiende tocht van vijf weken zou het maken van een verslag net iets teveel van het goede kunnen zijn. Daarom laat ik het bij deze korte mededeling (zie ook blz. 36).
(hme)
University of Nevada, Las Vegas. Langs verschillende wegen bereikte ons het bericht dat aan deze universiteit sinds het voorjaar van 1979 Nederlands wordt gegeven. Docent is dr. Herman van Betten, Hagenaar van geboorte, nu Amerikaan. Dr. Van Betten studeerde vergelijkende literatuur- | |
| |
wetenschap aan de University of Southern Carolina in Los Angeles, waar hij in 1971 zijn doctorsgraad behaalde.
De lijst van activiteiten van dr. Van Betten is lang; omdat het grootste deel ervan buiten het terrein van de neerlandistiek ligt, laten we ze hier onvermeld. Op ons verzoek schreef de heer Van Betten voor NEM een stukje over zijn colleges Nederlands in Las Vegas. Hier volgt het:
Nederlands in de woestijn. Overal in de wereld roept de naam Las Vegas beelden op van wervelende shows, draaiende roulettes, rinkelende gokautomaten en spectaculaire meer dan huizenhoge lichtreclames. Toch bloeit in deze stad waar ‘het amusement’ de grootste industrie is, het intellectuele leven in een groeiende dynamische universiteit: de universiteit van Nevada, Las Vegas, afgekort U.N.L.V., gesitueerd in de schaduw van de wereldberoemde Las Vegas Strip.
Als een novum in het bestaan van de universiteit was onlangs een aantal toegewijde studenten aan het worstelen met woorden (‘tongue twisters’) als: ‘schroef’, ‘schrift’ en ‘schrap’ en trachtte de idiomatische verschillen te ontdekken tussen begrippen als ‘weten’, ‘denken’, ‘begrijpen’, ‘vinden’ en ‘verstaan’.
Veertien studenten hadden ingeschreven voor de eerste colleges in een voor hen vreemde taal: Nederlands voor beginners. Ook twee ondernemende professoren met name dr. Jean Decocq van de Franse faculteit en dr. Tom Clark, deskundige in taalwetenschappen en voormalig voorzitter van de Amerikaanse nationale commissie voor de Engelse taal, volgden de meeste colleges en deden actief mee aan de klassikale oefeningen.
Het Nederlandse Consulaat in San Francisco was buitengewoon behulpzaam bij de keuze van de meest geschikte studieboeken (o.a. Speak Dutch door dr. Walter Lagerwey) en voorzag mij bovendien van zoveel informatiemateriaal dat het niet alleen een college was in de Nederlandse taal maar tevens een avontuur in de Nederlandse cultuur.
Leny Malherbe, een Nederlandse actrice uit Eindhoven die op bezoek was in Las Vegas, was zo bereidwillig vele uren door te brengen in de opnamestudio's van de universiteit om een aantal belangrijke werken uit de Nederlandse literatuur van Vondel tot Bomans voor te dragen. Dank zij opnamen die van deze voordrachten zijn gemaakt, kunnen de studenten genieten van haar excellente voordracht en zich ervan overtuigen dat de Nederlandse taal melodieus en zelfs honingzoet kan klinken.
Een van onze muziekstudenten, Bill Rogers, pianist en muziekarrangeur voor de sterren die optreden in de casino's van de Las Vegas Strip, speelde een aantal Nederlandse volksliederen op de piano. Hiervan werden bandopnamen gemaakt en om mijn studenten in de juiste sfeer te brengen laat ik voor het begin van de colleges enkele van deze Nederlandse liederen horen o.a. ‘Het Wilhelmus’, ‘Merck toch hoe sterck’ en ‘Limburg mijn Vaderland’.
Na deze eerste colleges in de Nederlandse taal heb ik tal van verzoeken gehad niet alleen deze colleges te herhalen maar eveneens een vervolgcollege te geven. Ik hoop hier in de naaste toekomst mee te kunnen starten en zo mogelijk ook met een cursus vertalen vanuit het Nederlands. Dit alles
| |
| |
zou best wel het begin kunnen zijn van een bescheiden college in de Nederlandse taal en literatuur op een onwaarschijnlijke plaats: Las Vegas, Nevada, de wereldhoofdstad van het vermaak.
En waarom niet??
Herman van Betten, Las Vegas, januari 1980
In de AANS-Newsletter van de American Association for Netherlandic Studies van oktober 1979 lazen wij dat de MLA-Discussion Group on Netherlandic Language and Literature op 30 december bijeen zou komen; nu dus al bijeengeweest is, als de plannen zijn uitgevoerd. Op het programma stonden:
1. | The coincidence of opposites in Adam in Ballingschap, Noah en Lucifer; door Johan P. Snapper, University of California, Berkeley; |
2. | Visual aspects in Vondel's Gebroeders, door Egbert Krispyn, University of Georgia; |
3. | Frank Martinus Arion, door Hilda Van Neck Yoder, van Howard University; |
4. | The angry young men, door Seymour L. Flaxman, CUNY. |
De grote respons op het verzoek om medewerking - wel 12 ‘papers’ - moedigde de organisatoren aan bij de MLA om meer sessies te vragen. Tot grote teleurstelling van de AANS werd dit verzoek niet ingewilligd. ‘Perhaps we should give some thought to holding our own annual meeting, either in connection with (as an “Allied Organization”) or independent of the MLA’, schrijft de redactie van de Newsletter.
(hme)
|
|