Neerlandica extra Muros. Jaargang 1966
(1966)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermdBijzondere prestaties van onze docentenGa naar voetnoot1)In april l.l. werd aan Prof. Dr. P.C.A. Geijl door de Harvard-Universiteit de Macvaneprijs toegekend. De Werkcommissie wenste Prof. Geijl geluk met dit nieuwe blijk van waardering van zijn werk in het buitenland. | |
[pagina 10]
| |
Drs. J.B. van Nimwegen (Erlangen). Een andere gelukwens gold een jong docent, de Heer J.B. van Nimwegen, die een leeropdracht in het Nederlands vervult te Erlangen, en op 29.6.'66 zijn doctoraal examen aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen in de Duitse taal-en letterkunde, het Middelnederlands en Oudijslands aflegde.
‘Nieuws uit Freiburg im Breisgau’. Bijzonder goed op de hoogte van de gang van zaken worden wij steeds gehouden door Lic. J.L. de Meester. Behalve de collegegids van het lopend studiehalfjaar zendt de Heer De Meester ons geregeld zijn berichten met bovenstaande titel. Ons blijkt hieruit het volgende: Er vinden te Freiburg regelmatig behalve drie taalcursussen, een colloquium over de cultuurgeschiedenis der Nederlanden en een inleiding in het Middelnederlands plaats. Aan deze oefeningen nemen ca. 25 studenten deel. In januari l.l. werden er lezingen gehouden door Prof. G.A.R. de Smet (Nijmegen) over ‘Die niederländische Veldekeforschung’ en door Prof. H. Draye (Leuven) over ‘Die Sprachgrenze im westlichen niederländischen Raum’, die door meer dan 300 studenten werden bijgewoond. Deze laatste lezing was bedoeld als voorbereiding voor een studiereis naar Vlaanderen, die 14 t/m 19 maart l.l. plaats vond en waaraan 8 docenten en 32 studenten (germanisten en nederlandisten) deelnamen. Zij stond onder leiding van Br. Boesch, ordinarius in de germanistiek, en Lic. De Meester en beoogde een wetenschappelijke studie van het taalgrensprobleem. Van deze excursie deed de Heer De Meester ons een door een studente opgemaakt uitvoerig verslag toekomen. In voorafgaande jaren hadden Freiburgse germanisten al eens hetzelfde vraagstuk in Zwitserland en in de Elzas bestudeerd. Voor de wetenschappelijke publikaties, met name voor de dissertatie van Lic. De Meesters leerling Dr. P.H. Nelde over ‘Flandern in der Sicht Hoffmanns von Fallersleben’ verwijzen wij naar de rubriek ‘Publikaties in eigen kring’, voor de werkzaamheid van drie van zijn studenten aan de Kon. Bibliotheek te 's-Gravenhage naar: ‘Activiteiten van de Werkcommissie’. Betreffende de Heer Nelde zij hier nog meegedeeld, dat hem werd toegestaan voor zijn ‘Rigorosum’ (doctoraal examen dat, na de goedkeuring van het proefschrift door de Faculteit, wordt afgenomen) voor zijn hoofdvak: Germanische Philologie, o.m. Middelnederlands en als tekst ‘Van den Vos Reinaerde’ voor te stellen. Als speciaalgebied van zijn bijvak: geschiedenis, had de doctorandus verzocht ondervraagd te worden over de geschiedenis der Nederlanden, waartoe hem eveneens toestemming werd verleend.
De Heer J. Kempen, ‘Realschullehrer’ te Bad Godesberg en lid van de Kring leraren Nederlands in Duitsland, deelde ons in juni l.l. mee:
Examenfach Niederländisch. An den Universitäten Bonn und Köln ist Niederländisch Examenfach für die akademischen Prüfungen und das Lehramt an Höheren Schulen. Auch für das Zusatz- oder Ergänzungsfach Niederländisch an Realschulen werden Prüfungsmeldungen erwartet. Die Prüfungsordnungen sind bereits erlassen. Neu ist für Köln, dass alle Germanisten, die sich (während ihres Studiums oder autodidaktisch) mit einem bestimmten Abschnitt der niederländischen Sprach- und Literaturgeschichte beschäftigt haben, einen Teil ihrer Germanistikprüfung mit diesen Niederländischkenntnissen bestreiten, wofür dann ein entsprechender ‘deutscher’ Prüfungsabschnitt entfällt. Ganz in diesem Sinne der Vermeidung der ‘puren Teutonistik’ liegt auch die Anerkennung des Mittelniederländischen als eines germanistischen Proseminars. Dadurch werden Doppelbelastungen vermieden und das Studium der Niederlandistik ‘an sich’ oder auch im Rahmen der Germanistik honoriert.
Successen in het Duitse V.H.M.O. schoolonderwijs. Oberstudienrat H. Combecher, die in april l.l. van Steijl (L) naar Kleef werd overgeplaatst, deelt ons op 23.5 mee dat hij dank zij zijn intensieve voorbereiding (voordrachten voor de leerlingen en brochures aan de directeuren van scholen) nu aan 90 leerlingen van de gymnasia voor jongens en meisjes in zijn huidige standplaats Nederlands onderwijst. De directeur van de Kleefse ‘Realschule’ is eveneens bereid een cursus Nederlands op richten. Hier zal een collega uit Nijmegen of Mevrouw Combecher, die Nederlandse van geboorte is, les geven.
Promotie van Dr. A.J.M. van Seggelen. Een felicitatie mochten wij eveneens zenden aan onze docent Nederlands te Straatsburg, die op 27.6.'66 aan de Nijmeegse Universiteit met als promotor Prof. Dr. W.J.M.A. Asselbergs de graad van doctor in de letteren behaalde met een proefschrift over ‘Het Liedboek van Liisbet Ghoeyuaers’, Zwolle 1966. Dr. van Seggelen werd kort daarvoor te Straatsburg bevorderd tot Professeur | |
[pagina 11]
| |
Associé. Reeds voor de vakantie had hij zijn oude één-kamer-instituutje kunnen ruilen voor een drietal lokalen in de gloednieuwe gebouwen van de Faculté des Lettres. Hij heeft nu tot zijn beschikking een ruime instituutzaal, waar het grootste deel van de bibliotheek staat opgesteld (ca. 2500 boeken), een kleinere tijdschriftenzaal, waar de lector zijn bureau heeft, en een fraai met moderne meubelen ingerichte riante directeurskamer. Bij het begin van het akademisch jaar hoopte de Heer van Seggelen deze nieuwe lokaliteiten met enig feestelijk vertoon in gebruik te nemen. Over zijn moeilijkheden een geschikte opvolger voor Mej. Vlugter te vinden berichtten wij reeds in een ander verband. Aangaande het bedoelde feestelijk vertoon vernemen wij nader:
Een universitaire plechtigheid te Straatsburg. Dr. A.J.M. van Seggelen schrijft ons: ‘Op 3 oktober j.l. hebben wij hier met een grote receptie ons nieuwe instituut in gebruik genomen. De Doyen van de faculteit heeft de nieuwe lokaliteiten aan mijn zorgen toevertrouwd in een zeer hartelijke en amicale toespraak. In een kort antwoord heb ik hem voor het mij geschonken vertrouwen bedankt en vervolgens de geschiedenis van het onderwijs in de Nederlandse taal- en letterkunde te Straatsburg geschetst. Vervolgens sprak de Heer Sadi De Gorter, buitengewoon en gevolmachtigd minister voor culturele en perszaken aan de Nederlandse Ambassade te Parijs. In zeer bloemrijke bewoordingen sprak hij over het belang van de studie der Nederlandse cultuur aan een universiteit als die van Straatsburg. Hij dankte de Franse autoriteiten voor de plaats die ze inruimen voor dit onderdeel van de germanistiek en de studie der letteren. Zich richtend tot Prof. Dr. Jean Dagens, die van 1923 tot 1941 hoogleraar in de Franse letterkunde te Nijmegen en van 1952 tot 1963 de grote stimulator voor het Nederlandse instituut te Straatsburg was geweest, deelde hij hem mede dat de Nederlandse regering hem voor zijn verdiensten op het gebied van het Nederlandse hoger onderwijs èn op dat van het onderwijs van het Nederlands in Frankrijk tot Officier in de Orde van Oranje Nassau had benoemd. Prof. Dagens sprak enkele woorden van dank en haalde daarbij herinneringen op aan zijn lang verblijf in Nederland. De Recteur honorair M. Angelloz dankte tenslotte de Nederlandse autoriteiten en de Nederlandse sectie van de Faculté des Lettres voor de bijdragen die ze steeds aan de bloei en uitbouw van de Universiteit hadden geleverd. Van de Nederlandse autoriteiten waren aanwezig: De Heer Sadi De Gorter van de Ambassade te Parijs, de Heer Bijl, zaakgelastigde van Nederland bij de Raad van Europa, Dr. J.P.Chr. De Boer uit Den Haag, eertijds gepromoveerd bij Prof. Dagens, en de Consul-Generaal en de Consul van Nederland te Straatsburg met hun echtgenoten. Verder woonden een vijftigtal collega's-hoogleraren met hun echtgenoten de plechtigheid bij. Tenslotte kan ik U melden dat de rentrée universitaire zeer voorspoedig verloopt. Het aantal ingeschreven eerste-jaars is thans 75, een respectabel aantal als men in aanmerking neemt dat deze studenten door hun keus zich verplichten om twee achtereenvolgende jaren het Nederlands als bijvak te nemen. Bij de oudere-jaars is het aantal veel geringer doordat voor hen allerlei overgangsmaatregelen van kracht zijn die het moeilijk maken om zich nu nog op het certificat d'études néerlandaises oude stijl te gaan voorbereiden.’
Bij bovenstaand verslag zijn uitknipsels gevoegd uit de ‘Nouvelles de Hollande’, Hebdomadaire d'Information de l'Ambassade Royale des Pays-Bas, van 17.10.1966 en ‘Le nouvel Alsacien’ van 4.10.1966 (het laatste met een foto), waarin artikelen over bovenvermelde feestelijkheid zijn opgenomen.
Studieverblijf in Nederland van Dr. N. Morciniec. Naar wij begin juni van hem vernamen, heeft het Poolse Ministerie van Hoge Scholen Dr. Morciniec meegedeeld dat het van plan was aan de Minister van O. en W. een beurs voor een verblijf van 6 maanden in Nederland voor hem aan te vragen. De Werkcommissie heeft dit verzoek ondersteund.
Het Nederlands zelfstandig examenvak te Stockholm. Een succes voor Dr. J. de Rooy is dat met ingang van het nieuwe studiejaar het Nederlands als zelfstandig examenvak aan de Universiteit te Stockholm is ingevoerd, waarvoor al dadelijk een behoorlijke belangstelling blijkt te bestaan. Tot nu toe was voor germanisten slechts een zekere passieve kennis vereist voor het kandidaats- en de verplichte lectuur van 2000 verzen van de Reinaert voor het licentiaatsexamen. Voorts is Dr. de Rooy benoemd tot dooent, een functie die de betreffende tot een beperkt aantal onderwijsuren verplicht, daar zij bedoeld is het wetenschappelijk onderzoek te bevorderen. In zijn plaats is tot | |
[pagina 12]
| |
lector te Stockholm en Uppsala aangesteld Mej. A. Delfosse, licentiate van de Universiteit te Gent. De nieuwe status van het Nederlands en het beperkt aantal lesuren van de nieuwbenoemde docent zijn thans oorzaak van het te gering aantal uren dat aan het Nederlands onderwijs kan worden gewijd, zodat een derde leerkracht gewenst is geworden.
Examen Nederlands aan de Universiteit van Buenos Aires ingevoerd. Wij schreven reeds vroeger in dit blad over de Nederlandse hispanologe in Argentinië uit de school van Prof. Dr. C.F.A. van Dam te Utrecht, en over het door haar opgerichte ‘Centro de Ensenanza Internacional Buenos Aires’, dat oorspronkelijk beoogde Engelse, Franse en Duitse cursussen voor Argentijnen en Spaanse voor buitenlanders te geven (de laatste met verschillende talen als basistaal). Bij de gedoceerde talen bleek er echter al spoedig belangstelling voor het Nederlands te bestaan en thans is deze zo groot dat bij de gedoceerde talen (met Spaans als basistaal) het Nederlands aan de spits staat. Het aantal ingeschreven leerlingen van het instituut bedroeg verleden jaar 147. Daarnaast geeft Mevrouw Baartman ook goed bezochte lezingen over Nederlandse cultuur voor het ‘Instituto Nacional Superior del Professorado en Lenguas Vivas’ en op 18.7.'66 is zij benoemd tot ‘Professora examinadora’ in het Nederlands aan de Universiteit van Buenos Aires, een vak dat aan deze universiteit (nog) niet onderwezen wordt. Mevrouw Baartmans benoeming schijnt nu wel een voet tussen deur en drempel om dit huis binnen te dringen. Zij werkt hierin in nauw contact met de Nederlandse Ambassade en zo aan die van iemand, dan is het aan haar energie, ervaring en kundigheid wel toevertrouwd ook deze laatste hindernis te nemen (zie haar artikel in ‘Neerlandia’, 1965, 6). Deze gang van zaken is voor ons aanleiding geweest Mevrouw Baartman in onze docentenlijst op te nemen.
Dr. R.P. Meijer (Melbourne) tot Reader bevorderd. Een gelukwens mochten wij vanwege deze benoeming richten tot Prof. J. Smits naaste medewerker, over de voorbereiding van wiens Nederlandse literatuurgeschiedenis voor Engelstaligen wij in de vorige aflevering van dit blad het een en ander meedeelden.
Het Nederlands aan de Universiteit te Calgary, Canada. Mede door de tegemoetkoming van de lokale Nederlands-Canadese pers te Calgary in het maandblad ‘De Dijk’ is de aan de Universiteit aldaar in september 1966 opgerichte cursus ‘Netherlandic Literature’ gestart met 7 studenten, wat voor een ‘senior course’ van dit soort wel een succes genoemd mag worden. Drie van de studenten zijn van Nederlandse afkomst, de vier andere zijn echter niet-Nederlandstalige studenten, die als ‘senior’ of ‘graduate’ studenten hun hoofdvak Duitse literatuur willen aanvullen met een zekere kennis van een tweede Germaans taalgebied (het Engels komt als zodanig niet in aanmerking, omdat het de vehiculaire taal is). De samenstelling van zijn klas stelde Prof. Breugelmans in staat, na een korte taalkundige inleiding voor de ‘Duitse’ studenten, de op het programma staande Engelse vertalingen der teksten aan te vullen met het lezen in de klas van teksten in de oorspronkelijke taal, ook Middelnederlandse als bv. ‘Karel ende Elegast’, ‘Beatrijs’, Elckerlyc’ en de middeleeuwse lyriek, wat bij de studenten bijzonder in de smaak viel. Steunende op vertalingen en tevens gebruik makend van bloemlezingen, schooluitgaven en pocket-edities in het Nederlands, hoopt Prof. Breugelmans met zijn aan de individuele belangstelling en capaciteit van de studenten aangepaste cursus, tot het welslagen van zijn experiment in het Westen van Canada bij te dragen door de keuze van auteurs te concentreren op die van de Tachtigers tot heden
Verslag van de werkzaamheden van het Departement van Nederlandse Cultuurgeschiedenis aan de Universiteit van Kaapstad gedurende 15 februari 1965-15 februari 1966. Wederom ontvingen wij genoemd verslag, waaruit blijkt dat 84 studenten in 1965 de cursussen volledig volgden, van wie er 83 examen aflegden. De examinator was Prof. Dr. G. van Alphen te Pretoria. Er werden vele excursies gemaakt. Dat Nederland en België het instituut niet vergeten blijkt uit de vele schenkingen van affiches, jaarverslagen, studiegidsen, jaarboeken en tijdschriften. Helaas treffen wij in de laatste rubriek ‘Neerlandica extra Muros’ en onze docentenlijst niet aan, die de directeur, Prof. Dr. D. Bax, toch regelmatig werden toegezonden. Wel ontvingen wij, zoals wij reeds vroeger vermeldden, i.d.t. van Prof. Bax een prachtige zending kunsthistorische werken voor de Centrale Verzameling. | |
[pagina 13]
| |
Promotie van Mej. Dr. E.H. Raidt. Volgens de door ons ontvangen opgaven moet Mej. E.H. Raidt (Univ. van Kaapstad, Dept. Afrikaans-Nederlands) kort geleden gepromoveerd zijn. Over haar proefschrift zie de rubriek ‘Publikaties in eigen kring’. Wij bieden Dr. Raidt onze hartelijke gelukwensen aan. |
|