gevallen kunnen verlenen. Voor de docenten die al een hele tijd meelopen is dit geen nieuws. Maar omdat er steeds weer nieuwe docenten komen en gaan, en het alweer vijf jaar geleden is dat hierover voor het laatst iets in dit blad heeft gestaan (NEM-20, blz. 7-8), geven we hier weer eens informatie over.
De IVN beschikt over ‘informatieformulieren’ van personen die voor een betrekking als docent in de neerlandistiek aan een buitenlandse universiteit in aanmerking willen komen. Op deze formulieren hebben de betrokkenen (dus de ‘informatieformuliereninvullers’: in het IVN-jargon worden ze aangeduid als ‘ifi's’) hun persoonlijke gegevens vermeld, verder wat ze gestudeerd hebben, specialisaties, eventuele publikaties, referenties, de landen of taalgebieden waarnaar hun voorkeur uitgaat, talenkennis en in het algemeen alles wat van belang kan zijn om hun geschiktheid voor een bepaalde betrekking te beoordelen. Fotokopieën van deze formulieren zijn in het bezit van de bovengenoemde ministeries.
Is er nu ergens een vacature, dan kan de scheidende docent of een universitaire instantie (een van) beide ministeries en/of de IVN hiervan op de hoogte stellen, met het verzoek dit aan de in aanmerking komende ‘ifi's’ door te geven. Dit wordt dan gedaan, en bovendien ontvangen de instituten of afdelingen Nederlands van de universiteiten in België en Nederland, en soms ook enkele andere instellingen, hiervan bericht. Wie belangstelling heeft, kan dan dus solliciteren. Men kan ook de gegevens van de ifi's opvragen, om zich een oordeel te kunnen vormen over het ‘aanbod’. Een nog verdergaande mogelijkheid is een verzoek om een voordracht van de in aanmerking komende kandidaten op te maken. Dit gebeurt door de Subcommissie voor de neerlandistiek in het buitenland van de Gemengde Technische Commissie tot uitvoering van het Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag; aanvragen dienen gericht te worden tot een van de ministeries.
Om een indruk te geven van het ‘ifi-bestand’, zoals dat er op het ogenblik uitziet, volgen hier nog enkele gegevens daarover.
Er zijn 63 ingevulde formulieren; daarnaast hebben twee personen (nog) geen formulier ingevuld maar wel gevraagd op de hoogte te worden gehouden van bestaande vacatures. Van deze 65 ‘ifi's’ zijn er inmiddels 13 van de lijst afgevoerd, omdat ze door een benoeming of om andere ons niet bekende redenen geen belangstelling meer hebben voor een betrekking in het buitenland.
Van de 52 overblijvende ‘ifi's’ bezitten er 32 de Nederlandse en 17 de Belgische nationaliteit; dan zijn er nog twee Britten en 1 Australiër. Er zijn 40 mannelijke en 12 vrouwelijke kandidaten. In NEM-20 hebben we vermeld naar welke landen de voorkeur van de kandidaten uitgaat. Wij doen dit nu niet; in de praktijk is namelijk gebleken dat die voorkeur nogal eens verandert in belangstelling voor ‘het hele buitenland’.