herinnering bracht, de linkerhand strijkend over de verlamde rechterhand, was het alsof Van Duinkerken elk ogenblik van achter de bestuurstafel zou oprijzen en een rede zou houden. In die houding hebben ook de buitenlandse nederlandisten hem leren kennen. Hij was, in september 1961, toen het eerste Colloquium als een wankel kustvaartuigje met 17 opvarenden in zee stak, onmiddellijk bereid bij ons te zijn en ons toe te spreken. Al improviserend is hij toen van ons Colloquium naar de Colloquia van Erasmus overgestapt, op die wijze een nieuwe dimensie verlenend aan de zin van ons samenzijn. Door allen die hem herdachten werd zijn Brabanderschap, zijn verbondenheid met de Zuidelijke Nederlanden, in herinnering gebracht. Eén aspect daarvan wordt evenwel telkens opnieuw verwaarloosd: zijn aandeel in het opnieuw aaneensmeden onmiddellijk na de oorlog van de banden tussen het noorden en het zuiden die door het vijf jaren durende isolement tijdens de bezetting, op een gevaarlijke wijze verzwakt waren. Als er een zo stevig Cultureel Verdrag is gekomen tussen Nederland en België en een sedert 1950 zo intensief werkende Conferentie der Nederlandse Letteren, naast zoveel andere vormen van samenwerking, dan is dat voor een groot deel aan Anton van Duinkerken te danken, die onmiddellijk na de oorlog letterkundigen samenbracht in de vereniging ‘Noord en Zuid’. Hun streven naar culturele eenheid tussen het noorden en zuiden, was, en is nog in vele opzichten gebleven, een ideaal. Dat bleek vooral toen zij allen, tijdens hun congres te Bergen in Noord-Holland in mei 1947, werden geteld want toen had juist in Nederland de eerste na-oorlogse volkstelling plaats. De Vlamingen hadden zich daar en toen in te schrijven in de rubriek ‘in Nederland verblijvende vreemdelingen’. Dat zal nog wel zo zijn maar het doet nauwelijks nog pijn omdat er zoveel andere zekerheden zijn.
‘Noord en Zuid’ is verdwenen, omdat zoveel belangrijker, duurzamer vormen van samenwerking in de plaats zijn gekomen waaronder Van Duinkerken opnieuw zijn schouders heeft gezet. Maar het is toch goed even te herinneren aan het pionierswerk dat hij samen met enkele getrouwen heeft verricht, toen alles nog zo wankel was en misschien daarom juist zo intens werd beleefd.