leden, is natuurlijk c, en 144 kandidaten kozen dit dan ook. Maar voor 60 anderen was het verband kennelijk niet zo duidelijk, want 27 personen kruisten a aan en 33 b.
Bijna niemand had echter moeite met de juiste reactie op:
‘De twee vrienden liepen samen naar buiten. Het was al donker en het weer was slecht. Jan zei:’, waar de keus ging tussen:
‘a. | Zie je hoe de zon schijnt? |
b. | Wat een mooi weer! |
c. | Het regent weer!’ |
Slechts 9 kandidaten kozen voor a of b, 195 voor c. Dat was dan ook wel duidelijk makkelijker dan het vorige geval.
Voor de onderdelen Spreekvaardigheid en Schrijfvaardigheid zijn zulke voorbeelden niet te geven. Bij deze produktieve vaardigheden moeten de kandidaten iets zeggen over voorgelegde tekeningen of schrijven naar aanleiding van opgegeven punten. Daarbij is natuurlijk alle ruimte voor vrije variatie, waardoor een vergelijking van dezelfde items onmogelijk wordt.
Naar aanleiding van de gehouden examens en de uitslag ervan kwamen er verschillende reacties binnen van docenten extra muros die als examinator waren opgetreden. In het voorbijgaan mag wel even gezegd worden, dat de organisatoren van de examens deze docenten bijzonder dankbaar zijn dat ze dit werk zonder enige vergoeding willen doen. Het is immers volkomen ondenkbaar (zelfs in tijden van hoogconjunctuur!) dat er een legertje van speciale examinatoren zou kunnen worden aangesteld dat de hele wereld rondreist om deze examens af te nemen. Er moet een beroep gedaan worden op ter plaatse beschikbare krachten, en wie zouden er beter voor geschikt zijn dan de docenten Nederlands?
Die reacties betroffen soms de beoordeling, die te streng zou zijn voor kandidaten met een moedertaal die weinig overeenkomst met het Nederlands vertoont. Natuurlijk is het waar dat het voor een Duitser makkelijker is Nederlands te leren dan voor, laten we zeggen, een Japanner. De exameneisen in Japan zullen dan ook wel lager liggen dan die in Duitsland, tenminste als het om studenten gaat die even lang Nederlands gestudeerd hebben. Maar het Certificaat Nederlands als vreemde taal is internationaal opgezet: allen die een certificaat behaald hebben, moeten hetzelfde kennisniveau hebben bereikt. Daarom worden de toetsen ook centraal opgesteld - en niet aangepast aan een bepaald taalgebied - en wordt het examenwerk centraal gecorrigeerd, volgens dezelfde normen, ook weer ongeacht de moedertaal van de kandidaat.
Een andere reactie was de meermalen uitgesproken behoefte aan examens op het niveau ‘basiskennis’. Dat die examens tot nog toe niet gehouden konden worden, komt doordat prof. Nieuwborg in Leuven, die de werkleider van de hele onderneming is, tot het moment van schrijven maar over één medewerkster beschikt voor dit werk, mw. lic. D. Reulen. Gelukkig zal daarin spoedig verandering komen: er is nu eindelijk geld beschikbaar gesteld voor een tweede medewerker, die als deze regels in druk verschijnen, wel al in functie zal zijn. Voor het examen op basisniveau betekent dit dat er, als alles meezit, nog vóór de zomervakantie proefexamens voor dit niveau gehouden zullen worden, en misschien nog dit najaar officiële examens.