Mutaties
Het aantal mutaties, dat sinds november 1963 te onzer kennis kwam, is ditmaal aanmerkelijk geringer dan dat in het vorige nummer van ‘Neerlandica extra Muros’ vermeld.
Te Marburg, waar Prof. L.E. Schmitt, krachtens zijn leeropdracht in Germaanse en Duitse filologie ook het Middelnederlands in zijn onderwijs betrekt, blijkt sinds 1957 een ‘Dozentur’ in Duitse en Nederlandse filologie te bestaan, die sinds augustus 1962 door de uit Genk in Belgisch-Limburg afkomstige dialectoloog en naamkundige Dr. J.J. Goossens wordt bezet. Dr. Goossens, die een oudleerling is van Prof. Grootaers, 1955-'61 leraar was te Hasselt en in 1960 te Leuven bij Prof. van Coetsem op een proefschrift ‘Semantische vraagstukken uit de taal van het landbouwbedrijf in Belgisch-Limburg’ is gepromoveerd, heeft reeds een aanzienlijke lijst publicaties op germanistisch en neerlandistisch gebied op zijn naam staan. Hij werkt mee aan de ‘Deutsche Sprachatlas’, waarvan Prof. Schmitt directeur is, en combineert, evenals deze laatste, in zijn onderwijs de neerlandistiek met de germanistiek.
Uitsluitend Nederlands doceert te Marburg sinds 1961 de jonge uit Nederlands-Limburg afkomstige neerlandist en germanist van Nijmeegsen huize, de heer A.J.M. Wethley, die binnenkort zijn doctoraal examen hoopt af te leggen en de status van ‘nebenamtlicher Lektor’ bezit. Zijn lectoraat is op 1 oktober 1963 een ‘Planstelle’ geworden.
Vanaf het zomersemester 1964 zal door Mag. fil. N. Årnhammer te Marburg twee uren per week Fries worden gegeven.
Te Munster werd de heer H. Entjes, die tot wetenschappelijk hoofdambtenaar aan de Universiteit te Groningen is benoemd, op 1 november 1963 vervangen door de Amsterdamse neerlandist, de heer Leo Ross. Nadere bijzonderheden over diens persoon en opleiding ontbreken ons op dit ogenblik nog.
Uit Londen meldt Prof. Weevers, dat zijn staf te Bedford College sedert kort is uitgebreid met de dames Drs. C.C. van der Leek en Drs. A.M. Zwaneveld.
Van mevrouw A.J. Musacchio-Visser 't Hooft ontvingen wij bericht, dat zij, hetzij naar aanleiding van veranderingen in de status van het tolkeninstituut te Triëst of door familieomstandigheden (dat is niet geheel duidelijk), haar onderwijs aldaar (tijdelijk of voorgoed) heeft moeten staken. Ondanks pogingen van Dr. J.J. Poelhekke, Cultuurattaché van Hr. Ms. Ambassade te Rome, die zich in samenwerking met het Ministerie van O.K. en W. veel moeite gegeven heeft de zaak te redden en met wie wij verschillende brieven over het geval wisselden, schijnt de toekomst van het Nederlands onderwijs te Triëst nog allerminst verzekerd.
Aan de Universiteit te Oslo wordt sinds korte tijd, behalve door de ons vanouds bekende en vertrouwde Dr. K.L. Johannessen, Nederlands onderwezen door mevrouw Drs. Martha Eliassen-de Kat.
Daar voor Dr. V. Claes, lector te Gotenburg en Lund, de wekelijkse lange reizen tussen zijn beide standplaatsen op den duur te vermoeiend werden, heeft hij zijn dubbele post, die hij van september 1954 af met grote trouw en energie heeft vervuld, in december 1963 moeten vaarwel zeggen. Wij hebben Dr. Claes in de lijst onzer oud-docenten ingeschreven, hopen, dat het contact tussen hem en onze Werkcommissie niet zal verloren gaan en wensen hem toe, dat hij spoedig een hem passende werkkring zal kunnen vinden. Wie Dr. Claes in Zweden zal opvolgen is ons op dit ogenblik nog niet bekend.
Hoewel het hemd eigenlijk nader is dan de rok, vermelden wij, de bescheidenheid van onze voorzitter kennende, pas op deze late plaats, dat Prof. Walter Thys, daartoe door deze universiteit uitgenodigd, van eind januari tot begin juni van