Neerlandica extra Muros. Jaargang 1970
(1970)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 79]
| |||||||
Lezingen en bijeenkomstenHet Algemeen Nederlands Verbond 75 jaar. Al vallen natuurlijk noch de doelstelling noch de werkmethodes van het Algemeen Nederlands Verbond samen met die van de i.v.n., toch kan het feit dat het a.n.v. onlangs zijn 75-jarig bestaan heeft gevierd geen nederlandist extra muros onverschillig laten. Het was de bedoeling dat onze voorzitter, collega Thys, hierover verslag aan de lezers van N.e.M. zou uitbrengen. Maar hij was helaas door ziekte verhinderd naar Dordrecht te komen, en toen heeft men mij verzocht het overzicht samen te stellen, op gevaar af, dat dit er nogal onvolledig en impressionistisch zou uitzien. De viering vond dus op 26 september in Dordrecht plaats. Waarom juist in Dordrecht, terwijl toch de zetel van het a.n.v. in Den Haag gevestigd is? Omdat het dáár is opgericht, - althans in hoofdzaak, want de wordingsgeschiedenis van de vereniging is allesbehalve eenvoudig. Wat er ook van zij, het is een indrukwekkende bijeenkomst geworden, ook door het aantal deelnemers, dat op ongeveer 250 kan worden gesteld. De Noordnederlanders waren verreweg in de meerderheid (hetgeen aan de feitelijke samenstelling van het a.n.v. beantwoordt), maar het Zuiden liet zich lang niet onbetuigd, en zelfs was het uiterste Zuiden aanwezig in de persoon van een enkele Afrikaner. Het voornaamste punt van het programma was de plechtigheid in de Grote Kerk, met haar rijk historisch verleden. Eerst sprak dr. W.H. van den Berge, algemeen voorzitter: minder om een herdenkingsrede te houden dan om op de situatie en de rol van het a.n.v. in onze dagen te wijzen, op de pluspunten van deze tijd, maar ook op de bedreiging die ze met zich meebrengt. Zijn conclusie was dat, ‘indien het verbond, met zijn grote traditie, zich bewust richt op de toekomst en bereid is zijn organisatie en werkwijze aan de behoeften van deze tijd aan te passen, niet (kan) worden getwijfeld aan de zin van het a.n.v. vandaag’. Het Bestuur had drie buitenlandse docenten in de nederlandistiek uitgenodigd een lezing te houden van elk 20 minuten over ‘de waarde die niet-Nederlanders hechten aan het Nederlandse cultuurpatroon, meer in het bijzonder als bijdrage tot de Europese beschaving’. Een thema, even onbepaald als ontzagwekkend! Doch gelukkig stond het iedere spreker vrij ofwel een breed overzicht te geven, geprojecteerd tegen een historisch-filosofische achtergrond, ofwel slechts een of ander aspect te behandelen. Collega King uit Cambridge koos voor het eerste en kweet zich op briljante wijze van deze moeilijke taak. Mevrouw Baerlecken, die in Aken doceert, legde de nadruk op de belangstelling die het | |||||||
[pagina 80]
| |||||||
huidige Duitsland voor de Nederlanden heeft en op de toestand van de nederlandistiek aldaar. Hetzelfde deed, wat Frankrijk betreft, schrijver dezesGa naar voetnoot1. Het programma was zodanig opgesteld dat, terwijl de buitenlandse sprekers de uitstraling van de Nederlandse geest naar de omliggende cultuurgebieden zouden vertegenwoordigen, het muzikale gedeelte van de plechtigheid de aandacht moest vestigen op de samenwerking van Noord en Zuid. Het optreden van het charmante Antwerpse koor ‘Audite Nova’ werd afgewisseld door het fijne orgelspel van de heer C.P. Visser, organist van de Grote Kerk. En laat ik vooral niet vergeten de korte beschouwingen te vermelden die prof. Hendrix wijdde aan het kerkgebouw zelf waarin wij zaten. Het komt zeker niet vaak voor dat zoveel enthousiasme gepaard gaat met zoveel deskundigheid. Iedereen hing aan de lippen van de Leidse liturgist. Maar er is geen medaille zonder keerzijde: van de rondleiding, die daarop zou volgen, kwam bijna niets terecht, omdat men zich letterlijk om de eminente gids verdrong! Zo'n viering zou niet - althans niet in deze vorm - mogelijk geweest zijn als de stedelijke overheid haar medewerking had geweigerd. Dit was stellig niet het geval: de vlaggentooi en de toespraak, waarmee de heer De Groen, loco-burgemeester van Dordrecht, ons op de receptie in het raadhuis begroette, lieten niets aan duidelijkheid te wensen over. De loco-burgemeester nam (evenals andere autoriteiten) ook deel aan het mammoetdiner dat die gedenkwaardige dag besloot en dat o.m. opgeluisterd werd door het geestige commentaar van de heer J.P.M. Meuwese, burgemeester van Hilvarenbeek en tevens voorzitter van het organisatie-comité. Mutatis mutandis deed hij sommigen aan Anton van Duinkerken denken, en inderdaad bleek hij een neef van wijlen Asselbergs te zijn. Tijdens het nogal rumoerige diner werd een bijzondere hulde gebracht aan enkele deelnemers die sinds zegge en schrijve vijftig jaar lid van het a.n.v. zijn. Toen ging het gezelschap na een laatste heildronk uiteen met het vaste voornemen om weer bijeen te komen voor de grootse a.n.v.-synode, ik bedoel het eeuwfeest in 1995. P. Brachin
De Twintigste Conferentie der Nederlandse Letteren had op 2 en 3 oktober jl. plaats in de Stadsschouwburg te Maastricht onder voorzitterschap van prof. dr. G. Stuiveling (Nederland) en prof. dr. J. Aerts (België). Onder de negen algemene resoluties verdient vooral de zevende vermelding. | |||||||
[pagina 81]
| |||||||
Uit de ‘besluiten’ van de Sectie Radio lichten we nr. 6: ‘Ruime aandacht zal worden geschonken aan het 25-jarig bestaan van het Belgisch-Nederlands Cultureel Akkoord met name aan de verbreiding van de Nederlandse letteren in het buitenland’, nr. 8: ‘Er zal een uitzending komen over het beste prozawerk en de beste poëziebundel uit 1970, een reeks over het Nederlands in de wereld en twee programma's over Brussel en Amsterdam als huidig literair milieu’, en nr. 9: ‘Radio Nederland Wereldomroep zal wederom een aantal Nederlandstalige luisterspelen in het Spaans en/of Portugees-Braziliaans uitvoeren en verspreiden over Latijns-Amerikaanse radiostations’. Eeuwfeest van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis. Op zaterdag 24 oktober 1970 herdacht de ‘Zuidnederlandse’ haar honderdjarig bestaan. Dit gebeurde in het Lippens-auditorium van de Koninklijke Bibliotheek te Brussel in het bijzijn van talrijke personaliteiten. Het programma vermeldde, na een inleiding door Aloïs Gerlo, voorzitter van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij, een lezing door Gilbert Degroote over ‘De Zuidnederlandse en de culturele toenadering tussen Noord en Zuid’ en een academische rede door Theo Luykx over ‘Vlaanderens culturele ontwikkeling 1870-1970’. Na het uitspreken van hulde-adressen namens resp. de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde door Karel Roelandts, bestuurder, de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, door S.J. de Laet, voorzitter, de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde | |||||||
[pagina 82]
| |||||||
te Leiden door H.A. Gomperts, voorzitter, had in de Schenkingenzaal de opening plaats door Herman Liebaers, hoofdbibliothecaris, van de tentoonstelling ‘Middelnederlandse handschriften uit Europese en Amerikaanse bibliotheken’. Na een bezoek aan de tentoonstelling ‘Uit het verleden van de Zuidnederlandse’ werd een receptie aangeboden. Het programma werd besloten met een feestmaal in de Koninklijke Bibliotheek. Namens de jonge i.v.n. bieden wij de voorzitter en leden van de ‘Zuidnederlandse’, waarvan zovelen van onze collega's lid zijn, onze welgemeende gelukwensen aan ter gelegenheid van haar eerste eeuwfeest, en wij wensen haar een vruchtbaar en glansrijk tweede centenarium toe.
Veldeke-Symposion te Gent. Op 23 en 24 oktober jl. werd aan de Faculteit van de Letteren en Wijsbegeerte van de Rijksuniversiteit te Gent o.l.v. prof. dr. G. de Smet een Veldeke-Symposion gehouden, waaraan een uitgelezen schare van binnen- en buitenlandse hoogleraren en Veldeke-specialisten hun medewerking hebben verleend. Onder de sprekers van vrijdag 23 oktober vermelden we prof. dr. V. Pretzel (Hamburg), ‘Zu den Editionen von Veldekes Werken’, R. Peters-W. Marguĉ (Münster), ‘Zur Kodikologie der Servatius-Fragmente’, dr. H. Tervooren (Bonn), ‘Probleme einer Veldeke-Edition im Rahmen von “Des Minnesangs Frühling”’, prof. dr. A. Touber (Amsterdam), ‘Veldekes Stabat Mater’, prof. dr. S. Beyschlag (Erlangen), ‘Ein “flämelnder” Veldeke’, dr. N. de Paepe (Leuven), ‘Veldekes lyriek als gezelschapskunst’. Op zaterdag 24 oktober traden op: dr. habil. W. Sanders (Münster), ‘Zu Prolog und Epilogen der Servatiuslegende’, drs. J. Notermans (Maastricht), ‘Datering van de Servatiuslegende’, dr. D. Teusink (Zutphen), ‘Veldeke und Eilhart’, prof. dr. M. Huby (Nanterre), ‘Veldekes Bedeutung für die Entwicklung der Bearbeitung der französischen höfischen Romane’, prof. dr. D. Rocher (Aix-en-Provence), ‘Veldeke und das Problem der ritterlichen Kultur’, en prof. dr. W.P. Gerritsen (Utrecht), ‘Veldeke en Segher Diengotgaf, een analyse van onze onwetendheid’. |
|