eerste woord). Het trefwoord wordt gevolgd door de Nederlandse tegenhanger. Een voorbeeld: ‘Il n'y a pas de fumée sans feu - Geen rook zonder vuur’. Bij de vergelijkingen is de werkwijze analoog: ‘têtu comme une mule - zo koppig als een ezel’. In het hoofdstuk Afkortingen - bedoeld is eigenlijk: verkortingen - wordt de verkorting onmiddellijk gevolgd door de volledige vorm in het Frans: ‘bi (bisexuel)’. Een Nederlandse vertaling is hier niet zinvol, gewoon omdat in het Nederlands meestal geen verkorting voorkomt. Toch hadden de auteurs er bij accu, bi, démo, gym, homo enzovoort op kunnen wijzen dat de verkorting ook in het Nederlands gebruikelijk is (bij demo zonder accent). Nog interessanter was het voor de gebruiker van dit woordenboek geweest om te vernemen dat heel wat Franse verkortingen ook in het Belgisch-Nederlands voorkomen, maar niet in de algemene standaardtaal: edito (Fr. édito, Ndl. hoofdartikel, redactioneel), info (veel algemener in gebruik in België dan in Nederland), transfo (Ndl. trafo). Overigens ontbreken er nog wel wat verkortingen, zoals labo (Ndl. lab), micro (Ndl. niet verkort microfoon) en suppo (Ndl. zetpil). In het hoofdstuk Letterwoorden (waarin ook afkortingen opgenomen zijn) wordt het Franse letterwoord meteen gevolgd door de volledige vorm in het Frans en de Nederlandse vertaling: ‘AG (fém.): Assemblée générale - algemene vergadering (de)’.
Het boek wordt afgesloten met veertig bladzijden invul-, combinatie- en vertaaloefeningen bij elk van de hierboven genoemde hoofdstukken, zodat het niet alleen als naslagwerk maar ook als oefenboek of studieboek gebruikt kan worden in (ver)taalopleidingen.
Een pluspunt is ongetwijfeld dat de auteurs alleen Standaardnederlandse vertalingen opgenomen hebben. Die werkwijze is geheel in overeenstemming met de gangbare praktijk bij beroepsvertalers.
In
Nieuwe vertaalgids Frans-Nederlands (Eyckmans & Segers, UGA, Heule, 2008) lezen we in de inleiding:
Een vertaler Frans-Nederlands moet niet alleen vertalen voor een Vlaams, maar vaak ook voor een Nederlands doelpubliek. Daarom moet hij een vertaling kunnen maken voor lezers uit het hele taalgebied. We kiezen voor standaardtaal in het hele taalgebied [...].
Misschien hadden Theissen en Laurent in een aantal gevallen de Belgisch-Nederlandse vorm ook kunnen opnemen, als waarschuwing of gewoon ter informatie. Elke gebruiker van dit woordenboek zal namelijk al snel opmerken dat heel wat Franse uitdrukkingen overeenkomen met een in België voorkomende letterlijke vertaling, die niet in de algemene standaardtaal voorkomt. Bij bv. ce n'est pas tres catholique, il n'y avait pas un chat, appeler un chat un chat, tiré par les cheveux, c'est un oiseau pour le chat en perdre le nord vinden we terecht de goede Nederlandse vertaling (die zaak is niet koosjer, er was geen hond, het beestje bij zijn naam noemen, met de haren erbij gesleept, die zal het niet lang meer maken / die is verloren, de kluts kwijtraken), maar niet ook de Belgisch-Nederlandse variant (dat is niet erg katholiek, er was geen kat, een kat een kat noemen, bij de haren getrokken, 't is een vogel voor de kat, het noorden verliezen). Wel nemen de auteurs een aantal Belgisch-Franse uitdrukkingen op, zoals une barrière nadar (gemarkeerd met (B)), correct vertaald als dranghek (en niet als nadar, zoals je in Vlaanderen wel eens hoort of leest). Dat in algemeen gebruikelijk Frans barrière de police of barrière mobile voorkomt (in Frankrijk ook barrière Vauban), vernemen we niet. Maar meestal wordt in dergelijke gevallen wel het algemene Frans genoemd. Zo vinden we bij (B) encore bien que het Standaardfranse encore heureux que. Als vertaling: nog een geluk dat. Toen ik dat lemma las, besefte ik voor het eerst dat Vlamingen ook wel nog goed dat zeggen. In enkele gevallen kiezen de auteurs weliswaar voor een correcte vertaling, maar was een letterlijke vertaling gewoon ook goed of
zelfs gangbaarder Nederlands geweest: bv. redorer son blason (zijn geschonden prestige opvijzelen i.p.v. zijn blazoen oppoetsen) en la cerise sur le gâteau (de finishing touch i.p.v. de kers op de taart).
De sterkte van dit boek is dat het een combinatie is van woordenboek, studieboek en oefenboek. Voor Nederlandstalige leerders van het Frans is het een uitstekend boek met honderden Franse uitdrukkingen, spreekwoorden, vergelijkingen, verkortingen, letterwoorden en afkortingen, én met goede Nederlandse vertalingen. Ook vertalers kunnen er dus hun voordeel mee doen.
Siegfried Theissen & Yohanne Laurent, Franse uitdrukkingen, spreekwoorden, vergelijkingen, afkortingen en letterwoorden, Luik, Centre Informatique de Philosophie et Lettres (C.I.P.L.), 2010, 234 pp., ISBN onbekend. Prijs: €30,-, vanaf 5 exemplaren €25,-, vanaf 10 exemplaren €20,- (excl. btw). Te bestellen bij Joseph Denooz: joseph.denooz@ulg.ac.be.
Zie ook: http://www.cipl.ulg.ac.be/Theissen-Laurent%20Prospectus2.pdf.