De Internationale Vereniging voor Nederlandistiek
Nadat wij in de zomer van het vorig jaar aan de buitenlandse collega's de door ons opgestelde ontwerp-statuten hadden toegestuurd en hadden verzocht ons toe te staan de vereniging vervroegd te installeren, hebben wij van de overgrote meerderheid der collega's van positieve tot enthousiaste reacties ontvangen. Daarop zijn wij begonnen werk te maken van de installatie van de vereniging met, zoals wij hadden voorgesteld, de huidige Werkcommissie als voorlopig bestuur van de vereniging. Een oorspronkelijk in de herfst vastgelegde datum voor de oprichting werd op voorstel van de bij de besprekingen betrokken autoriteiten naar december 1969 verschoven omdat dan de kans bestond, dat de installatie in aanwezigheid van een aantal Nederlandse en Belgische regeringsautoriteiten zou kunnen plaats vinden.
Inmiddels hadden resp. in Brussel en Den Haag, op 2 en 18 december besprekingen plaats gehad met vertegenwoordigers van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen en van het Ministerie van Nederlandse Cultuur. Daaruit is gebleken dat beide Ministeries bepaalde - o.i. overigens minder belangrijke - wijzigingen in de ontwerp-statuten zouden willen zien aangebracht. Wij zelf - dagelijks bestuur van de Werkcommissie - hebben geen bijzondere bezwaren tegen wijziging van de statuten in de door de Ministeries bedoelde zin, maar daar wij nu eenmaal de goedkeuring van de collega's hebben op de door ons aan het voorgelegde tekst, en op geen andere, willen wij zonder hun voorkennis en instemming geen enkele wijziging in de statuten aanbrengen. Daar het ons louter praktisch gezien bezwaarlijk lijkt, de collega's nog eens lastig te vallen en om een fiat te verzoeken voor een nieuwe redactie van de ontwerp-statuten, hebben wij besloten de installatie van de vereniging aan het Colloquium zelf te koppelen. Op die manier blijft de Werkcommissie, en niet de als voorlopig bestuur van de Vereniging fungerende Werkcommissie, de instantie die het Colloquium inricht en verplichten wij de Ministeries niet de eventuele steun die zij aan het Colloquium zullen verlenen, toe te kennen aan een andere instantie dan degene die om de steun heeft verzocht.
Daar er reeds een zo grote eenstemmigheid is over de ontwerpstatuten zijn alle voorwaarden aanwezig om de bespreking en stemming over deze statuten vlot te doen verlopen binnen het kader van de zitting die wij daarvoor in het Colloquium hebben ingevoegd. De van een aantal collega's afkomstige voorstellen tot wijziging van de tekst van de ontwerp-statuten op een of ander punt, zullen, ten einde de discussie daarover te vergemakkelijken, vooraf aan de deelnemers aan de installatievergadering worden meegedeeld. Hetzelfde geldt, zoals van