Een gelijksoortige hulp aan de Heer V.H. Webb, B.A. (Hons.) (Pietermaritzburg) die naar een beurs solliciteerde voor een studieverblijf in Nederland.
Een geslaagde poging aan een student Nederlands aan de Ruhr Universiteit te Bochum-Querenburg, de Heer Jochum Reinkens, een werkverblijf in Nederland van een maand te verschaffen. Wij vonden dit op de Koninklijke Bibliotheek alhier.
Of een dergelijke poging, Mevr. Gretl Vormberge, lerares Nederlands aan de Volkshochschule te Hagen, te helpen, die tijdens het Derde Colloquium zulk een enthousiasme voor de wetenschappelijke beoefening van het Nederlands opvatte, dat zij besloot aan een Nederlandse universiteit nederlandistiek te gaan studeren, succes zal hebben, is nog af te wachten.
Meer in de algemene sfeer daarentegen liggen een vraaggesprek van Mevr. Moolenburgh met een medewerkster van ‘Trouw’ over de beide Reizende Tentoonstellingen, dat met een grote foto in het nummer van 3 febr. l.1. verscheen; voorts twee interviews van Dr. Jalink: een met een redacteur van het nieuwe weekblad ‘Accent’, Ton Neelissen, van wie op 9.3.1968 een artikel ‘Waarom spreekt u geen Nederlands?’ verscheen; en een ander met de Heer Theo de Vries, die uit eigen beweging aanbood in het blad ‘Studium Generale’ van de Leidse Onderwijsinstellingen (oplage 20.000 exemplaren), waarvan hij hoofdredacteur is, een bijdrage op te nemen in de rubriek ‘Ik meen dat ....’, waarin in de maartaflevering de mening zou worden uitgesproken, dat Prof. Barnouws ‘Monthly Letters’ in Nederland moesten kunnen worden uitgegeven.
Om deze rubriek met een blijde noot te besluiten: Op 21.12. l.1. mochten wij Prof. Dr. G. Stuiveling hartelijk gelukwensen met zijn 60e verjaardag. Mogen het heldere inzicht en de grote werkkracht van deze populaire geleerde en dichter nog lang voor de nederlandistiek bewaard blijven.