Slechte buitenlandse voorlichting aangaande het Nederlands. Omtrent dit onderwerp namen wij in het vorig nummer een passage op n.a.v. twee Zwitserse en een Duitse uitgave. Bijzonder aanmoedigend was de wijze, waarop de Chefs van de Afdelingen Pers- en Culturele Zaken van de Nederlandse en Belgische Ambassades te Bern op onze oproep reageerden. Zij zonden aan een groot aantal belangrijke adressen in hun ambtsgebied een artikel van Oberstudienrat H. Combecher, waarin deze op filologisch welgefundeerde gronden uiteenzet, dat de bewering als zou het Nederlands een dialect van het Hoogduits zijn, nu niet bepaald pleit voor de deskundigheid van de betrokken ‘expert’. De Nederlandse Kamer van Koophandel in Zwitserland had trouwens ook al tegen een van de door ons gewraakte uitgaven geprotesteerd en wel in een in het Nederlands gestelde brief, waarin zij zeide er niet aan te twijfelen, dat waar het Nederlands immers een Duits dialect was, de lezing daarvan de uitgever wel niet de minste moeite zou opleveren!
Goed nieuws uit Duitsland: Dat de onderwijsautoriteiten langzamerhand aan het Nederlands een volwaardige status gaan toekennen, blijkt uit het feit, dat na de oprichting van leerstoelen in de nederlandistiek aan de universiteiten te Keulen en Munster, er in februari l.l. een beschikking van de Kultusminister van Nordrhein-Westfalen is uitgegaan, waarin het Nederlands als facultatief onderwijsvak aan de directeuren van de ‘Realschulen’ in het aan Nederland en Vlaanderen grenzende gebied wordt aanbevolen. De lezers van ons blad zullen zich herinneren dat de Werkcommissie samen met het Algemeen Nederlands Verbond en de Kultuurraad voor Vlaanderen in mei 1964 en mei 1965 rekesten dienaangaande tot de ministers van onderwijs van Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen heeft gericht, waaraan door vele hoogleraren in de nederlandistiek in België en Nederland en door vele Nederlandse en Belgische culturele organisaties adhaesie werd betuigd. Onze bedoeling hiermee was de pogingen in gelijke richting van de officiële instanties te ondersteunen. Ook de Kring van leraren Nederlands in Duitsland heeft het aan pogingen om tot dit resultaat te komen niet laten ontbreken. Wij laten de tekst van de ministeriële beschikking hieronder volgen:
Der Kultusminister
des Landes Nordrhein-Westfalen
III B 36-25/3 Nr. 1536/65
an die Regierungspräsidenten in............
Der Bedeutung der niederländischen Sprache und Kultur soll im Unterricht der allgemeinbildenden Schulen mehr als bisher Rechnung getragen werden.
Vorbehaltlich einer künftigen Regelung durch die Richtlinien für den Unterricht an Realschulen bin ich damit einverstanden, dass interessierten Schülern besonders im Grenzgebiet im Rahmen des Unterrichts der Realschule Niederländisch angeboten wird, vorausgesetzt, dass geeignete Lehrkräfte hierfür zur Verfügung stehen und eine Kürzung des Pflichtunterrichtes vermieden wird. Der Unterricht sollte in Form von Arbeitsgemeinschaften wahlfrei erteilt werden
Dieser Erlass wird im Amtsblatt des Kultusministeriums veröffentlicht.
Im Auftrage des Kultusministers
(Erlass vom Februar 1966)
Het is duidelijk dat wij met deze beschikking er nog niet zijn. Met name het gebrek aan geschikte leraren voor het nieuwe vak doet zich sterk gevoolen. De consequentie zal dus nu zijn, dat Nederlands ook aan de kweekscholen (Pädagogische Akademieen) wordt ingevoerd en zowel daar als op de gymnasia, waarvoor reeds een regeling bestaat, is het wachten nu op afgestudeerde nederlandisten van de universiteiten te Keulen en Munster.
Intussen tracht men in de nood te voorzien door Nederlandse leraren van over de grens aan te trekken, wat al in verscheidene gevallen gelukt is. In deze zin gaat ook een verzoek van de Niedersächsische Kultusminister aan het Ministerie van O. en W. om bij wijze van proef leraren uit Enschedé ter beschikking te stellen van scholen te Nordhorn. Daar het Duitse ministerie van dit verzoek een afschrift aan de Werkcommissie deed toekomen, kon deze er bij O. en W. op aandringen alles in het werk te willen stellen deze proef te doen slagen. Er bestaat trouwens geen twijfel aan dat het Ministerie het belang hiervan terdege inziet. Vanwege de te voorziene gevolgen wachten wij het resultaat van dit experiment met spanning af.