Neerlandica extra Muros. Jaargang 1975

Beurzen

Nederlandse beurzen voor buitenlanders. In NEM-22, blz. 17-19, publiceerden wij een overzicht van de beschikbare ‘reisbeurzen naar België voor buitenlandse docenten, navorsers en studenten’. Het was vooral de bedoeling de neerlandisten extra muros te wijzen op deze mogelijkheid tot studie en/of onderzoek op het gebied van de neerlandistiek aan een Belgische universiteit. Helaas was van die mogelijkheid in de periode 1969-'70 tot en met 1973-'74 in het geheel geen gebruik gemaakt.

Hieronder volgt een overzicht van de beurzen die de Nederlandse overheid beschikbaar stelt voor buitenlandse studenten en afgestudeerden. Alleen die landen zijn opgenomen (in de volgorde van de Docentenlijst) waar Nederlands op universitair niveau gedoceerd wordt. Ook is bij het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen nagevraagd, in hoeverre van deze beurzen in de laatste drie jaar gebruik gemaakt is voor studie en/of onderzoek op neerlandistisch

[p. 31]

gebied. Het blijkt dat dit in Nederland wel gedaan is: bij 9 van de 22 landen die op de lijst voorkomen konden daaromtrent gegevens vermeld worden. Of dit veel of weinig is kunnen wij moeilijk beoordelen. In ieder geval leek het ons nuttig een zo volledig mogelijk overzicht van de mogelijkheden te geven.

Voor onderstaand overzicht geldt het volgende:

-	de beurzen zijn uitgedrukt in het totaal aantal maanden dat per land beschikbaar is;
-	het beursbedrag per maand is - tenzij anders vermeld - f. 750, -; voor wetenschappelijke onderzoekers kan het bedrag hoger zijn;
-	aanvragers moeten een universitaire graad behaald of enige jaren hoger onderwijs gevolgd hebben;
-	er zijn geen beperkingen wat studievak of onderzoeksveld betreft;
-	een (z) achter de naam van een land betekent dat er in dat geval ook beurzen voor zomercursussen beschikbaar zijn;
-	aanvragen voor deze beurzen moeten gedaan worden in het land waar men woont en wel rond 15 december.

Denemarken:	27 maanden (neerlandistiek: '73-'74: 2 × 9 m.)
Duitse Bondsrepubliek (z):	54 maanden + 5 × 14 dagen voor wetenschappelijk onderzoek (f. 55, - per dag)
Finland:	9 maanden
Frankrijk (z):	80 maanden (neerlandistiek: '72-'73: 9 + 8 m.; '73-'74: 2 × 8 m.: '74-'75: 4 × 8 m.)
Groot-Brittanniè (z):	54 maanden +10 × 21 dagen voor wetenschappelijk onderzoek (f. 55, - per dag) (neerlandistiek: '73-'74: 9 m.; '74-'75: 9 m.)
Hongarije (z):	45 maanden (voor afgestudeerden/jonge wetenschappelijke onderzoekers)
Italië (z):	72 maanden (neerlandistiek: '72-'73: 5 m.; '73-'74: 2 × 8 m.; '74-'75: 4 + 8 m.)

[p. 32]

Noorwegen (z):	18 maanden + 2 maanden voor wetenschappelijk onderzoek)
Oostenrijk:	18 maanden
Polen (z):	90 maanden (voor afgestudeerden/jonge wetenschappelijke onderzoekers) (waarvan 25 t.b.v. de Landbouwhogeschool in Wageningen) (neerlandistiek: '74-'75: 6 m.)
Portugal (z):	5 maanden voor zomercursussen (f. 550, - per maand)
Roemenië (z):	48 maanden (voor afgestudeerden/jonge wetenschappelijke onderzoekers)
Sowjet-Unie:	45 maanden (voor afgestudeerden/jonge wetenschappelijke onderzoekers)
Spanje (z):	18 maanden
Tsjecho-slowakije (z):	30 maanden (voor afgestudeerden/jonge wetenschappelijke onderzoekers)
Zweden:	18 maanden
Zwitserland:	18 maanden
Australië:	30 maanden (neerlandistiek: '74-'75: 10 m.)
Canada:	50 maanden (neerlandistiek: '72-'73: 10 m.; '74-'75: 10 m.)
Indonesië:	150 maanden (neerlandistiek: '72-.'73: 2 × 12 m.; '73-'74: 2 × 8 m.; '74-'75: 5 × 10 m.)
Japan:	40 maanden

[p. 33]

Zuid-Afrika:

168 maanden + 84 maanden voor wetenschappelijk onderzoek. (neerlandistiek: studiebeurzen: '72-'73: 2 × 12 m.; '73-'74: 1 × 12 m.; '74-'75: 3 × 12 m. + 1 × 4 m. stipendia: '72-'73: 3 × 12 m.; '73-'74: 3 × 12 m.; '74-'75: 2 × 12 m. + 2 × 4 m.)

Behalve de bovenstaande beurzen kunnen er nog beurzen en toelagen voor wetenschappelijk onderzoek verstrekt worden in het kader van uitwisselingsprogramma's tussen de Nederlandse Organisatie voor Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek (Z.W.O.) en de nationale onderzoeksraden in Frankrijk en Italië (voor personen met de Franse resp. Italiaanse nationaliteit). Tussen de Verenigde Staten en Nederland bestaat een uitwisselingsprogramma, het Fulbright Programma, dat ook voor ‘graduate students’ geldt.

Volledige gegevens over Nederlandse beurzen voor buitenlanders, waarbij de adressen waar deze in de verschillende landen moeten worden aangevraagd, zijn tot en met 1973 verschenen in het NUFFIC-bulletin (zie NEM-16, blz. 34-35), daarna in de vorm van een aparte publikatie van de NUFFIC, die op het adres Molenstraat 27 in Den Haag te verkrijgen is.

jdr

Senior Lektor uit Pietermaritzburg in België. De heer S.W. van Zuydam van de Universiteit van Natal in Pietermaritzburg heeft in het kader van het Belgisch-Zuidafrikaans Cultureel Akkoord een beurs gekregen voor studie in de neerlandistiek aan een Belgische universiteit. Sedert 1 oktober 1974 vertoeft hij aan de VUB, waar hij bij prof. Weisgerber aan een dissertatie werkt over ‘een onderzoek naar bepaalde structuuraspecten in het werk van L.P. Boon’ (deze dissertatie is bestemd voor de Universiteit van die Witwatersrand, o.l.v. prof. dr. E. Lindenberg). De heer Van Zuydam volgt tevens colleges over modern proza en poëzie en algemene literatuurwetenschap. Hij woont met zijn gezin in Oostende.

wt