In memoriam
Prof. em. Dr. P. de Keyser †. Een eminent binnelands nederlandist, Prof. em. Dr. P. de Keyser, van de Rijksuniversiteit te Gent, is op 22 februari 1966 overleden. Vele van onze buitenlandse collega's hebben hem ontmoet toen hij in zijn functie van onder-voorzitter van de Kultuurraad voor Vlaanderen de leiding had van het bezoek aan Gent in het kader van ons Tweede Colloquium in september 1964. De verdiensten van Professor de Keyser als filoloog, als medievist, als pedagoog, als kunsthistorious, als folklorist, zijn zo talrijk dat zij binnen het bestek van ons blad moeilijk tot hun recht zouden kunnen komen. Wij verwijzen daarvoor naar de vaktijdschriften, de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, waarvan hij lid was, en de Maatschappij voor Nederlandse Letterkunde te Leiden. Wij volstaan hier met eerbiedig hulde te brengen aan zijn nagedachtenis en onze erkentelijkheid uit te spreken voor zijn talloze blijken van sympathie en waardering voor ons werk.
Prof. em. Pr. A.C. Bouman †. Een tweede gevoelig verlies leden zowel nederlandistiek als afrikanistiek door het heengaan op 72-jarige leeftijd van Prof. em. Dr. A.C. Bouman te Oegstgeest op 24 februari 1960.
Prof. Bouman heeft van 1921-1946 aan de Universiteit van Stellenbosch (Zuid-Afrika) ‘de Germaanse filologie en de geschiedenis van het Nederlands’ gedoceerd. In 1946 werd de overledene tot hoogleraar in ‘de algemene taalwetenschap en de talen der Oudgermaanse volken en hun letterkunde’ te Leiden benoemd, welke leeropdracht hij tot zijn emeriaat is blijven vervullen.
Als eerste deskundige heeft Prof. Dr. C.F.P. Shutterheim in de N.R.C. van 28.2.l.l. de grote verdiensten en brede kennis van zijn oud-collega herdacht en tevens diens uitnemende publicaties met eerbied gememoreerd.
Prof. Bouman was tevens een zo goed kenner van het Afrikaans, dat hij in deze taal enige toneelstukken schreef en samen met Prof. Pienaar een Afrikaanse spraakkunst samenstelde.
Ook buiten zijn reeds zeer brede vakgebied toonde zijn veelzijdige geest grote belangstelling. Zo voor de beeldende kunst, waarover hij het in 1942 verschenen werk ‘Kuns en Kunswaardering’ publiceerde. Hij heeft daarin zijn gedachten over Van Gogh, Cézanne, essentiële en decoratieve kunst, de 17e eeuwse Nederlandse schilderkunst, Rembrandt en de traditie-beeldende kunst in Zuid-Afrika uitgesproken. Zelf schilderde hij ook niet onverdienstelijk.
Prof. Bouman is vele jaren voorzitter van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde geweest. Van 1948 af trad hij op als redacteur van ‘Neophilologus’.