niet meer te gebruiken, want de geprojekteerde publikatie zal het leven wel ingaan onder de naam Dutch Studies, een naam die door de voorbereidende commissie was voorgesteld en door de inmiddels samengestelde redactie is overgenomen, met als ondertitel: An international symposium on the language, literature and life of the Low Countries. U ziet: het woord ‘jaarboek’ komt nergens meer voor. Het Engelse ‘yearbook’ blijkt nl. toch weer een andere indruk te maken dan het Nederlandse woord, en bovendien willen we de opzet van het begin af aan graag zo flexibel mogelijk houden, en ons noch op het verschijningsritme noch op de omvang openlijk vastleggen. De periodiciteit van de publikatie zal worden aangeduid door de toevoeging ‘vol. 1’ (2, 3 enz.) na de ondertitel.
De redactie van Dutch Studies bestaat voorlopig uit de collega's prof. dr. P. Brachin (Parijs), prof. dr. J.J. Goossens (Leuven-Münster), P.K. King, M.A. (Cambridge) en dr. J. de Rooij (Amsterdam, voorh. Stockholm), secretaris. Prof. dr. W. Thys, die de initiatiefnemer was tot oprichting van Dutch Studies en de belangrijkste rol heeft gespeeld bij de voorbereidingen, heeft dankbaar het voorzitterschap aanvaard, van de redactieraad (in de taal van Dutch Studies: ‘advisory board’), dat de redactie hem heeft aangeboden.
Over de samenstelling van deze redactieraad en enkele andere onderwerpen heeft de redactie zich beraden op een vergadering, gehouden in Den Haag op 5.10.'71. Zij is er daarbij van uitgegaan dat deze raad enerzijds niet te omvangrijk moest worden, maar anderzijds de verschillende landen waar Nederlands gedoceerd wordt én de verschillende vakspecialismen in de nederlandistiek zo goed mogelijk moest vertegenwoordigen. Er is een lijst van namen opgesteld; de daarop voorkomende personen zullen dezer dagen worden aangeschreven.
Het is de bedoeling dat Dutch Studies een wetenschappelijke nederlandistische publikatie wordt, gericht op een buitenlands lezerspubliek. Vandaar dat de voertaal het Engels zal zijn, wat niet uitsluit dat er ook enkele bijdragen in het Duits en/of het Frans gepubliceerd zouden kunnen worden. Het grootste deel van de inhoud zal moeten bestaan uit artikelen over de onderwerpen die in de ondertitel genoemd worden. Verder zal er plaats zijn voor boekbesprekingen, bibliografie en andere informatie van blijvende aard. In het eerste nummer zal de bibliografie waarschijnlijk een wat sterker accent krijgen.
Dutch Studies zal worden uitgegeven door de firma Mouton in Den Haag.
Een punt dat op de redactievergadering nogal duister gebleven is, vormen de financiën. Weliswaar is de firma Mouton bereid tot uitgave zonder financiële steun, maar er zal in ieder geval geld nodig zijn voor het vertalen van de bijdragen in het Engels (voorzover ze niet door Engelstaligen geschreven zijn) en voor de reiskosten van de redactie.