Neerlandica extra Muros. Jaargang 1968
(1968)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermdBijzondere prestaties van op in verband met de docenten Nederlands buitengaatsGa naar voetnoot1)
| |||||
[pagina 17]
| |||||
‘Die Erzählebenen und ihre formale Charakterisierung in Multatulis ‘Max Havelaar’, in ‘Zeitschrift der Universität Lódz’ 1967 (in het Pools met samenvatting in het Duits). Het tijdelijk adres van Dr. Spreu in België is: Studentenhome Koning Boudewijn, Harelbekestraat 70, Gent.
Rijsel contra Muros. Wij hebben nooit precies geweten wat onze correspondent bedoelde die ons een brief schreef, geadresseerd aan ‘Neerlandica contra Muros’. Is het werkelijk met ons hoofd tegen de muur lopen, wat we proberen te doen voor het Nederlands buitengaats? We vragen het ons wel een enkele keer af, maar ook niet meer dan een enkele keer. En het is niet eens zeker, dat onze correspondent dàt bedoelde. Misschien was het eenvoudig een kwestie van ‘small Latin’. ‘Neerlandica contra Muros’ of liever haast ónder de muren van het Nederlandse taalgebied (op een ‘boogscheut’ er vandaan), dat zal wel de Nederlandse afdeling aan de Universiteit te Rijsel zijn, zodat we op onze Colloquia wel nooit op de prijs voor ‘van 't verste komen’ aanspraak zullen kunnen maken. Dit alles om alleen maar te zeggen, dat het aantal studenten Nederlands aan de Staatsuniversiteit te Rijsel dit jaar tot 53 opgelopen is, waarvan 23 in het eerste jaar van de eerste cyclus, 18 in het tweede jaar van de eerste cyclus en 12 in de tweede cyclus, waaruit mag worden afgeleid, dat het ‘nouveau régime’ (de hervorming van het hoger onderwijs in Frankrijk, die sedert oktober 1967 voor alle niveau's in werking is getreden), geen al te nadelige gevolgen heeft gehad op de belangstelling voor het Nederlands (vorig jaar bedroeg het aantal studenten 42). Van deze 53 studenten zijn er slechts een viertal als ‘Frans-Vlamingen’ te beschouwen. De andere studenten zijn volbloed Fransen, meestal germanisten en anglisten die het Nederlands als volkomen vreemde taal leren. Zo zijn vaak afkomstig uit de departementen Nord en Pas de Calais, maar enkele komen ook van verder; Bretagne en zelfs Noord-Afrika en de Antillen. Dit jaar staat voor het college ‘auteurs’ in de tweede cyclus op het programma: Johan Daisne, ‘De man die zijn haar kort liet knippen’ en Simon Vestdijk, ‘De kellner en de levenden’.
Nederlandistiek aan de Universiteit te Wroclaw. Dr. Norbert Morciniec, die verleden jaar een studieverlof in Nederland doorbracht, zond ons zijn laatste publikatie over de Nederlandse vreemde fonemen (zie rubriek VIII). Tevens deelde hij ons mee, dat het Nederlands lectoraat te Wroclaw tot zijn vreugde een boekenschenking ter waarde van f 500, - van het Ministerie van O. en W. heeft ontvangen, waaronder 25 exemplaren van Dr. J.M. Jalink en Dr. M.C. van den Toorns ‘Praktisches Lehrbuch Niederländisch’, zodat Dr. Morciniec zijn beginnelingen-cursus thans met behulp van dit leerboek leidt. Met het uitzoeken van de zending boeken tijdens zijn verblijf alhier heeft Prof. Stuiveling hem geholpen.
Russische publikaties over onze taal en letterkunde. Van de hand van Dr. S.A. Mironow, lector in de nederlandistiek aan de Staatsuniversiteit te Moskou verscheen: Morfologija Imeni v Niderlandskom Jazyke, een uitgave van de Akademija Nauk SSSR, Institut Jazykoznanija (Izdatel'stvo ‘Nauka’, Moskwa, 1967), een studie over de morfologie van het zelfstandig naamwoord in het Nederlands, 280 blzn. Dr. L.G. Andrejew publiceerde Sto Let Bel'giiskoi Literatury (Honderd jaar Belgische Letterkunde) (Izdatel'stvo Moskowskogo Uniwersiteta, 1967), 463 blzn. De Heer Sjoebin in Leningrad berichtte ons dat Dr. Andrejew in dit boek een wat ongewoon maar interessant standpunt naar voren brengt, nl. dat er een bepaalde eenheid in de ontwikkeling van Franstalige en Nederlandstalige literatuur in België bestaan zou. Wij hopen later uitvoeriger op deze studies terug te kunnen komen.
Proefschrift over Van Ostaijen aan de Harvard Universiteit. In februari 1968 promoveerde tot Dr. phil. aan Harvard University, Cambridge, Mass., Eric Montague Beekman op een proefschrift getiteld. ‘The Grotesque in Paul van Ostaijen's Creative Prose’. De promotie gebeurde voor het Department of Comparative Literature, waarvan Professor Harry Levin chairman is. De drie ‘readers’ van het proefschrift waren: Professor J. Craig La Drière, Professor Henry Hatfield en Professor Seymour Flaxman. Het proefschrift, dat dat 409 bladzijden telt, is onderverdeeld in de volgende hoofdstukken:
| |||||
[pagina 18]
| |||||
Dr. Beekman kon zijn dissertatie gedeeltelijk in België voorbereiden dank zij een Fulbright Research Grant van de United States Educational Foundation in Belgium, waarmee hij in 1965-1966 aan de Rijksuniversiteit te Gent werkzaam was en nadien voornamelijk in het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven te Antwerpen. Onder degenen die hem in België bij de voorbereiding van zijn proefschrift behulpzaam waren noemt Dr. Beekman: Prof. Dr. H. Uyttersprot, Maurice Gilliams, Paul de Vree, Prof. Dr. A. van Elslander, Drs. L. Simons, Henri-Floris Jespers en Drs. A. van Wallendael. Van de hand van Dr. Beekman verschijnt voorjaar 1968 in ‘Wisconsin Studies in Contemporary Literature’ een bijdrage waarin het werk van Ter Braak in zijn verhouding tot de moderne Europese literatuur wordt onderzocht. In het julinummer van ‘Mundus Artium’ (Ohio) zal hij een uitvoerige inleiding met vertalingen van tenminste vijf gedichten van Van Ostaijen publiceren. Een vertaling van ‘Het Bordeel van Ika Loch’ zal verschijnen in ‘The New Directions Annual’ van dit jaar.
Subsidie van het Ministerie van O. en W. voor Nederlands lectoraat te Brno (Tsjechoslowakije). Onder de Nagekomen Berichten van N.e.M.-9 konden wij nog juist meedelen, dat aan deze universiteit sinds 1946 Nederlands wordt gegeven en wel door Mevr. Erika Solařová-Montijn. Van dezelfde universiteit is afkomstig Dozent Dr. Zdenëk Masaȓik, die sinds geruime tijd werkt aan de ‘Deutsche Sprachatlas’ te Marburg. Deze heeft in november l.l. voordrachten gehouden te Groningen en Amsterdam en bij die gelegenheid ook het Ministerie van O. en W. bezocht met het verheugende gevolg, dat het Nederlands lectoraat te Brno thans een boekenschenking ter waarde van f 500, - heeft ontvangen.
Het Nederlands aan The University of Calgary, Calgary, Alberta, Canada. In ‘The Calgary Herald’ van 3 februari 1968 lezen we onder een groepsfoto met in het midden onze Canadese collega: ‘Literature Gift. A seond gift of Dutch and Flemish literature has been given to the University of Galgary by the Cultural Relations Departments of the Dutch and Belgian governments. Pictured at the library presentation are H.K. Roessingh, Vice-Consul for the Netherlands; Dr. T.M. Walker, Chief University Librarian; Dr. René Breugelmans, Director of the new language program; Dr. Alvin Harms, Head of the Department of Modern Languages, and Trajan Nitescu, Belgian Consul here’. De eerste boekenschenking voor de Nederlandse afdeling van Collega Breugelmans werd vermeld in ‘Neerlandica extra Muros’, nr. 8, blz. 12-13. In dit verband zij nog vermeld dat Professor Breugelmans zopas een Canada Council grant gekregen heeft voor zijn sabbatical year 1968-1969 dat op 1 september a.s. ingaat en dat hem voor een jaar naar Europa brengt met een ‘Research project’.
Nederlandse Cultuurgeschiedenis in Zuid-Afrika. Van Prof. Dr. D. Bax ontvingen wij het ‘Verslag van de Werkzaamheden van het Departement van Nederlandse Cultuurgeschiedenis aan de Universiteit van Kaapstad gedurende 15 febr. 1966 - 15 febr. 1967’, waaruit o.a. blijkt, dat de cursussen van Prof. Bax en zijn medewerkers door 95 studenten werden bijgewoond, waarvan er 94 examen aflegden. Van hen slaagden er 80. Er werden 12 colleges per week gegeven. Voorts werden er verscheidene kunstexcursies gemaakt. Ook ontving het instituut behoorlijke subsidies en boekenschenkingen. Eveneens de mededelingen over de verdere werkzaamheden maken de indruk dat men hier met een bloeiende instelling te maken heeft.
Microfiches van Middelnederlandse handschriften voor de Universiteit van Port Elizabeth. Na Prof. Loubser over de mogelijkheden aangaande de aankoop van genoemde microfiches te hebben ingelicht, heeft de Werkcommissie getracht te bemiddelen toen er zich bij de aankoop van dit studiemateriaal enige moeilijkheden bleken voor te doen.
Prof. Dr. W. de Pauw (Pretoria) in diplomatieke dienst. Onze collega De Pauw werd benoemd noemd tot Ambassaderaad bij de Belgische Ambassade in de Republiek Zuid-Afrika. De Wer Werkcommissie wenst hem van harte geluk met deze benoeming. |
|