met een vermelding omtrent betaalde contributie. Vooral dit laatste is van groot praktisch belang: velen zijn lid van een hele reeks verenigingen en hebben ook nog de nodige abonnementen, en niet iedereen houdt zijn administratie zo goed bij dat hij in één oogopslag kan zien of hij een bepaalde contributie al dan niet betaald heeft.
Het sturen van accept-girokaarten, een tegenwoordig veel toegepast systeem, is in het geval van de ivn, die haar gewone leden buiten Nederland en België heeft, praktisch onmogelijk. We zijn wel van plan lidmaatschapskaarten te verzenden, die tevens als bewijs van contributiebetaling dienst doen. Om allerlei technische redenen, die we hier niet uiteen kunnen zetten, zijn deze kaarten helaas nog steeds niet vervaardigd. Zodra ze klaar zijn, krijgen alle leden een dergelijke kaart, met daarop een aantekening of de contributie voor 1970 en/of '71 en/of '72 betaald is. Voorlopig willen wij alle leden verzoeken voor zich zelf na te gaan of ze de ivn nog iets schuldig zijn. Zoals bekend bedraagt de contributie voor gewone leden f 20,- per jaar, terwijl van buitengewone leden een jaarlijkse bijdrage van tenminste f 10,- gevraagd wordt. De penningmeester dankt u bij voorbaat voor uw medewerking.
Vergadering van het hele bestuur. De eerste vergadering van het ‘grote bestuur’, aangekondigd in N.e.M.-17, blz. 34, vond plaats op 19 november 1971. Met uitzondering van prof. Loubser uit Zuid-Afrika, was het bestuur voltallig aanwezig (prof. Schmitt en drs. Thomassen konden wegens verplichtingen elders maar een deel van de vergadering bijwonen). Mej. mr. E. Talsma vertegenwoordigde het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. De vergadering werd gehouden op ‘historische grond’, nl. in de Indonesische Zaal van de Nuffic, waar in 1961 het eerste Colloquium plaats had gehad.
Het hierna volgende verslag kan uiteraard slechts de voornaamste punten van bespreking noemen en de discussie erover zeer in het kort weergeven.
De vraag of men verandering wenste in de huidige bestuursconstructie - waarbij vijf leden buiten Nederland en België wonen en dus niet zo vaak en dan nog alleen schriftelijk geraadpleegd kunnen worden - en het buitenlandse deel van het bestuur bv. wilde vervangen door een adviesraad, werd voorlopig ontkennend beantwoord. Wel bleek het moeilijk een geschikt tijdstip voor een vergadering te vinden. Andere aspecten van de structuur van de ivn zullen de volgende keer besproken worden.
Over het ‘jaarboek’, aangeduid met zijn voorlopige naam Dutch Studies, ontwikkelde zich een vrij uitvoerige discussie. Prof. Weevers pleitte voor het gebruik van verschillende talen, waaronder ook het Nederlands. Verder had hij enkele suggesties inzake de naam van