uit Bulgarije, Cyprus, Luxemburg en Zwitserland. Programma I werd verder gevolgd door studentes en studenten uit Portugal, Tsjecho-Slowakije, Frankrijk, Denemarken en Zweden, terwijl Groot-Brittannië, Polen en de Bondsrepubliek de grootste groep leverden.
Aan het tweede, voor docenten Nederlands in het buitenland bestemde programma namen éénentwintig collega's deel; ze vertegenwoordigden het onderwijs van onze taal in de Bondsrepubliek Duitsland, Groot-Brittannië, Polen, Italië, Finland, Spanje en de V.S.A. Onder hen waren ook Belgen en Nederlanders. Verder kan van deze groep worden gezegd dat hij behalve uit IVN-mensen als Roza Huylebroeck (Porto), Hans Tromp (Madrid), Fiorella Mori-Leemhuis (Rome), Marie-Louise Rotsaert (Cagliari), Zofia Klimaszewska (Warszawa), Peter Starmans (Helsinki), Josh Soer (Kiel), Johan Westerduin (Bochum), Peter van Nunen (Leipzig) en Gertrude Reichenbach (Philadelphia), ook uit docenten aan gymnasia, volkshogescholen en avondleergangen bestond.
Programma II hield zich bezig met theoretische en praktische didaktiek, met taalkunde en literatuur. De tweeëntachtig studenten van programma I waren ingedeeld in acht groepen, waarvan de eerste vier, het hoogste niveau, allerlei activiteiten voor gevorderden ontplooiden. Zo ging elk van deze groepen b.v. twee keer op interview bij Hasseltse prominenten en/of instellingen. Maar ook voor de laagste vier groepen zat het taalonderwijs van de ochtendlessen vol afwisseling.
In het kader van het internationale Rubensjaar kwam de grote Vlaamse schilder zowel tijdens de middagcolleges als in de voordrachtencyclus aan de beurt. De tweede dag van de cursus al sprak Kees Middelhoff van de Nederlandse Wereldomroep over ‘Rubens als diplomaat tussen Noord en Zuid’. Een ander thema voor een plenumsamenkomst in het grote auditorium van het Limburgs Universitair Centrum vormden ‘De eerstejaars aan de universiteit in België - hakbijlexamens?’, waarover een levendig gesprek ontstond tussen een panel van professoren van het L.U.C. en de E.H.L. en de zaal.
Nog geïnteresseerder reageerde het publiek overigens toen mw. dr. Jo Daan en dhr. Johan Nootens van de Raad voor Taaladvies van het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur van gedachten wisselden over ‘Maatschappelijke aspecten van het ABN in zijn vormen Noord- en Zuid-Nederlands’. Om de voordrachtencyclus af te ronden gaf de Vlaamse schrijver Hubert Lampo kommentaar bij de verfilming van zijn boek Joachim Stiller.
De deelnemers aan de Zevende Zomercursus hebben vanzelfsprekend ook excursies gemaakt: in kleine groepen naar de Limburgse stadjes Tongeren, Maaseik en Sint-Truiden, naar het Brabantse Diest en over de niet-meer-en-toch-nog-bestaande grens naar Maastricht en Thorn;