Neerlandica extra Muros. Jaargang 1968

[p. 23]

Lezingen en bijeenkomsten
(rubriek XII)

Bredero-herdenking te Amsterdam. Aan Uitleg van 15.1.1968 (nr. 104) ontlenen wij het volgend bericht:

Het Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam organiseert op 24 juni a.s. een Bredero-herdenking, ter ere van de grote Amsterdamse kunstenaar die 350 jaar geleden overleed. Op deze dag zal een plechtige en feestelijke bijeenkomst worden belegd, terwijl voorts een Bredero-monument, vervaardigd door Prof. V.P.S. Esser in opdracht van het gemeentebestuur van Amsterdam zal worden onthuld nabij het Waaggebouw. Voorts zal op 26 september 1968 in de aula van de universiteit een Bredero-ochtend plaatsvinden, bestemd voor een groter publiek van geïnteresseerden. Zowel de redevoeringen van 24 juni en 26 september zullen in druk verschijnen, mogelijk tezamen met enkele belangrijke studies van oudere datum. Op 26 september zal voorts in de Waag een tentoonstelling worden geopend, die een duidelijk beeld zal geven van het vroeg-zeventiende eeuwse Amsterdam, met het accent op de activiteiten van Bredero als schilder en dichter. Er wordt naar gestreefd deze tentoonstelling op te luisteren door o.m. toneelscènes uit Bredero's werken.

Dank zij opdrachten van het Ministerie van C.R.M. zal een nieuwe uitgave van Bredero's werken worden tot stand gebracht, alsmede een Memoriaal van Bredero, samengesteld door Prof. Dr. G. Stuiveling.

30e Nederlands Filologencongres. Dit congres vindt op 10 en 11 april 1968 te Leiden plaats. Bij het verschijnen van deze aflevering zal het wel juist plaats gehad hebben.

Nederlandse Dagen te Brussel, 15 tot 19 mei 1968. Aan het programma, dat in Ons Erfdeel (XI, 3, blz. 202) verscheen, ontlenen wij het volgende: 15 mei te 20.00 uur: ‘Het Nederlands in de Wereld’ door Karel Jonckheere, Adjunkt-Kabinetschef van de Minister van Nederlandse Cultuur. 15 mei te 22.00 uur: Officiële opening van de Boekententoonstelling en de Tentoonstelling der Vlaamse Expressionisten door Mej. Dr. M. Klompé en de Heer Mr. R. van Elslande, respectievelijk Minister van Cultuur van Nederland en België. 18 mei te 20.30 uur: ‘Getuigenissen uit het Buitenland’: Dr. A. Hübner (Hamburg), Mevr. Dr. O. Krijtovà-Fuchsovà (Praag), Dr. S.A. Mironow (Moskou), de Heer E.C. Stillman (New York), de Heer P.K. King, M.A. (Cambridge), Dr. A. Mor (Genua) en Dr. L. Fessard (Parijs).

Elders vernamen wij, dat de boekententoonstelling zal worden gewijd aan het Nederlandse boek in vertaling.

Nederlandistiek in Groot-Brittannië. Aan Ons Erfdeel XI, 3, blz. 134 ontlenen wij het volgend bericht:

Op 11 december 1967 vergaderde te Londen het ‘Committee for the promotion of Dutch studies’ o.l.v. Dr. J.H. van Roijen, Ambassadeur der Nederlanden. De vergadering werd o.m. bijgewoond door Lord Annan, provost of University College, Mrs. Chilver, Principal of Bedford College, de Heren Braaksma, Van Dalsen en Blancquaert, respectievelijk van de Nederlandse, Zuidafrikaanse en Belgische Ambassades te Londen, en de Professoren Hurstfield (Historie), Weevers (Nederlandse taal- en letterkunde) en Swart (Nederlandse geschiedenis). De Nederlandse professoren hebben op deze bijeenkomst verslag uitgebracht over hun respectievelijke leeropdrachten in Bedford College en University College. Hieruit blijkt dat er in 1966-'67 elf tot vijftien studenten de cursussen van Nederlandse geschiedenis en instellingen van Prof. Swart hebben gevolgd en dat de grootste belangstelling uitgaat naar de 15e en 16e eeuw. De taalcursussen van Prof. Weevers worden regelmatig gevolgd door de studenten Duits en enkele ‘medievalisten’.

Een Frans-Nederlandse universitaire week in Dijon geopend. Op een bijeenkomst in Dijon onder leiding van Gallet de Santerre, rector van de universiteit van die stad, is gisteren een Frans-Nederlandse universitaire week geopend. De rector zei dat de Franse regering en speciaal de minister van onderwijs grote waarde hechten aan deze manifestatie.

De Nederlandse ambassadeur in Parijs, Mr. A.W.C. Baron Bentinck van Schoonheten, merkte op dat de studie van het Frans op de Nederlandse universiteiten numeriek gezien op de eerste plaats komt, voor het Engels en het Duits. In Frankrijk tellen nu de universiteiten van Parijs, Straatsburg, Rijsel en Besançon enkele honderden studenten Nederlands.

[p. 24]

De universitaire week eindigt zaterdag met de overhandiging van een collectie boeken aan de universiteit van Dijon door de Nederlandse ambassadeur.

Bibliotheekcongres te Brussel en de buitenlandse nederlandistiek. Op 25 en 26 maart had onder leiding van Dr. C. Reedijk te Brussel een congres plaats van de Nederlandse en Vlaamse bibliothecarisverenigingen. Minister Grootjans voerde er het woord en als feestredenaar trad Dr. J. Fleerackers op, Kabinetschef van de Minister van de Nederlandse Cultuur. Hij maakte de balans op van ruim twintig jaar Belgisch-Nederlandse culturele samenwerking en vergeleek de cultuurpolitiek van België en Nederland in het buitenland met wat Frankrijk en Duitsland doen voor de verspreiding van hun taal en cultuur in het buitenland. Dr. Fleerackers stelde de volgende maatregelen voor om de verspreiding van onze cultuur in het buitenland efficiënt te maken: meer leerstoelen Nederlandse taal- en letterkunde aan buitenlandse universiteiten oprichten, gezamenlijke Belgisch-Nederlandse culturele centra in de grote buitenlandse steden inrichten, voor een breder uitstralings- en ontvangstgebied voor onze radio- en tv-zenders zorgen, zodat ook buitenlanders deze kunnen opvangen, een effectieve beurzenpolitiek voeren en jeugduitwisselingen organiseren.

Feestelijk samenzijn met Prof. Barnouw. Aan hetgeen wij n.a.v een brief van de Heer August Philipps, vice-president van de Netherland- America Foundation te New York, over de viering van Prof. Barnouws 90e verjaardag in het vorig nummer van dit blad schreven, kunnen wij nu in Prof. Barnouws eigen woorden nog het volgende toevoegen: ‘Ja, mijn Amerikaanse medeleden van de N.-A. Foundation hebben mij op 9 oktober een diner aangeboden op de Hollandse Club. Mijn oud-leerling van het Haagse Gymnasium, Piet Kooiman, eminent advocaat in New York, presideerde en heeft mij met een geestig toespraakje in het zonnetje gezet. De koninklijke onderscheiding die je hoopte uit te lokken is al lang in mijn bezit: ik ben Commandeur in de Orde van Oranje Nassau (ofschoon commanderen niet in mijn aard ligt) en Ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw. Hoger kan ik met mijn jichtige benen niet klimmen. Maar ik dank je voor je goede bedoeling van de brief aan de Minister van Onderwijs’.

Lic. J.L. de Meester (Universiteit Freiburg) hield een lezing te Brussel op een lunchbijeenkomst, op 27 maart 1968 georganiseerd door de Nederlandse Vereniging te Brussel. Hij sprak over de Nederlandse leerstoelen en lectoraten aan buitenlandse en meer in het bijzonder aan Duitse universiteiten. Tot de lunchbijcenkomst en de lezing werden de Voorzitter van de Werkcommissie en Prof. Dr. W. de Pauw uitgenodigd.

Lezingen van Nederlandse en Belgische hoogleraren te Freiburg i. Br. Lic. J.L. de Meester deelt ons mee, dat Prof. Dr. F.A. Rompelman van de R.U. te Utrecht voor 200 studenten een interessant college gaf, dat door het Nederlands lectoraat te Freiburg georganiseerd en door de Nederlandse Ambassade te Bonn ondersteund was.

In 1968-'69 staan lezingen op het programma van Prof. Dr. C. Soeteman van de R.U. te Leiden en van Prof. Dr. J.J. Goossens van de K.U. te Leuven.