| |
Leer- en hulpmiddelen
Proefdossier Groningen. Van het Instituut voor toegepaste taalkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen ontvingen wij een verslag van een enquête onder de neerlandisten extra muros over het door dit instituut gemaakte lesmateriaal. Dit lesmateriaal (reeds aangekondigd in NEM-23, blz. 86) had als algemeen onderwerp de provincie Groningen en is als ‘proefdossier’ met vragenlijst verzonden aan 85 buitenlandse onderwijsinstellingen waar Nederlands gedoceerd wordt. Er kwamen 47 reacties op, waarvan 40 in de vorm van volledig ingevulde vragenlijsten. Deze laatste zijn verwerkt in het enquêteverslag, dat is toegezonden aan de 85 instituten die ook het proefdossier hebben ontvangen. Docenten extra muros die niets hebben ontvangen, maar wel belangstelling hebben voor ‘dossier’ en/of verslag, kunnen dit aan de IVN opgeven. Een zeer korte samenvatting van dit verslag volgt hieronder.
De algemene indruk is dat het initiatief van het Groningse instituut duidelijk in een behoefte voorziet. De meeste respondenten wilden een dergelijk pakket met teksten en banden graag geregeld ontvangen en vonden ook de dossiersgewijze ordening een goed idee. Wat de on- | |
| |
derwerpen betreft bleek de meeste belangstelling te bestaan voor het politieke bestel, de pers, de literatuur, de organisatie van het onderwijs, de verzuiling, Nederland en het water en Nederland en de EEG. De teksten van het proefdossier werden door sommigen te makkelijk, door anderen te moeilijk gevonden; de oplossing zou kunnen liggen in een afwisseling van moeilijker en makkelijker teksten (per dossier of binnen één dossier). Er bleek behoefte te bestaan aan een bepaalde voorbewerking van het materiaal, vooral in de vorm van woorden- en idioomlijsten (met verklaring in het Nederlands) en ook van vragen en oefeningen bij de teksten. Een meer professionele aanpak bij het inspreken van de banden zou gewenst zijn.
Wij hopen dat het Instituut voor toegepaste taalkunde in staat zal zijn dit initiatief voort te zetten, daarbij zoveel mogelijk rekening houdend met de wensen van de gebruikers. Hierdoor zal ongetwijfeld een belangrijke bijdrage verleend worden aan het onderwijs in het Nederlands als vreemde taal aan gevorderden, waarvoor nog veel te weinig geschikt materiaal bestaat.
(jdr)
Proefschriften in voorbereiding. In juli 1975 is alweer, dank zij de goede zorgen van prof. dr. A.L. Sötemann van het Instituut De Vooys voor Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht (Emmalaan 29, NL-Utrecht), een lijst verschenen van de ‘Proefschriften in voorbereiding’ aan Nederlandse en buitenlandse universiteiten, waarvan het onderwerp geheel of in aanzienlijke mate ligt op het terrein van de Nederlandse taal- en letterkunde. In de lijst zijn de volgende aantallen taalkundige onderwerpen-in-wording opgenomen: 51 in Nederland, 42 in België en 3 in overige landen; wat de letterkundige dissertaties aangaat: 72 in Nederland, 59 in België en 12 in overige landen. Wat het buitenland betreft gaat het voor de taalkunde uitsluitend om 3 dissertaties o.l.v. prof. Goossens aan de Universiteit te Münster; voor de letterkunde om werk in voorbereiding bij de professoren Meijer (Londen): 1; King (Cambridge): 1; Brachin (Parijs): 2; Voisine (Parijs): 3; Van Heerden (Johannesburg): 2; Van der Merwe Scholtz (Kaapstad): 1; Nienaber (Natal): 1; Van Rensburg (Randse Afrikaanse Universiteit): 1. De lijst is overigens niet exhaustief, tot leedwezen van prof. Sötemann die blijkbaar lang, zeer lang de reacties op tot viermaal toe herhaalde verzoeken heeft moeten afwachten. Mochten zich onder de laatkomers en uitblijvers ook extramurale collega's bevinden, dan zullen we maar in hun en onze naam een ‘mea culpa’ slaan en de wens uitspreken dat prof. Sötemann zich niet laat ontmoedigen en de neerlandistiek ook in de toekomst op de hoogte blijft houden van wat er aan ‘current research’ in ons vak aan de hand is.
(wt)
| |
| |
Publikatie van de Werkgroep Frequentie-onderzoek van het Nederlands. Onder redactie van P.C. Uit den Boogaart is verschenen Woord-frequenties in geschreven en gesproken Nederlands, een uitgave van Oosthoek, Scheltema & Holkema, Utrecht. Het boek omvat ca. 480 pp. en kost gebonden f 75, -. Tot de Werkgroep Frequentie-onderzoek behoren o.m. dr. J. de Rooij, secretaris van de IVN en prof. dr. D.M. Bakker, lid van het dagelijks bestuur. Doel van het boek is op de simpele vraag: hoe vaak komt een woord voor in het Nederlands? een genuanceerd, overzichtelijk antwoord te kunnen geven voor velerlei vragenstellers. De Zuidnederlandse lezer van het vouwblad waarin het boek wordt aangekondigd ziet zich geconfronteerd met een uitsluitend (Noord)Nederlandse Werkgroep, een Nederlandse uitgever en een Nederlandse ‘geldschieter’ (Z.W.O.). Hij is dan ook nieuwsgierig naar het boek zelf teneinde te weten te komen of en zo ja hoe het in Vlaanderen geschreven en gesproken Nederlands daarin behandeld werd.
(wt)
Signalement van nieuwe woorden. Onder deze titel verscheen onlangs bij Elsevier in Amsterdam en Brussel onder redactie van dr. Riemer Reinsma een W.P. Woordenboek van 2000 neologismen, een bijzonder interessant, handig en leuk gepresenteerd lexicon dat al op de band iets van zijn inhoud prijsgeeft (‘.... ergens is het een stuk communicatie, dacht ik....’). Voor buitenlandse neerlandisten, vooral voor diegenen onder hen die omwille van afstand en omstandigheden geen geregeld contact kunnen houden met het levende Nederlands van vandaag, is het een onmisbaar instrument dat hen in de gelegenheid stelt om weer ‘bij’ te zijn. ‘Bij zijn’ betekent dan de woorden en uitdrukkingen kennen en begrijpen die zich de laatste decennia in de Nederlandse spreek- en schrijftaal als in- en uitheemse neologismen op het vlak van de wetenschap en de technologie, in de socio-politieke sfeer zowel als in het jargon van de man en de vrouw in de straat hebben ontwikkeld.
Dr. Reinsma heeft enkele jaren bij het Woordenboek der Nederlandsche Taal gewerkt (ook zonder dat dit op de band vermeld ware geweest ruikt men het aan zijn wijze van citeren: uit de W.N.T.-school!). Hij is dan ook een betrouwbare gids op het gebied van lexicologie en -grafie en het is zeker niet onze bedoeling hem te betrappen op tekortkomingen. Toch zou er in een uitvoeriger bespreking kunnen worden ingegaan op de plaats van de Zuidnederlandse nieuwe woorden in dit lexicon, meer bepaald op de vraag (een oude vraag die velen zullen herkennen) of naast de afkorting ‘Belg.’ voor ‘België, in België’, ook de afkorting ‘Ned.’ voor ‘Nederland(s)’ niet in rui- | |
| |
mer mate had kunnen worden gebruikt dan alleen - als we goed gekeken hebben - bij de term ‘atheneum’ (één woord op tweeduizend krijgt de toevoeging ‘in Nederland’!) Enkele tientallen (w.o. aanklager, karakterieel, lijstduwer, proefstuk, punch, spitant, enz.) krijgen de qualificatie ‘Belg.’. De buitenlandse gebruiker van het boek zou daaruit kunnen afleiden dat al de andere woorden zowel in Zuid- als in Noord-Nederland gemeengoed zijn en daarbij zou hij zich dan lelijk vergissen (beregoed, giller, miskleunen, omturnen, op de tocht gaan, enz.). Wij zochten tevergeefs naar woorden en termen als: doping, hamburger, inhaken, inpikken, inzoomen (wel: zoomen), roderen (gerodeerd), scrabble, spaghettiknoop, werfreserve, werkingskosten, zondagsrijder, zwartkijker. En hoe heet nu eigenlijk zo'n (tentoonstellings)tent die als een ballon wordt opgeblazen en waar je alleen via een sas in- en uitkan? Prof. Worgt uit Leipzig vroeg ons er drie jaar geleden naar, maar we zijn hem tot hiertoe het antwoord schuldig gebleven.
Een zeer nuttig lexicon als de buitenlandse neerlandist het maar met omzichtigheid gebruikt. In Nederland kost het boek f 17,50, in België 290 fr.
(wt)
Vijf jaar ‘Gezelliana’. Het Centrum voor Gezellestudie bij de Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius te Antwerpen geeft een driemaandelijks tijdschrift uit: Gezelliana. Van dit tijdschrift is dit jaar de zesde jaargang ingegaan, het heeft dus zijn eerste lustrum achter de rug. De redactie heeft gemeend de aandacht op dit feit te moeten vestigen door afl. 1-2 van de VIe jg. te laten voorafgaan door een redactioneel stuk ‘Vijf jaar “Gezelliana”’. Daarin vat de redactie de doelstellingen van het tijdschrift samen: ‘Wat de uitgave beoogt, is een prikkelende présence in de Gezellestudie te zijn, een informatiebron die geregeld enige keren in het jaar, nieuw of weinig bekend, alvast nog niet bewerkt materiaal onder de aandacht van de kenners van Gezelle en zijn tijd zou brengen. Er wordt dus niet gewerkt met controversiële of zgn. alternatieve bijdragen. Uiteraard gaat het hoofdzakelijk om documentatie die meestal, niet altijd, het interpretatief stadium nog niet bereikt of haar plaats in ruimere studiën nog niet gevonden heeft, maar veeleer als bouwstoffen aan het licht worden gebracht’....
‘Bepalend voor het initiatief, in 1966, tot oprichting en voor de oriëntering van de werkzaamheid van het Centrum is geweest de beschamende achterstand van de basiskennis van de totale Gezelle na zoveel uitgaven, studiën en geschriften allerhande, niet zelden op zand gebouwd’.
De redactie van Gezelliana wordt gevoerd door prof. dr. R.F. Lissens
| |
| |
en dr. J. Boets. Het redactieadres is: Prinsstraat 13, B-2000, Antwerpen.
Wij nemen aan dat een groot aantal buitenlandse docenten in de neerlandistiek op Gezelliana is geabonneerd. Gezelliana wordt uitgegeven door de Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen/Amsterdam (p/a Uitgeverscentrum, Kapelsestraat 222, B-2080 Kapellen). De abonnementsprijs is 180 Bfr. (losse nummers: 55 Bfr.).
(wt)
Voor hen die naast Nederlands ook Afrikaans doceren verwijzen we naar een recent overzicht van de Afrikaanse taal- en letterkunde.
Het juninummer 1975 (jg. XXIV, 4) van Lantern. Tydskrif vir kennis en kultuur is helemaal gewijd aan ‘Afrikaans, sy wording, wasdom en bloei’. Het nummer bevat 96 blzn. en is uitvoerig geïllustreerd.
(wt)
Honderd jaar Afrikaans. Het augustusnummer 1975 van het tijdschrift N.E.O.N., uitgegeven door het Natalse Onderwijsdepartement, is geheel gewijd aan ontstaan, groei en ontwikkeling van het Afrikaans, ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de Stichting, in 1875, van de G.R.A. (= die Genootskap van Regte Afrikaners), ‘wat eintlik beteken dat ons die ‘Stigtingsjaar van Afrikaans herdenk’ zoals in de inleiding te lezen staat. Enkele bekende Afrikaanse collega's van de Universiteit van Natal in Pietermaritzburg, hebben aan de samenstelling van dit eeuwfeestnummer meegewerkt, zoals prof. dr. C.J.M. Nienaber, prof. em. dr. G.S. Nienaber en H.J. Vermeulen, alle drie van de Universiteit van Natal in Pietermaritzburg.
(wt)
Een tentoonstelling van Nederlandse dagbladen. Er zijn tentoonstellingen die zeer duur uitvallen wanneer men ze in een buitenlandse universitaire afdeling voor neerlandistiek wil vertonen, en die bovendien heel wat rompslomp meebrengen, en er zijn er andere die heel eenvoudig, met weinig middelen te realiseren zijn en die toch de moeite waard zijn. Tot het laatste soort behoort een expositie van Nederlandstalige dagbladen uit Nederland en Vlaanderen: zo'n tentoonstelling geeft een goede kijk op de Nederlandse samenleving in al haar schakeringen en lagen, ze hoeft nooit te worden teruggestuurd (!) en men kan ze (vooral als men er voor zorgt dagbladen van dezelfde datum te hebben) nog lang als didactisch materiaal gebruiken.
In Nederland alleen verschijnen er dagelijks 97 kranten (de nieuwsbladen en huis-aan-huiskranten die in 1160 plaatsen in Nederland worden gedrukt en kerkbladen en huisorganen niet meegerekend)! In
| |
| |
België zijn er dat 15 Nederlandstalige (het sedert 1 oktober 1975 verschijnende nieuwe dagblad De Krant inbegrepen). Daartegenover staan in België 26 Franstalige kranten en 1 Duitstalige.
Wie een perstentoonstelling wil organiseren (aan de dagbladen kan men naar believen ook de meer of min ernstige weekbladen toevoegen alsook de in het instituut beschikbare maandbladen en andere (vaktijdschriften), kan terecht bij:
voor Nederland:
1o de School voor Journalistiek te Utrecht (Palmstraat 22, tel. (0)30-715391/7), waar men de meeste verschijnende dagbladen gratis kan krijgen (ze worden daar elke dag uit het hele land naartoegestuurd en blijken achteraf toch maar te worden weggegooid); 2o Van Gelderen Import b.v., afdeling service, Isolatorweg 17, Amsterdam, tel. (0)20-822959. Voor wat dit laatste adres betreft weten we niet of de bladen gratis geleverd worden.
voor België:
1o Belgische Vereniging van de Dagbladuitgevers v.z.w., Belliardstraat 20, B-1040 Brussel, tel. Brussel 512.17.32. Daar kan men al de Belgische (eventueel alleen de Nederlandstalige) dag- en weekbladen gratis verkrijgen; 2o Agence et Messageries de la Presse, Klein-Eilandstraat 1, B-1070, Brussel, tel. Brussel 523.62.20 (vermoedelijk niet gratis).
In dit verband verwijzen we nog naar een paar nuttige bronnen en adressen:
1o | Prof. dr. Theo Luykx, Ontwikkeling van de Belgische Pers sedert Wereldoorlog II, uitgave (gestencild) van het Seminarie voor Pers- en Communicatiewetenschap van de Rijksuniversiteit Gent, Universiteitstraat 8, B-9000 Gent, 1974, 165 blzn. |
2o | La Presse - De Pers. Driemaandelijkse uitgave van de Belgische Vereniging van de Dagbladuitgevers (adres als hiervoor). Het extra nummer van 1973, 44 blzn., (20 Bfr.) is helemaal gewijd aan de pers in België en bevat twee geografische kaarten (‘De Belgische dagbladen’ en ‘Bevolkingsdichtheid per km2’). Het is nog te verkrijgen. |
3o | Voor inlichtingen over de pers in Nederland: Mw. E. Cohen, Persinstituut, Oude Turfmarkt 151, NL-Amsterdam-C. |
4o | Handboek van de Nederlandse pers en publiciteit, sept. 1975, 44e uitg. Uitgeversbedrijf Publiciteit, Postbus 42, Schiedam, tel. (0)10268965. |
Literaire en andere films voor de buitenlandse neerlandistiek. De volgende films kunnen door de buitenlandse leerstoelen en lectoraten worden aangevraagd:
‘In 't water’ (Stijn Streuvels), 16 mm - 46' - optisch - zwart/wit |
‘August Vermeylen’, 16 mm -18' - optisch - zwart/wit |
| |
| |
‘De boer die sterft’ (K. v.d. Woestijne), 16 mm - 34' - optisch - zwart/wit |
‘Henriëtte Roland Holst-van der Schalk’, 16 mm - 49' - optisch - zwart/wit |
‘Mijn moedertaal’, 16 mm - 16' - optisch - zwart/wit |
‘Monsieur Hawarden’, 35 mm - 100' - optisch - kleur (Harry Kümel) |
‘Mira’ (naar Stijn Streuvels, De teleurgang van de waterhoek), 35 mm - 95' - optisch - kleur (Fons Rademakers) |
‘De abstracte kunst in Vlaanderen’, 16 mm - 95' - magnetisch - kleur (G. Deses) |
‘Rolande met de Bles’ (naar de gelijknamige roman van Herman Teirlinck), 35 mm - 130' - optisch - kleur (Roland Verhavert) |
‘Het Dwaallicht’ (naar de gelijknamige roman van Willem Elsschot), 35 mm -110' - optisch - kleur (F. Buyens) |
‘Van Ensor tot Permeke’, 35 mm - 15' - optisch - kleur (G. Deses) |
‘De dood van een sandwichman’, 16 mm - 33' - optisch -? (R. de Hert) |
‘De loteling’ (naar de gelijknamige roman van H. Conscience), 35 mm - 90' - optisch - kleur (Roland Verhavert) |
‘Golden Ophelia’ (naar de gelijknamige roman van Ward Ruyslinck), 35 mm - 80' - optisch - kleur (M. Martin). |
De volgende films zijn in productie of gingen zopas in première:
‘De dood van een non’ (naar de gelijknamige roman van Maria Rosseels) van P. Collet en P. Drouot, ‘Pallieter’ (naar Felix Timmermans) van R. Verhavert, ‘Verbrande brug’ van G. Henderickx.
Zopas is de film ‘Klaaglied om Agnes’ gereedgekomen, naar de gelijknamige roman van Marnix Gijsen. Het is een TV-film van de Nederlandse regisseur Ruud Keers die in co-productie tussen BRT en NCRV tot stand is gekomen met uitsluitend Vlaamse acteurs. Het scenario is van Yvonne Keuls. De film werd op 19 oktober 1975 door de Vlaamse Televisie uitgezonden. Technische gegevens ontbreken vooralsnog.
Bovenstaande reeks is slechts een keuze. Wil men volledige inlichtingen of wil men een film voor vertoning lenen, dan kan men zich rechtstreeks wenden tot het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur, Dienst Didactische Films & Audio-visuele Media, Handelskaai 7, B-1000 Brussel, tel. Brussel/217.41.90 en 217.41.96 tot 99.
Eventueel zal de tussenkomst nodig zijn van het Bestuur voor Internationale Betrekkingen van hetzelfde Ministerie, Kortenberglaan 158, B-1040 Brussel, tel. Brussel/735.61.40 tot 49, binnenpost 512.
(wt)
| |
| |
Marnix Gijsen achterna. Zo luidt de titel van een literaire film, waarvan het scenario geschreven werd door dr. Marc Galle. De film werd in het voorjaar van 1975 (op 17 april te Antwerpen in de Arenbergschouwburg) in een school- en een galavoorstelling gepresenteerd. Hij handelt zowel over de ambtenaar J.A. Goris als over de schrijver Marnix Gijsen. M.G. heeft zelf zijn medewerking aan de realisatie van de film verleend en de filmploeg vergezeld tijdens de opnamen in Antwerpen, Bergen-op-Zoom, Brussel en in de Verenigde Staten. Wie belang stelt in deze film van J. Claes (35 mm - 50' - optisch - kleur) kan kontakt opnemen met de instelling die de producent en de verdeler ervan is: V.A.C.V.-Paleis voor Schone Kunsten, Koningsstraat 10, B-1000 Brussel.
(wt)
|
|