gebruik van de taal wegnemen? Bij voorkeur rekening houdend met wensen en behoeften van verschillende doelgroepen.
Het Comité van Ministers bepaalt uiteraard het beleid van de Nederlandse Taalunie. Het Algemeen Secretariaat bereidt het voor, adviseert en voert uit. De Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren is binnen de kaders van de Taalunie het officiële adviesorgaan. Daarnaast is er dan nog de Interparlementaire Commissie, die op het beleid toeziet.
Wat ik persoonlijk wel belangrijk vond bij mijn aantreden, was het element van zichtbaarheid van de Taalunie. De Taalunie heeft lange tijd hoofdzakelijk achter de schermen gewerkt. De organisatie bood vooral een podium aan anderen, waardoor de eigen verdiensten ondergesneeuwd raakten. Met diverse acties hebben we in de afgelopen jaren meer voor het voetlicht gebracht wat de Taalunie doet, zowel voor specifieke doelgroepen als voor een breder publiek. Een voorbeeld van zo'n actie is de introductie van Taalpeil, een jaarlijkse krant vol feiten en cijfers over de Nederlandse taal, gericht op een breed publiek in Nederland, Vlaanderen en Suriname. Taalpeil wordt ieder najaar verspreid onder zo'n 350.000 mensen. Een ander voorbeeld is een uitgave specifiek bedoeld voor ambtenaren, Hopende u hiermede van dienst te zijn, een klein boekje met enkele nuttige taaladviezen. Meer dan 100.000 ambtenaren bleken het een nuttig kleinood te vinden.’
Ik wil nog even terugkomen op dat vroegere streven naar taaleenheid en taalintegratie en de praktijk van vandaag. In de taaladviezen op de website van de Taalunie wordt sterk de nadruk gelegd op taalvariatie. Heeft dat te maken met het centraal stellen van de taalgebruiker in het taalbeleid, waar u daarjuist al over sprak? Kunt u daar iets meer over zeggen?
Van den Bosch: ‘Variatie is een waarde op zich en passend in uiteenlopende contexten. Maar daarbij hanteert de Taalunie wel eenheid in verscheidenheid als een belangrijk uitgangspunt. Het feit dat de Taalunie de taalgebruiker centraal wil stellen in het beleid, heeft daar zeker mee te maken. Mensen moeten zich prettig voelen in hun taal en daarmee in alle situaties, onder alle omstandigheden goed uit de voeten kunnen. Eigenlijk betekent dat ook dat mensen zich van verschillende soorten Nederlands moeten kunnen bedienen; soms is sms-taal op z'n plaats, soms dialect, maar vaak ook Standaardnederlands.
De taal zelf is uiteraard een belangrijk terrein van aandacht voor de Taalunie, maar behalve voor spelling worden niet centraal normen bepaald en opgelegd. Dat neemt niet weg dat de Taalunie het systematisch beschrijven van het Standaardnederlands wel degelijk ondersteunt. Degelijke beschrijvingen van de grammatica en het lexicon zijn onder andere heel belangrijk voor het onderwijs en vormen ook de basis van onze taaladviezen.’
Ter gelegenheid van het dertigjarige bestaan houdt de NTU in Brugge een topberaad met vertegenwoordigers van alle landen waar het Nederlands belangrijk is. Het motto is Nederlands, wereldtaal. Suriname ‘speelt mee’ in de Taalunie sinds 2004 en de Taalunie heeft een ‘bijzondere taalrelatie’ met Indonesië en Zuid-Afrika. Mijn volgende vragen sluiten daarbij aan. Welke inbreng heeft Suriname? Kunnen nog andere landen/gebiedsdelen zich bij de Taalunie aansluiten - ik denk aan de Nederlandse Antillen, Aruba, Zuid-Afrika, (Namibië)? Wat doet de Taalunie voor de positie van het Nederlands in de wereld (politiek, cultureel, sociaal)?
Van den Bosch: ‘Het Nederlands is een officiële taal op diverse plaatsen in de wereld. Met meer dan 22 miljoen sprekers is het Nederlands de 8e taal in de Europese Unie en zo ongeveer de 35e wereldwijd. In 40 landen in de wereld, aan zo'n 180 afdelingen van universiteiten, studeren ongeveer 15.000 jonge mensen Nederlands. Op het internet staat het Nederlands in de top 10 van meest gebruikte talen. Op het terrein van taal- en spraaktechnologie nemen Nederland en Vlaanderen met het Nederlands wereldwijd een koppositie in. Nederlandstalige literatuur is naar alle uithoeken van de wereld vertaald. We vinden van oorsprong Nederlandse woorden terug in zo'n 130 talen. Met andere woorden, we mogen best stellen dat het Nederlands een wereldtaal is.
Bij het topberaad op 20 november in Brugge zijn onder het motto Nederlands, wereldtaal vertegenwoordigers van Nederland, Vlaanderen, Suriname, Aruba, de Nederlandse Antillen en Zuid-Afrika aanwezig. Landen waarin het Nederlands of het Afrikaans een officiële status hebben. Suriname is geassocieerd lid van de Taalunie, met de Nederlandse Antillen ligt er een samenwerkingsovereenkomst en ook met Aruba wordt samengewerkt. Op dit moment oriënteren we ons op nauwere contacten met Zuid-Afrika, vanwege de verwantschap tussen het Nederlands en het Afrikaans.
De deelnemers aan het beraad bespreken hoe de landen samen kunnen werken aan de toekomst van het Nederlands. Een van de onderwerpen is het Nederlands in de digitale wereld. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat het Nederlands daar een bruikbare taal is en blijft, zodat Nederlandstaligen volop kunnen deelnemen aan het digitale verkeer. Het zou jammer zijn indien de landen zich daarvoor apart zouden inspannen. Belangrijk aan de samenwerking tussen Nederland, Vlaanderen, Suriname, Aruba en de Nederlandse Taalunie binnen de kaders van de Taalunie is dat we op die manier daadwerkelijk het hele taalgebied bestrijken. Dat we kennis en ervaring kunnen uitwisselen, dat we krachten kunnen bundelen. Een land als Suriname brengt zeer specifieke kennis in, bijvoorbeeld op het terrein van het gebruik van het Nederlands in een meertalige context. In Suriname worden op een bevolking van ongeveer 500.000 mensen maar liefst zo'n 20 talen gesproken.