Neerlandica extra Muros. Jaargang 1968
(1968)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 19]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Recente publikaties in eigen kringGa naar voetnoot1)
|
Alphen, G. van | De leerstoel in de Nederlandse cultuurgeschiedenis aan de Universiteit van Pretoria. ‘Neerlandia’, 1967, jrg. 71, nr. nr. 12, blz. 191-194. |
Althaus-Günther, J. | Derde Colloquium van Hoogleraren en Lektoren in de Nederlandistiek aan buitenlandse universiteiten. ‘Zeitschrift für Mundartforschung’, XXXIV Jhrg., Heft ¾, 1967, blz. 366-367. |
Andrejew, L.G. | Sto Let Belgiiskoi Literaturje (Honderd jaar Belgische Letterkunde). Izdatel'stwo Moskowskogo Universiteta, 1967, 463 blz. |
Antonissen, R. | De Zuidafrikaanse student in de letteren tegenover de Nederlandse letterkunde. ‘Ons Erfdeel’, 1967, jrg. 11, nr. 3, blz. 71-75. |
Asakura, S. | Het 150-jarig jubileum van ‘rangakoe kotohadjime’ (het begin van de Hollandse wetenschappen). ‘Ons Erfdeel’, 1967, jrg. 10, nr. 4, blz. 41-43. |
Bax, D. | 'Kaapse silwer van 1755, 1793, 1800 en 1805. In: ‘Africana’ Aantekeningen en Nuus; september 1967. Herplaatsing wegens misstelling in N.e.M.-9 |
Beekman, E.M. | The Grotesque in Paul van Ostaijen's Creative Prose. Proefschrift Harvard University. Nog niet in druk verschenen. Het ms. berust in de Archives Room van Widener Library onder nr. HV 90.9310.15. |
Breugelmans, R. | Nederlanders en Vlamingen in Kanada, historische premissen. ‘Ons Erfdeel’, jrg. 11, nr. 1, blz. 113-124. |
Breugelmans, R. | Integratie taal-een kultuurbewustzijn bij de Nederlands-Vlaamse etnische groep in Kanada - 2 - ‘Ons Erfdeel’, 1968, jrg. 11, nr. 3, blz. 29-39. |
Bulhof, F. | De proloog van de Zauberberg. Overdruk uit ‘Forum der Letteren’, IV, 1967, blz. 224-227. |
Daal, L.H. | De Nederlandse Antillen en Suriname - vergeten uithoeken van het Nederlands taalgebied. ‘Ons Erfdeel’ 1968, jrg. 11, nr, 3,, blz. 99-102. |
Dambre, O. | Justus de Harduwijn; Der liefde stille krachten. Verzameld en ingeleid door Dr. O. Dambre, Vlaamse Pockets: Poëtisch Erfdeel der Nederlanden (P 53); Heideland, Hasselt, 1967. |
Jalink, J.M. | Neerlandica extra Muros -9. ‘Neerlandia’, jan. 1968, blz. 30 en 31. |
Kalda, F. | Niet-schoolse herinneringen van een Nederlandist. ‘Ons Erfdeel’, 1967, jrg, 11, nr. 2, blz. 97-100. |
Kempen, J. | De Deense minderheid in Duitsland. ‘Ons Erfdeel’, 1968, jrg jrg. 11, nr. 3, blz. 81-89. |
Kempen, J. | Nederlands in de Nederlands-Duitse grensstreek. ‘Neerlandia’, jrg. 72, jan. 1968, blz. 20. |
Krytová, Olga | Vlámská lyrika in Tsjechoslowakije. ‘Ons Erfdeel’, 1967, jrg. 10, nr. 4, blz. 15-17. |
Louw, G. van de | La, tragédie grecque dans le thêatre de Giraudoux. ‘Collection des Mémoires’, nr. 24, 62 p. |
Mironow, S.A. | Morfologija Imeni v Niderlandskom Jazyke. Akademija Nauk, SSSR, Institut Jazykoznanija (Izdatel'stwo. ‘Nauka’, Moskwa, 1967.) Een studie over de morfologie van het zelfstandig naamwoord in het Nederlands, 280 blz. |
Morciniec, N. | Fremdphoneme in der niederländischen Hochsprache. Overdruk uit: ‘Phonetica’ 16, blz. 205-214, 1967. |
Morciniec, N. | Distinktive Spracheinheiten im Niederländischen und Deutschen; zum phonologischen Identifizierungsprozess. Prace Wroclawskiego Towarzystwa Naukowego; Travaux de la Société des Sciences et des Lettres de Wroclaw, Seria A, nr. 123, 1968. |
Ponten, J.P. | Deutsch-Niederländischer Lehnwortaustausch. Overdruk uit: ‘Wortgeographie und Gesellschaft’, 1968, blz. 561-606. |
Rigelsford, J.R. | Merlijn en zijn weerklank. ‘Accent’, 1968, jrg, 1, nr. 3, blz. 37 en 38. |
Seuren, P.A.M. | Negation in Dutch. ‘Neophilologus’, L 1, 4 (oktober 1967), p. 327-363. N.a.v.A. Kraak, Negatieve zinnen. Een methodologische en grammatische Analyse W. de Haan, Hilversum 1966, X - 192 pp. |
Sjoebin, E.S. | Gallitzismy v romane Kh. Konsjansa Lev Flandrii. In: ‘Metodji Sravniteljno Sopostaviteljnogo Izoetsjenija Sovremennik Romanskik Jazykov (Akademija Nauk SSSR, Institut Jazykoznanija, 1966 blz. 353-365. |
Spreu, A.F.R. | Die Erzählebenen und ihre formale Charakterisierung in Multatulis ‘Max Havelaar’. In: Zeitschrift der Universität Lódź, 1967 (in het Pools met samenvatting in het Duits). |
Spreu, A.F.R. | Een aantal artikelen over Slavische en Nederlands literatuur in het ‘Lexikon der Weltliteratuur’. |
Stellmacher, E.-D. | De afdeling Nederlands aan de Karl-Marx-Universiteit, Leipzig. Overdruk uit: ‘Ons Erfdeel’, 1967, jrg. 11, nr. 2, blz. 83-87. |
Stellmacher, E.-D. | Ueber die Namenforschung in Belgien. In: Informationen der Leipziger namenkundlichen Arbeitsgruppe an der Karl-Marx-Universität, Nr. 10, jan. 1968, blz. 11-13. |
Thys, W. | Een terugblik op het Derde Colloquium. ‘Ons Erfdeel’, 1967, jrg. 11, nr. 2, blz. 20-25. |
Thys, W. | 'Het Nederlands aan de universiteiten in de wereld. Handelingen 37e Nederlands Congres, Rotterdam, 17 en 18 febr. 1967, blz. blz. 69-80. |
Thys, W. | Nederlandse compararistische bibliografie in de ‘Annual Bibliography’ (p. 116-173) van het Yearbook of Comparative and General Literature, Vol. 15, (1967), Indiana University, Bloomington, Ind. |
Vanheede, A. | Problematiek van de Nederlands-Franse taalgrens in West-Vlaanderen. ‘Ons Erfdeel’, 1967, jrg. 11, nr. 1, blz. 100-109. |
Vanheede, A. | Problematiek van de Nederlands-Franse taalgrens in West-Vlaanderen - 2. ‘Ons Erfdeel’, 1968, jrg. 11, nr. 3, blz. 57-64. |
Wauters, K. | Het Derde Colloquium van Hoogleraren en Lectoren in de Nederlandistiek aan buitenlandse universiteiten. ‘Wetenschappelijke Tijdingen’, jan. 1968. |
In ‘De Schakel’ (El Lazo) van december 1967 schreef Mevr. J.J.A. Baartman-Runckel over haar deelneming aan het Derde Colloquium. Wij beschikken hieromtrent niet over bibliografisch nauwkeurige gegevens.
Beoordeling van publikaties van twee collega's.
Van Dis, L.M. | Gerhard-H. Arendt, Die satirische Struktur des Mittelniederländischen Tierepos ‘Van den vos Reynaerde’. ‘De nieuwe taalgids’, 1968, 61e jrg. 1e afl. |
Ponten, J.P., | Gerhard-H, Arendt, Die satirische Struktur des Mittelniederlandischen Tierepos ‘Van den vos Reynaerde’. Overdruk uit: ‘Niederdeutsches Jahrbuch’, Jhrg. 1967, blz. 169-171. |
Prof. Dr. J. Lothe van het Hoger Instituut voor Oosterse, Oosteuropese en Afrikaanse Taalkunde en Geschiedenis van de R.U. te Gent, heeft van het bovenvermeld in het Russisch geschreven artikel van Eugeen S. Sjoebin onderstaande samenvatting (enigszins bekort) gegeven. Daarvoor gaarne onze erkentelijkheid.
De Leeuw van Vlaanderen in Leningrad. Eugeen S. Sjoebin, wetenschappelijk medewerker aan de Akademie te Leningrad en promotor van de nederlandistiek aan de Universiteit aldaar, is de auteur van’ ‘Gallitzismy v romane Kh. Konsjansa “Lev Flandrii”’, in ‘Metodji Sravniteljno Sopostaviteljnogo Izoetsjenija Sovremennik Romanskik Jazykov’ (Akademija Nauk SSSR, Institut Jazykoznanija), 1966, blz. 353-365.
In deze studie over de gallicismen in de roman ‘De Leeuw van Vlaanderen’ van H. Conscience, betoogt Sjoebin dat de onderzoekingen van Duflou (‘De taal van Conscience’, 1913) zuiver descriptief waren.
Hij onderzoekt het begrip ‘gallicisme’ en betrekt daarbij de studie van Vinogradov over het gallicisme in het Russisch. Hij komt tot de conclusie dat hij in de buitenlandse literatuur geen volledige definitie van het begrip gallicisme gevonden heeft. Zelf onderscheidt hij drie groepen:
1. de ontleningen die hun materiële vorm bewaard hebben; 2. de leenvertalingen en 3. de eigenlijke gallicismen, die hij als volgt definieert: ‘de modificaties en innovavaties die in de onderzochte taal naar Franse modellen ontstaan zijn uit de materiële elementen van deze taal en die hun vreemd karakter bewaren’.
Een tweede paragraaf is gewijd aan ‘De taalsociologische condities van de vorming der gallicismen in de taal van Conscience’. Daarin betoogt Sjoebin voornamelijk dat de opvoeding van Conscience in een tweetalig milieu de talloze aarzelingen en fouten in zijn jeugdwerk verklaart.
Tenslotte onderzoekt Sjoebin de types van gallicismen in De Leeuw. Hij onderscheidt o.m.: verkeerd woordgebruik onder invloed van het Frans, de puristische instelling van Conscience, die aanleiding gaf tot fouten, verkeerde vormingen naar Frans model, Franse wendingen in Nederlandse inkleding. Dit alles wordt door de auteur met talloze voorbeelden geïllustreerd.
- voetnoot1)
- in alfabetische volgorde, ongeveer gedurende het redactiehalf jaar.