Nuttige adressen
(rubriek XV)
Aan ‘Uitleg’ van 8.1.1968, nr. 103, blz. 9, ontlenen wij het volgend bericht: Met ingang van 14 december 1967 is de taak en de indeling van de afdeling Internationale betrekkingen van het Ministerie van O. en W. als volgt vastgesteld:
Afdeling Internationale betrekkingen
De afdeling is belast met de zorg voor de bevordering van de betrekkingen tussen Nederland en andere landen op het gebied van het onderwijs en de wetenschappen als onderdeel van het regeringsbeleid inzake de bevordering van de internationale culturele betrekkingen.
Dit houdt in de zorg zowel voor de bevordering van zodanige betrekkingen in bilateraal verband - al dan niet binnen het kader van bilaterale culturele verdragen - als voor de ontwikkeling van de Nederlandse deelname op het gebied van het onderwijs en de wetenschappen aan de multilaterale gouvernementele organisaties van algemeen wetenschappelijke en culturele samenwerking. Voorts is de afdeling belast met de werkzaamheden, die voor het ministerie voortvloeien uit het lidmaatschap van Nederland van de Adviesraad voor Culturele Samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk.
Chef: Drs. B.J.E.M. de Hog, directeur-afdelingschef.
Plv. chef: H.A.J.M. Vrijhoef, administrateur.
1. | Onderafdeling Bilaterale betrekkingen
De voorbereiding en de uitvoering van het beleid ten aanzien van de bilaterale betrekkingen met andere landen, voor zover dit geacht moet worden te behoren tot het werkterrein van het ministerie.
Hoofd: M.L. Laury, referendaris.
Plv. hoofd: Mej. Dr. C.C.D. Schmidz, referendaris.
1.a. | Bureau Studiebeurzen
Uitwisseling van studiebeurzen tussen Nederland en andere landen, al dan niet in het kader van de bilaterale culturele verdragen; behandeling van beursaanvragen; selectie van kandidaten daarvoor; plaatsing van buitenlandse bursalen aan Nederlandse onderwijsinstellingen.
Hoofd: A.D. Berends, referendaris. |
1.b. | Bureau nederlandistiek en uitwisseling van hoogleraren
Bevordering van het onderwijs in de nederlandistiek aan universiteiten en andere onderwijsinstellingen in het buitenland; subsidiëring en verdere steunverlening aan desbetreffende bibliotheken; zorg voor de samenwerking met België op dit gebied.
Voorts verzorging van de uitwisseling van de universiteiten van hoogleraren en
|
|