Allerhande
Op de verschijning van ‘Neerlandica extra Muros’, nr. 1, ontvingen wij een groot aantal bijvalsbetuigingen. Ook tijdschriften als Levende Talen, De nieuwe Taalgids, Neerlandia en Ons Erfdeel verwelkomden ons contact- en inlichtingenblad.
In De Periscoop, onafhankelijk literair en artistiek maandblad, Brussel 13de jrg. nr. 9, juli-aug. 1963, schreef de voorzitter een bijdrage getiteld: ‘De verspreiding van de Nederlandse letterkunde en cultuur via de buitenlandse universiteiten’, waarin hij er o.a. op wijst, dat de docenten in de neerlandistiek aan deze universiteiten niet alleen in belangrijke mate de taak, die aan onze cultuurattachés is opgedragen, aanvullen, maar dat zij in vele gevallen in hun plaats treden omdat ten gevolge van het ontbreken in het verleden van een officiële Nederlandstalige cultuurpolitiek in België de vertegen woordiging door de attachés geen wezenlijke of volledige vertegenwoordiging van het cultuurgoed van het Vlaamse volk is geweest.
In de Mededelingen van de ‘Vereniging van Vlaamse Letterkundigen’ Nr. 43 versc onder de titel: ‘De taak van de universiteit bij de verspreiding van de Nederlandse letterkunde en cultuur in de wereld’ de lezing, die de voorzitter in november 1962 op het Ilita-congres te Gent gehouden heeft.
De Kultuurraad voor Vlaandéren nam in maart 1963 het initiatief om een aantal exemplaren der Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis te sturen aan een aantal collega's in het buitenland.
Aan de Secretaris van de Kultuurraad werd namens de Werkcommissie dank gezegd voor dit vriendelijke gebaar en hem werden tevens de nodige gegevens verstrekt voor de uitvoering van het plan.
In mei jl. is een tweede colloquium ‘Vlamingen over de Wereld’ gehouden, waar de Vereniging ‘België in de Wereld’ werd opgericht. Deze vereniging, waarvan de leidende figuren Pater A. Verthé en Dr. O.V. Spitaels zijn, gaat een mooi verzorgd tijdschrift ‘Ambassadeur’ uitgeven, dat de opvolger van ‘Band en Zuiderkruis’ zal worden, waarvan de uitgave gestaakt is.
In het levensbericht van J. Maria Chr. Bouvy (1893-1960) in de Mededelingen van de Mij. der Ned. Letterkunde te Leiden (1960-'61) lezen wij, dat deze oud-leerlinge van Kalff, assistente van Verwey en daarna van Van Eyck, die het beste der 10 onder de bezielende leiding van Verwey tot stand gekomen proefschriften (over Mevr. Bosboom-Toussaint, 1935) schreef en na de oorlog een leeropdracht (1951-'58) te Leiden vervulde, tijdens een familiebezoek met haar mooder aan de V.S. in 1939 daar door de oorlog werd verrast en, er tot 1947 vastgehouden, o.a. aan Hope College een leeropdracht in de Nederlandse taal vervulde en er gemeentelijke avondcursussen gaf.
In aansluiting op een bericht in ons vorig nummer kunnen wij thans meedelen, dat het U.S. Office of Education Prof. W. Lagerweys (Calvin College, Grand Rapids, Michigan) verzoek in mei jl. heeft toegestaan, waardoor het hem mogelijk was deze zomer een cursus voor eerste jaars Nederlands voor College-studenten te openen en wel volgens de nieuwere ‘audio-lingual’-methode.
De inwilliging van het rekest stelt hem voorts in staat einde december tot augustus 1964 met zijn gezin naar Nederland te komen ter voorbereiding van een door hem volgens bovenaangeduide methode samen te stellen leerboek Nederlands voor Engelstaligen. Hij hoopt in de omgeving van Amsterdam te komen wonen.
In De (Brusselse) Standaard van 11 juli 1963 vonden wij een artikel van Prof. Abel Coetzee (Johannesburg, Zd. Afrika) ‘Ons verstaan mekaar’, oprechte Afrikaanse groet. In hetzelfde nummer schreef onze voorzitter een stuk getiteld: ‘Noord en Zuid 1945-1963, Hoge Raad voor Nederlandse Kultuur, Werk voor onze beschaving in een dichtgegroeide wereld’.
Aan de werkzaamheden onzer Commissie wordt aandacht besteed door Jozef Deleu in De Periscoop van jan. 1963 in een kolom: Wij en de Wereld.
+++