| |
| |
| |
Nieuwe docentschappen en mutaties
Deze rubriek is ditmaal beknopter dan in de meeste vorige nummers. De redactie heeft alleen berichten opgenomen waarin informatie van enige omvang kon worden verstrekt, gebaseerd op eigen gegevens, bv. uit correspondentie. Mutaties van dien aard, dat een nieuwe functionaris is aangesteld, van wie we wel de naam weten, maar omtrent wie we niets naders kunnen meedelen, zijn niet vermeld. Zulke mutaties zullen uiteraard wel worden opgenomen in de eerstvolgende docentenlijst.
| |
Europa
Groot-Brittannië
University of London, Bedford College. De Nederlandse afdeling aan de University of London, Bedford College, dreigde en dreigt nog het slachtoffer te worden van bezuinigingsmaatregelen door de Britse overheid. Naar wij van prof. Weevers, hoofd van de afdeling, vernemen, schijnt het grootste gevaar voorlopig bezworen te zijn. Het was nl. de bedoeling van de autoriteiten om na het emeritaat van prof. Weevers, aan het einde van het academisch jaar 1970-'71, de leerstoel niet opnieuw te bezetten. Dat dit de doodsteek geweest zou zijn voor dit bloeiende centrum van nederlandistiek in Londen, het enige in Groot-Brittannië waar Nederlands als hoofdvak en tot de doctorsgraad gestudeerd kan worden, is duidelijk. Gelukkig kon worden bericht dat er waarschijnlijk van Nederlandse zijde een subsidie voor vijf jaar zal worden verleend, deels door een grote firma, deels door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen.
Intussen zijn daarmee de problemen niet opgelost. Bedford College heeft nl. wel besloten m.i.v. het studiejaar 1970-'71 het assistentschap voor Nederlands mondeling taalonderwijs te doen vervallen, en één jaar daarna bovendien het lectoraat voor Nederlandse taalkunde en de literatuur der Renaissance af te schaffen. Alles in het kader van de bezuiniging. Prof. Weevers heeft een vergeefse strijd gestreden om deze plannen ongedaan te maken, en een oplossing is momenteel nog niet in zicht. Het is bijzonder jammer dat deze Nederlandse afdeling, die al twee proefschriften opleverde (Peter King, Vondel's ‘Adam in Ballingschap’ and Grotius' ‘Adamus Exul’, 1952, en Brenda M. Baxter, Albert Verwey's Translations from Shelley, 1957), en waar momenteel drie dissertaties in voorbereiding zijn, nu zo zwaar wordt getroffen. En
| |
| |
bijna tragisch is het, dat dit gebeurt in het laatste jaar vóór het afscheid van prof. Weevers, die sinds 1931 in Londen doceert, en onder wiens leiding deze eerste en enige volledig bezette afdeling voor Nederlandse Taal- en Letterkunde in Engeland tot stand kwam.
| |
Italië
Università degli Studi di Milano. Wat op grond van een bericht in N.e.M.-14 alleen nog kon worden gehoopt, is werkelijkheid geworden: aan de faculteit van Letteren en Wijsbegeerte van deze universiteit is een lectoraat voor de Nederlandse taal ingesteld. Als lector is m.i.v. 1-11-1970 benoemd drs. a.b. van heusden, die ook leraar is aan de Europese school in Varese. Het onderwijs omvat het eerste jaar slechts 2 uur per week, omdat nog moet blijken hoe groot de belangstelling is. Misschien zullen ook leerlingen van de tolkenschool in Milaan, waar wel interesse is voor Nederlands maar de middelen ontbreken om een docent aan te stellen, deze colleges gaan volgen.
Het is voor het eerst dat er aan de Staatsuniversiteit van Milaan Nederlands onderwezen wordt. Gezamenlijke pogingen van prof. Peternolli, prof. Schulte Nordholt, hoofd van de Cultuurafdeling van de Nederlandse Ambassade in Rome, de heer Devers, consul-generaal der Nederlanden in Milaan, mej. Van Woudenberg (oud-lector in Rome), het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen en de Werkcommissie hebben tot dit resultaat geleid.
De heer Van Heusden schrijft ons dat de zaak van de grond af moet worden opgebouwd. In de bibliotheek van het Germaans Instituut, waar het Nederlandse lectoraat onder ressorteert, is geen enkel Nederlands boek te vinden!
Nadere gegevens over drs. Van Heusden en zijn nieuwe lectoraat hopen we in ons volgende nummer te kunnen mededelen.
Nederlands in Cagliari, Italië. Prof. dr. paolo ramat, hoogleraar in de Germaanse filologie aan de Università di Cagliari, stelt veel belang in de nederlandistiek en zal trachten m.i.v. het studiejaar 1970-'71 Nederlandse taal- en letterkunde aan zijn leerstoel toegevoegd te krijgen. Prof. Ramat verbleef in de zomer en de herfst van dit jaar enige tijd in Nederland en België, en nam o.a. deel aan het Vierde Colloquium Neerlandicum in Gent.
| |
Zweden
Stockholms Universitet. Dr. J. de Rooij, die docent Nederlands was aan de universiteit van Stockholm, heeft deze post verlaten om per 1 juli 1970 een betrekking te aanvaarden als wetenschappelijk hoofd- | |
| |
ambtenaar bij het Instituut voor dialectologie, volkskunde en naamkunde van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen in Amsterdam. Dat dit zou gebeuren was bij de betrokken personen en instellingen al lange tijd bekend, maar het bleek helaas onmogelijk een opvolger aan de universiteit van Stockholm aangesteld te krijgen. Het docentschap van de heer De Rooij was nl. persoonlijk, en dus niet gebonden aan het vak Nederlands. Ondanks uitgebreide pogingen daartoe is het niet gelukt een volledig en vast lectoraat in de nederlandistiek te doen instellen. Het onderwijs in Stockholm wordt nu voortgezet door de reeds aanwezige leerkrachten, lector Annie Stålbrand-Delfosse (die een buitenlands lectoraat vervult, half in Stockholm, half in Uppsala) en assistente Ingrid Wikén Bonde. De status van het vak is niet gewijzigd, Nederlands blijft zelfstandig examenvak, maar het onderwijs kan dus niet meer in dezelfde mate gegeven worden als voorheen.
| |
Zwitserland
Universität Basel. Naar dr. U. Huber Noodt ons bericht, is het lectoraat Nederlands aan de Universiteit Basel m.i.v. het wintersemester 1969-'70 opgeheven. De ‘Stichting-Lectoraat’, die - gesteund door Nederlandse subsidies - het lectoraat beheerde, werd begin 1969 overgenomen door het kanton Basel-stad. Er werd overeengekomen dat er een opvolger zou worden gezocht voor dr. Huber Noodt, die twintig jaar lang het onderwijs in de nederlandistiek verzorgd had, maar dat hij nog even door zou gaan zolang deze opvolger niet gevonden was. In het zomersemester 1969 gaf de heer Huber Noodt daarom nog college, maar kort voor het wintersemester werd hem medegedeeld, dat men zijn diensten niet meer nodig had. Er was geen opvolger, zodat het lectoraat als opgeheven beschouwd kan worden. De oorzaak was ook hier een actie tot bezuiniging. Omdat we de hoop op het enige lectoraat aan een Zwitserse universiteit nog niet helemaal willen opgeven, is in de Docentenlijst nr. XII vermeld ‘tijdelijk opgeheven’.
| |
Buiten-Europese landen
Australië
Australian National University, Canberra. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel te Brussel heeft van de Belgische Ambassade in Australië vernomen dat de Australian National University in Canberra besloten heeft met ingang van het academisch jaar 1971 een cursus Nederlandse taal en letterkunde in te richten. Er is van een van de hoogleraren in de germanistiek, prof. Hans Kuhn, reeds een
| |
| |
verzoek aan de Ambassade gedaan om zoveel mogelijk boeken over de Nederlandse letteren, alsook leerboeken te sturen. De gevraagde boeken zullen door het Ministerie van B.Z. en B.H. en door het Ministerie van N.O.C. worden opgezonden.
| |
Brazilië
Universidade federal da Pernambuco. Van de heer F.J. Moonen, die een leeropdracht Nederlands heeft vervuld aan genoemde universiteit, vernemen wij dat hij deze werkzaamheid heeft moeten beëindigen. Hij is nl. benoemd tot hoogleraar in de culturele antropologie aan de universiteit van Paraíba, waar geen Nederlands wordt gegeven. Prof. Moonen hoopt over enkele jaren weer werkzaam te zijn in Pernambuco, en zal dan - indien mogelijk en wenselijk - zijn taak als docent in de Nederlandse taal weer opvatten. Binnen afzienbare tijd komt hij naar Nederland voor persoonlijk contact met de i.v.n. en om zich te oriënteren inzake onderwijsmateriaal.
| |
Maleisië
University of Malaya. In een gesprek met de heer Jalink in april 1970 deelde de heer j.ph. andel gegevens mee over het onderwijs in het Nederlands aan deze universiteit. Mevr. Goebel, die dit onderwijs enkele jaren had gegeven, verliet de universiteit eind 1966 en werd in mei 1967 opgevolgd door de heer Andel. De heer Andel is ‘economic consultant’, was van 1947 tot 1958 werkzaam in Indonesië in de economische sector, woonde daarna in Hongkong en sinds 1964 in Kuala Lumpur.
Het Nederlands wordt in de Faculty of Arts gestudeerd als tweede taal in het 2e en 3e studiejaar (keuze uit: Frans, Duits, ‘speciaal’ Engels [wat dit ook moge zijn], Italiaans, Russisch, Thai, Nederlands). Het aantal examenkandidaten was in het vorige studiejaar 78 in het eerste, 56 in het tweede jaar. De heer Andel gebruikt de leerboeken van prof. Shetter, een linguaphonecursus, eigengemaakte stukjes ter vertaling, en Nederlandse tijdschriften voor spreekbeurten. Hij beschikt over twee talenpractica met ieder 20 cabines, maar zou liever een ‘beroeps-nederlandist’ naast zich hebben.
|
|